Donderdag 18 februari

• Chinees
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Inhoud van vandaag:

• Wie maakt na de vakantie de toets?
• Huiswerk nakijken
• Kennen jullie de woordjes al? Even oefenen! 
• Grammatica van les 9 + Oefenen 

Na deze les...

• Kan je niet alleen in het Chinees vertellen of je broertjes/ zusjes hebt, maar dat ook aan iemand anders vragen; 
  
• Kan je het woordje 可是  [kěshì 'maar'] gebruiken; 
• Kan je het woordje 有 [yǒu 'hebben'] goed ontkennen (met 没 )
• Kan je op een nieuwe manier vragen stellen met de woordjes 'zijn' en 'hebben': dit doe je door:  ww-ontkenning-ww

Over de herkansing:

Donderdag na de vakantie:  4 maart, buiten de lestijden!

(exacte tijd onbekend, roosters nog niet definitief)

Wederom een LessonUp-toets. 

Ga jij de herkansingstoets maken
(of de toets inhalen)?

Ja

Nee

Huiswerk nakijken

Even oefenen...

ik

可是  kěshì 

• Betekent ...?

可是  kěshì 

• Betekent 'maar'.

可是  kěshì 

• Betekent 'maar'.
• Je gebruikt het net als in het Nederlands, 

       het staat dus na de komma. Bijvoorbeeld:

1.  我喜欢他，可是他不喜欢我。
2.  我姐姐喜欢学中文，可是她的中文不好。

Welk woord komt op de stippellijn?
我是荷兰人，......... 他是法国人。

1. 有
2. 没有
3. 可是
4. 不

Vertaal naar pinyin of karakters:
“Hij vindt haar leuk,
maar zij vindt hem niet leuk.”

Zet in de juiste volgorde:

他是

中文

可是

中国人

他的

不好

Aantallen

• In het Nederlands bedoel je met 'Ik heb een zus' dat je één zus hebt: 

Aantallen

• In het Nederlands bedoel je met 'Ik heb een zus' dat je één zus hebt: 
• Als je in het Chinees zegt '我有姐姐' dan kan je bedoelen: 

Aantallen

• In het Nederlands bedoel je met 'Ik heb een zus' dat je één zus hebt: 
• Als je in het Chinees zegt '我有姐姐' dan kan je bedoelen: 

1.  dat je één zus hebt;  of
2.  dat je meerdere zussen hebt. 

Aantallen

• In het Nederlands bedoel je met 'Ik heb een zus' dat je één zus hebt: 
• Als je in het Chinees zegt '我有姐姐' dan kan je bedoelen: 

1.  dat je één zus hebt;  of
2.  dat je meerdere zussen hebt. 

• Natuurlijk kan je ook specifiek zeggen dat je 3 zussen hebt: maar hoe je dat doet, leer je in les 10!

Vertaal:
"你有妹妹吗？"

1. “Heb jij zussen?”
2. "Heb jij een zus?"
3. "Heb jij zusjes?"
4. "Heb jij een zusje?"

有 yǒu 

• Betekent ...?

有 yǒu 

• Betekent 'hebben'

有 yǒu 

• Betekent 'hebben'
• Ik heb een broertje / Ik heb broertjes:

有 yǒu 

• Betekent 'hebben'
• Ik heb een broertje / Ik heb broertjes:      我有弟弟。
• Ontken je met:

有 yǒu 

• Betekent 'hebben'
• Ik heb een broertje / Ik heb broertjes:      我有弟弟。
• Ontken je met:  没； Ik heb geen broertje(s):  我没有弟弟。

有 yǒu 

• Betekent 'hebben'
• Ik heb een broertje / Ik heb broertjes:      我有弟弟。
• Ontken je met:  没； Ik heb geen broertje(s):  我没有弟弟。

Bijvoorbeeld：     你有哥哥吗？

                                     我没有哥哥。

Geef antwoord:
"你有姐姐吗？"

1. “我不有姐姐。”
2. ”我没有姐姐。“
3. ”我有姐姐。“
4. “我有没姐姐。”

Een nieuwe manier om 

ja/nee-vragen te stellen:

Je kan met de woordjes 

1. 有 yǒu 'hebben'
2. 是 shì  'zijn'

Een ja/nee-vraag stellen door：

     werkwoord  -  ontkenning  -  werkwoord

Een nieuwe manier om 

ja/nee-vragen te stellen:

Je kan met de woordjes 

1. 有 yǒu 'hebben'         "有没有"         'Heb jij...'
2. 是 shì  'zijn'                  "是不是"         'Ben jij...'

Een ja/nee-vraag stellen door：

     werkwoord  -  ontkenning  -  werkwoord

Dit maakt de zin vragend: je hebt dus geen 吗 nodig!

有

Heb jij broertjes?

1.  你有弟弟吗？
2. 你有没有弟弟？

是

Ben jij Amerikaans?

1.  你是美国人吗？
2.  你是不是美国人？

En?

Hebben jullie broertjes/zusjes?

Hoe vraag je dat aan iemand?

Hoe geef je antwoord?

Huiswerk

Lever dat vóór de volgende les in op Classroom!

(dus vóór dinsdag 2 maart [10:40?])

• karakters schrijven: blz. 19 en 20  (名字，可是，有，没有)
• opdrachten 4 + 6 maken: blz. 15

Wat heb je deze
les geleerd?

Wat wil je
nog leren?