werkwoorden

Wat zijn werkwoorden?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn werkwoorden?

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is ww.

In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.

Een werkwoord zegt 
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Voorbeelden van werkwoorden: 

Lopen             Zijn
Fietsen           Leren
Rennen          Eten
Koken             Voetballen

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden

Er zijn regels om die werkwoorden goed te schrijven.

Dit kan aan de hand van het werkwoord 'lopen'.


Slide 3 - Tekstslide

Theorie werkwoorden 


Er zijn werkwoorden met een onduidelijke betekenis zoals: hebben, zullen, kunnen, worden of zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

De persoonsvorm
Een soort werkwoord.
Er is altijd één persoonsvorm!

Slide 5 - Tekstslide

Verander de zin van tijd.
Vanochtend ging ik op tijd naar school.

Slide 6 - Open vraag

Verander de zin van tijd.
De minister bedankte zijn collega met een handdruk.

Slide 7 - Open vraag

Persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.  

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de zin?
De loempia's vliegen door de lucht.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
'Er worden zeventien katten gevoerd.'
Tekst

Slide 10 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
'Tien dagen per jaar is het feest in Hengelo.'

Slide 11 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de zin?
'Met hoeveel mensen mogen we tegenwoordig nog feest vieren?'

Slide 12 - Open vraag