2KGT: 1.4 Grammatica woordsoorten (herhaling)

Grammatica woordsoorten
Overzicht en herhaling
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Grammatica woordsoorten
Overzicht en herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Overzicht
  • Lidwoorden
  • Zelfstandige naamwoorden
  • Bijvoeglijke naamwoorden
  • Werkwoorden
  • Voorzetsel
  • Telwoord

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoorden
  • De + het: bepaald lidwoord


  • Een: onbepaald lidwoord

  • Horen altijd bij een zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig 
naamwoord

  • Maar ook: mensen / eigennamen

  • Je kunt er een lidwoord voorzetten

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk 
naamwoord

  • Zegt iets over het zn

  • Het staat meestal voor het zn

  • Het blauwe tasje: blauwe is het bn 

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoord
  • Geeft aan wat iets of iemand doet

  • Je kunt het vervoegen

  • Ik loop - ik liep - ik heb gelopen

Slide 7 - Tekstslide

Voorzetsel
  • Kastwoordjes

  • ....... de vakantie

Slide 8 - Tekstslide

Telwoord
  • Een telwoord geeft een hoeveelheid of een orde in rang/rij aan:
Je bent de eerste die dat tegen mij zegt
Ik heb vandaag honderd euro verdiend
Sommige leerlingen zeggen dat we vrij zijn
  • Je hebt hoofdtelwoorden en rangtelwoorden - bepaald en onbepaald.

Slide 9 - Tekstslide

Afkortingen
  • LW, ZN, BN, WW, VZ, TW


  • Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, voorzetsel, telwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf alle lidwoorden op uit deze in:
De uitgeputte jongen fietste voor de tweede keer naar Sleen.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf alle zn's op uit deze in:
De uitgeputte jongen fietste voor de tweede keer naar Sleen.

Slide 12 - Open vraag

Schrijf alle ww's op uit deze in:
De uitgeputte jongen fietste voor de tweede keer naar Sleen.

Slide 13 - Open vraag

Wat ging er goed?

Slide 14 - Open vraag

Waar moet je nog mee oefenen of een vraag over stellen aan mevrouw Eggens?

Slide 15 - Open vraag