De Vikingen

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 6-8

Vikingen 

Vikingen
Wat weet je al?

De Vikingen

We noemen ze ook wel de Noormannen. 

Ze wonen in Noorwegen, Zweden en Denemarken (= Scandinavië). 

Tussen 800 en 1100 zijn ze actief in heel Europa, vooral als woeste krijgers. 

De Noormannen zijn bekend om hun bloedige plundertochten.

Handelaren

-  niet alleen maar woeste krijgers.

- landbouw en handelaren. 

- Thuis erft de oudste zoon jongere zonen krijgen niets.

- gaan de zee op. Op hun tochten drijven ze handel.

-  ook rooftochten langs de kusten van Europa. 

Rooftochten

De Vikingen zijn bij ons vooral bekend vanwege hun plundertochten.

-overvol door bevolkingsgroei 

- niet genoeg voedsel verbouwd kon worden.

Geloof

-  meerdere goden.

- Odin was de oppergod en de God van strijd en wijsheid,

- Freya de Godin van liefde 

 -Thor de god van bliksem en kracht. 

Om de goden tevreden te houden, brachten de Vikingen offers. 

Soms zelfs mensenoffers. 

Uit welke drie landen kwamen de Vikingen?

1. Nederland, Noorwegen en Finland
2. Noorwegen, Finland en Denemarken
3. Duitsland, Zweden en Finland
4. Noorwegen, Zweden en Denemarken

Waarom gingen de Vikingen op plundertocht?

1. Dat moest van de koning
2. Scandinavië was overvol en er was een niet genoeg voedsel.
3. In Scandinavië was het te koud.
4. Ze waren bang voor de goden.

De Vikingen geloofden in?

1. 1 god.
2. Meerdere goden.
3. Geen god.
4. De zee.

Noem de 3 namen van de Goden.

Schepen

- beste scheepsbouwers van Europa.

- lange en smalle schepen met voorop  de kop van een draak. 

- konden ze snelle aanvallen doen. 

Woeste krijgers

- Een Viking geloofde dat als hij dapper streed, hij later in het Walhalla zou komen. 

- niet bang voor de dood. 

 -door de snelle schepen makkelijk te verplaatsen

- Dus moeilijk te verslaan 

Waarom waren de Vikingen zo moeilijk te verslaan?

1. Ze waren woest en onverschillig.
2. Ze waren niet bang en konden zich snel verplaatsen.
3. Ze hadden geheime wapens.
4. De goden hielpen de Vikingen mee.

Waarom hadden de schepen de kop van een draak?

1. Dan werden de geesten weggejaagd.
2. De draak hoorde bij de god Odin.
3. Dat vonden ze mooi.
4. Dat was het symbool van de goden

Vikingen
Wat weet je nu?