5.3 Bronnen: Sterkten en zwakten van Nigeria

5.3 en 5.4 Bronnen: Sterkten en zwakten van Nigeria
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.3 en 5.4 Bronnen: Sterkten en zwakten van Nigeria

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 5.3
Aan het einde van de les:

Kun je de sterke en zwakke kenmerken benoemen van Nigeria


Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidszorg in Nigeria. Welke verschillen met Nederland zie je?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidszorg in Nigeria
  • Kenmerken gezondheidszorg in Nigeria:

  • Lage artsendichtheid
  • Lage lonen voor artsen, daarom vertrekken veel artsen naar buitenland: braindrain
  • Weinig apparatuur 
  • Overheid investeert niet in gezondheidszorg

Maak aantekeningen!!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs in Nigeria. Welke verschillen met Nederland zie je?
Maak aantekeningen!!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs in Nigeria
  • Kenmerken onderwijs in Nigeria:

  • Basisonderwijs is gratis
  • Overheid investeert niet in onderwijs
  • Tekort aan docenten, scholen, tekort aan materialen in klaslokaal etc
  • Gevolg: Veel analfabeten


Maak aantekeningen!!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisbehoeften
  • Basisbehoeften: Dingen die je nodig hebt om goed te leven 

  • 4 basisbehoeften:
  1. Onderwijs
  2. Onderdak
  3. Voedsel
  4. Gezondheidszorg


Maak aantekeningen!!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nigeria als afzetmarkt
  • Nigeria is aantrekkelijk voor bedrijven
  • Redenen / oorzaken:
1. Grote bevolking ( veel mensen, dus veel mensen kunnen producten kopen)
2. Het BNP stijgt ( lonen stijgen, mensen hebben dus meer geld om producten te kopen)

Maak aantekeningen!!
Hierdoor heeft Nigeria een grote afzetmarkt: Aantal klanten dat producten willen kopen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale ongelijkheid in Nigeria. Wat zie je?
Bon 5 toevoegen
Maak aantekeningen!!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote beroepsbevolking
  • Nigeria heeft een grote beroepsbevolking: 
Mensen die betaald werk (willen) doen  

  • Veel inwoners dus veel mensen die willen werken

  • Veel werkloosheid

Maak aantekeningen!!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking in Nigeria

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote beroepsbevolking
  • In Nigeria werken veel mensen in de dienstensector / landbouw

  •  Vooral in de informele sector: ongeschoold, slecht betaald werk in de dienstensector. Mensen betalen geen belasting. 

  • Omdat er veel werkloosheid is komen mensen terecht in de informele sector.


Maak aantekeningen!!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele sector
Schoenenpoetser
Straatverkoper

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Sterke en zwakke punten op een rij
Neem de tabel over in je schrift: 
Vul de volgende begrippen in op de juiste plek:
- Grote beroepsbevolking
- Grote afzetmarkt
- Energievoorziening
- Gratis basisonderwijs
- Investeringen in voortgezet onderwijs /  landbouw / gezondheidszorg
- Natuurlijke hulpbronnen
- Informele sector
- BNP per inwoner
- Infrastructuur
- Regionale ongelijkheid

Sterke punten
Zwakke punten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke en zwakke punten op een rij
Maak aantekeningen!!
Sterke punten
Zwakke punten
Grote beroepsbevolking
Energievoorziening
Grote afzetmarkt
Slechte investeringen onderwijs / landbouw en gezondheidszorg
BNP per inwoner
Regionale ongelijkheid
Natuurlijke hulpbronnen
Slechte infrastructuur
Gratis basisonderwijs
informele sector

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

afsluitende foto
Log in bij LessonUp voor de afsluiting!

Slide 18 - Tekstslide

Benodigdheden:
- gekleurde blaadjes voor lagen
- klei voor sedimentgesteente
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kaart laat de regionale ongelijkheid in Nigeria zien?

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afzetmarkt = Aantal klanten dat producten willen kopen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noorden van Nigeria
Zuiden van Nigeria
Armoede
Rijkdom
Lage lonen
Hoge lonen

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking: Mensen die betaald werk en vrijwilligers werk doen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nigeria heeft een grote afzetmarkt, dit is een zwak punt van Nigeria
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een basisbehoefte is iets wat je nodig hebt om goed te leven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het zuiden van Nigeria zijn de inkomens hoger dan in het noorden van Nigeria.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De informele sector behoort tot de dienstensector
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nadeel van de informele sector is dat mensen geen belasting betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies uit: Welk beroep behoort tot de informele sector
A
Bakker
B
Koerierdienst
C
Ober
D
Verpleger

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De infrastructuur in Nigeria is goed onderhouden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In arme landen werken de meeste mensen in de ....
A
Industrie
B
Landbouw
C
Dienstensector

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nigeria is een multiculturele samenleving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze landschappen komt niet voor in Nigeria?
A
Woestijn
B
Mangroven
C
Savanne
D
Regenwoud

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep elk landschap naar de juiste plaats op de kaart.
Regenwoud
Savanne
Mangroven
Steppe

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het noorden van Nigeria is de bevolkingsdichtheid het hoogst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste exportproduct van Nigeria?
A
Cacao
B
Rietsuiker
C
Aardolie
D
Rubber

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

80% van alle inkomsten van de overheid van Nigeria komt van de olie.
A
goed
B
fout

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet de export van Nigeria in 1962 en in 2017.
Zet de juiste omschrijvingen bij de kleuren in de legenda.
Brandstoffen
Landbouw-producten
Industrie-producten

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij:
'Het minder eenzijdig maken van de economie'?
A
Relativering
B
Neokolonialisme
C
Diversificatie
D
Corruptie

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke sector hoort het winnen en verwerken van aardolie?
A
Primaire (landbouw)sector
B
Secundaire (industrie)sector
C
Tertiaire (diensten)sector

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze is géén ontwikkelingskenmerk?
A
Bnp per inwoner
B
Onderwijs
C
Artsendichtheid
D
Grootte van huishoudens

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de kaart!
Laat deze kaart een sterkte of een zwakte zien van het land?
Sterkte
Zwakte

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding.
Is Nigeria volgens deze kaart een ontwikkeld land, groeiend land, of achterblijvend land?
A
Ontwikkeld
B
Groeiend
C
Achterblijvend

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand doet twee uitspraken:
I De olie-industrie is een sterkte van Nigeria.
II Landbouw is een sterkte van Nigeria.
Welke uitspraak is juist?

A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde!

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je klaar voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

Deze slide heeft geen instructies