6.2 Om de macht

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe het streven naar particularisme de staatsinrichting van Nederland heeft beinvloed.
  • Je kunt de verschillen van inzicht tussen de staatsgezinden en Oranjegezinden benoemen en verklaren.
  • Je kent de kenmerken van het Franse absolutisme.
  • Je kunt de overeenkomsten en verschillen noemen tussen de staatsinrichting van de Republiek en die van Frankrijk.

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende Aspecten
  • Het streven van vorsten naar absolute macht.
  • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

Slide 4 - Tekstslide

Staten- Generaal
  • De Republiek der 7 Verenigde Nederlanden werd bestuurd door regenten. Dit waren mensen uit rijke (handels)families.
  • In de Republiek was de macht verdeeld tussen de Staten- Generaal en de Gewestelijke Staten. 
  • De Staten- Generaal bepaalden het buitenlandbeleid en landsverdediging van de Republiek.
  • De Staten- Generaal bestuurden ook Drenthe en de Generaliteitslanden. Dit waren de gebieden, in het zuiden, die na 1588 waren veroverd op de Spanjaarden

Slide 5 - Tekstslide

Gewestelijke Staten
  • In de Staten- Generaal zaten de vertegenwoordigers van de gewesteijke staten.
  • De gewesten hadden zoveel mogelijk autonomie,in elk gewest overheerste het particularisme. Elk gewest bepaalde wat goed was voor het eigen gewest, slechts enkele zaken werden op landelijk niveau geregeld.
  • Alle gewesten waren protestant, maar veel gewesten waren tolerant naar andere godsdiensten.

Slide 6 - Tekstslide

Stadhouder
  • Stadhouder was de legerleider van de Republiek.
  • De Republiek had 2 stadhouders, een stadhouder voor de Noordelijke Gewesten en een stadhouder voor de overige gewesten  Een stadhouder was altijd een lid van de familie van Oranje- Nassau.
  • Stadhouders benoemd door de Gewestellijke Staten in de praktijk voerden ze opdrachten van de Staten- Generaal uit. (landsverdediging).
  • In een aantal steden had de stadhouder veel macht, omdat hij stadbestuurders moch benoemen. Zo had de stadhouder ook invloed op de Gewestelijke Staten en de Staten- Generaal.

Slide 7 - Tekstslide

Raadspensionaris
  • De raadspensionaris was de woordvoerder van het gewest Holland in de Staten- Generaal.
  • Holland was veruit het rijkste gewest, dus de raadspensionaris was een hele machtige politcus.
  • De raadspensionaris bereidde de besluiten van de vergadering van de Staten- Generaal voor.
  • Eigenlijk was de raadspensionaris de hoogste politicus van de Republiek.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het Twaalfjarig- bestand
  • Binnen de Republiek had je 2 groepen:
  • De Oranjegezinden, olv stadhouder Maurits, zij wilden de oorlog tegen Spanje voortzetten.
  • De Staatsgezinden, olv raadspensionaris  Van Oldenbarnevelt, wilden vrede sluiten met Spanje.
  • Van Oldenbarnevelt kreeg in de Staten-Generaal een meerderheid. Spanje en de Republiek kwamen een wapenstilstand voor 12 jaar overeen, het Twaalfjarig Bestand.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het Twaalfjarig Bestand
  • In deze periode ontstond er een religieus conflict in de Republiek, in dit conflict had je 2 groepen in dit religieuze conflict.
  • Orthodoxen waaraan Maurits zich verbond
  • Gematigden waaraan Van Oldenbarnevelt zich verbond.
  • Er dreigde een burgeroorlog in de Republiek. Van Oldenbarnevelt gaf steden toestemming om soldaten in te huren om de rust te bewaren.
  • Maurits was het hier niet mee eens, en zag dit als ondermijning van zijn gezag als legerleider. Maurits liet Van Oldenbarnevelt oppakken.

Slide 12 - Tekstslide

Het Twaalfjarig Bestand
  • In een rechtszaak werd Van Oldenbarnevelt schuldig verklaard aan landverraad.
  • Van Oldenbarnevelt werd onthoofd op het Binnenhog in Den Haag.
  • Na de rechtszaak kregen de gematigde protestanten een ondergeschikte positie en namen de orthodoxe protestanten de macht in handen.
  • Gematigde dominees werden vervangen door orthodoxe dominees.

Slide 13 - Tekstslide

De Vrede van Münster
  • Aan het einde van het Twaalfjarig Bestand werd de oorlog tussen de Republiek en Spanje hervat. Het lukte Spanje niet om de Nederlanden te veroveren.
  • In 1646 begonnen de vredesbesprekingen en in 1648 werd er eindelijk een vrede gesloten, de Vrede van Münster. Alle Europese landen erkenden de Republiek als een soevereine staat.
  • Vlak voor de Vrede van Münster overleed de stadhouder, en werd opgevolgd door zijn zoon. Toen deze Willem overleed besloten de Staten- Generaal om geen opvolger te benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Absolutisme in Frankrijk
  • Onder Lodewijk XIV werd Frankrijk een absolute monarchie. Lodewijk had de macht gecentraliseerd. Hij had alle macht naar zich toegtrokken, en bepaalde alle staatszaken zelf.
  • Hij had de allerhoogste macht en hij had de macht zelf van God gekregen: Droit Divin. Lodewijk onderstreepte zijn macht door veel oorlog te voeren en door de bouw van Versailles.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Absolutisme in Frankrijk
  • De Franse minister van financiën, Colbert, voerde het economische systeem van het mercantilisme in. Volgens Colbert zou dit systeem Frankrijk economische voorspoed opleveren. Het mercantilisme hield in dat de eigen economie werd gestimuleerd en de import werd bemoeilijkt met onder andere importheffingen.
  • Lodewijk XIV vond ook dat zijn macht zich uitstrekte tot over het geloof van zijn onderdanen. Hugenoten (protestanten) kregen de keuze bekeren of vertrekken. Veel Hugenoten vertrokken naar de Nederlanden, waar ze bijdroegen aan de economische bloei van de Republiek. 

Slide 18 - Tekstslide

Het Rampjaar
  • Lodewijk XIV wilde de macht van de Republiek breken. Hiervoor sloot hij een verbond met oa Engeland, en in 1672 verklaarden ze de oorlog aan de Republiek: het Rampjaar.
  • Op zee won de Republiek van zijn tegenstanders maar omdat het landleger was verwaarloosd verliep de oorlog over land desastreus, mede omdat erg geen stadhouder was (en dus geen goed opperbevel).
  • De Fransen bezetten in korte tijd grote delen van de Republiek, hiervan kreeg de raadspensionaris, Johan de Witt, de schuld.

Slide 19 - Tekstslide

Het Rampjaar
  • De Witt had vooral gelet op de handelsbelangen en vond defensie minder belangrijk (en had daar dus flink op bezuinigd).
  • De Oranjegezinden was dat reden om De Witt en zijn broer op brute wijze te vermoorden in Den Haag.
  • Willem III werd alsnog tot stadhouder benoemd, en besloot om de Hollandse waterlinie in werking te zetten. Hierdoor konden de Fransen Holland niet verder veroveren.
  • Willem III bleef ook na het Rampjaar Frankrijk bevechten. Al deze oorlogen kostten veel geld, mede hierdoor eindigde de Gouden Eeuw.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video