Les 6. Misselijkheid en diarree

6. Misselijkheid en diarree

Opleiding doktersassistent
Leerjaar 2
Farmacologie
J. Witte, MEd
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6. Misselijkheid en diarree

Opleiding doktersassistent
Leerjaar 2
Farmacologie
J. Witte, MEd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe misselijkheid ontstaat en hoe dit behandeld kan worden.
2. Ik kan uitleggen hoe diarree ontstaat en hoe dit behandeld kan worden. 
3. Ik kan in het FK informatie opzoeken voer geneesmiddelen bij misselijkheid en diarree. Ik kan deze informatie vertalen in begrijpelijke taal voor de patiënt.

Slide 2 - Tekstslide

Lesvoorbereiding
Lees in je lesboek anatomie/fysiologie paragraaf 8.3 de maag en 8.4 de darmen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Soorten anti emetica
Peristaltiek opwekkers

serotonine antagonisten

remming braakcentrum hersenen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

FK: domperedon
1. Noem een alternatieve naam voor dit geneesmiddel.
2. Kijk bij 'samenstelling'. Wat betekent het driehoekje bij de namen van dit geneesmiddel?
3. Welke toedieningsvormen bestaan er?
4. Is behandeling met domperidon causaal of symptomatisch?
5. Met welk andere geneesmiddel kan domperidon ingenomen worden in geval van migraine?

Slide 11 - Tekstslide

FK: domperedon
6. Wat is het minimale gewicht van kinderen waarbij dit middel toegediend mag worden?
7. Hoe lang achter elkaar mag dit middel gebruikt worden?
8. Wanneer (tijdstip) moet dit middel ingenomen worden?
9. Wat is de meest voorkomende bijwerking van dit middel?
10. Als iemand ook antacida of maagzuurremmers gebruikt; wanneer moet dit middel dan ingenomen worden?

Slide 12 - Tekstslide

FK: domperedon
11. Een patiënt heeft recent een maagbloeding gehad. Mag hij/zij dit middel gebruiken?
12. Welke symptomen zie je bij een overdosis (ziek moeilijke woorden op!)
13. Beschrijf in eenvoudige taal hoed dit middel werkt.
14. Stel dat de pH in de maag verhoogd is: hoe beinvloedt dat de absorptie van dit middel in de maag?

Slide 13 - Tekstslide

FK: metoclopramide
1. Specialité naam?
2. Behoort tot de groep van de....
3. Toedieningsvorm: zetpil. Voordeel?
4. Indicaties (samenvatting)?
5. Hoe lang maximaal gebruiken?
6. Hoeveel tijd moet er minimaal tussen de doses in zitten?
7. Meest voorkomende bijwerking?

Slide 14 - Tekstslide

FK: metoclopramide
8. Niet samen met alcohol, omdat....?
9. Als je het samen met morfine neemt, dan.....?
10. Kijk bij 'waarschuwingen en voorzorgen'; wat zijn extrapiramidale symptomen? En wat is tardieve kinesie?
11. Mag je nog een auto rijden als je dit middel genomen hebt?
12. Hoe lang duurt het voordat de patiënt effect voelt?


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

FK: Zofran
1. Wat is de generieke naam?
2. Welke toedieningsvormen?
3. heb je een recept nodig?
4. Indicaties (samenvatting)?
5. Hoe moet de smelttablet uit de verpakking gehaald- en toegediend worden?
6. Meest - en vaak voorkomende bijwerkingen?

Slide 17 - Tekstslide

remming braakcentrum

verhoogde hersendruk
schedelbestraling

Haloperodol
Dexamethason

Slide 18 - Tekstslide

FK: Haloperidol
1. Onder weke groep geneesmiddelen valt dit middel?
2. Wat is de specialité naam?
3. Welke toedieningsvormen beschikbaar?
4. Indicaties (samenvatting)?
5. Kijk bij 'dosering; : wordt soms gedoseerd op geleide van bloedspiegel. Wat betekent dat?
6. Mag dit middel met cola ingenomen worden?

Slide 19 - Tekstslide

FK: Haloperidol
7. Meest voorkomende bijwerkingen?
8. Welke interactie heeft dit middel met morfine (opiaat)?
9. Is dit middel teratogeen?
10. Mag iemand met de ziekte van Parkinson dit middel gebruiken?

Slide 20 - Tekstslide

FK: dexamethason (systemisch)
1. Toedieningsvormen?
2. Staat misselijkheid en braken bij chemotherapie bij de indicaties?
3. Mag dexamethason capsule opgemaakt worden en gemengd worden met fruitsap? 
4. Lees bij bijwerkingen: 'psychische reacties'. Wat is 'euforie'?

Slide 21 - Tekstslide

FK: dexamethason (systemisch)
5. Waarom is dexamethason bij chemopatiënten goed tegen gewichtsverlies?
6. Tot weke groep geneesmiddelen behoort dit middel?
7. Waarom moet dexamethason afgebouwd worden alvorens te stoppen, dus niet in één keer gestopt worden?


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

FK: loperamide
1. Specialité naam?
2. Recept nodig?
3. Wat is de minimale leeftijd om dit middel te mogen nemen?
4. Hoe lang gebruiken bij acute diarree voor een arts te raadplegen?
5. Wanneer stoppen met dit middel?
6. Maximale gebruiksduur bij chronische diarree?

Slide 26 - Tekstslide

FK: loperamide
7. Is er een dosisaanpassing nodig voor ouderen?
8. Meest voorkomende bijwerkingen?
9. Waarom mag dit middel niet gebruikt worden bij een bacteriële enterocolitis (door invasieve organismen)?
10. Waarom dit middel niet gebruiken bij (sub)ileus)? wat is dat?
11. Mogen patiënten met PKU dit middel gebruiken? (wat is PKU?)

Slide 27 - Tekstslide

Om te onthouden
1. Er zijn vele soorten anti- emetica; inzet afhankelijk van oorzaak. Oorzaak uitvragen is dus erg belangrijk.
2. Let op interacties en bijwerkingen, vooral bij de geneesmiddelen die het serotonine systeem beïnvloeden.
3. Haldol is een antipsychoticum, maar de nevenwerking is ook onderdrukking van misselijkheid; let op juiste voorlichting!


Slide 28 - Tekstslide

Om te onthouden
4. Dexamethason niet te lang gebruiken i.v.m. eventueel ontstaan psychose.
5. Patiënt noemt ontlasting te snel diarree; goed uitvragen.
6. Bij diarree eerst voedingsadvies gericht op preventie uitdroging.


Slide 29 - Tekstslide

Om te onthouden
7. Bij te lang gebruik anti-diarree middelen kan sop (ernstige) obstipatie; advies om op tijd te stoppen belangrijk.
8. Bij langdurig gebruik kans op blijvende ernstige gecompliceerde obstipatie (b.v. bij mensen met verstandelijke beperking).


Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe misselijkheid ontstaat en hoe dit behandeld kan worden.
2. Ik kan uitleggen hoe diarree ontstaat en hoe dit behandeld kan worden. 
3. Ik kan in het FK informatie opzoeken voer geneesmiddelen bij misselijkheid en diarree. Ik kan deze informatie vertalen in begrijpelijke taal voor de patiënt.

Slide 31 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll