Door klikkende geluiden te maken en de echo’s op te vangen van terugkaatsende geluiden, kunnen dolfijnen de grootte, vorm, afstand, snelheid en richting van objecten te weten komen. Die techniek, ook ‘echolocatie’ genoemd, gebruiken ze om vissen, inktvissen of andere prooidieren te vinden. Een tuimelaar kan wel duizend klikgeluiden per seconde maken.