Inrichting van de verzorgingsstaat

Inrichting van de verzorgingsstaat
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inrichting van de verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken
-Opdracht 1: vragen 3 en 4
-Opdracht 2: vragen 2-7
-Opdracht 3

Bladzijden 78 en 79

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis ophalen
Wat wordt er bedoeld met de verzorgingsstaat?

Wat wordt er bedoeld met sociale wetgeving?

Wat houdt de 'gemengde economie' in?

Wat houdt het 'poldermodel' in?

Slide 3 - Tekstslide

Alledaagse taal:
Verzorgingsstaat:
-> verzorgen, zorgen voor
-> staat
-hij/zij staat
-staat als benaming voor een land

Sociale wetgeving:
-> sociaal= aardig/betrokken/behulpzaam zijn
-> wetten= regels waar we ons aan moeten houden

Vaktaal voor maatschappijleer:
->Een samenleving waarin de overheid (staat) zorgt voor alle burgers door ze te helpen in hun basisbehoeften.


-> wetten om de zwakkeren in de samenleving te beschermen (betrokkenheid/ behulpzaamheid richting de zwakkeren).

Slide 4 - Tekstslide

Alledaagse taal:
Gemengde economie:
-gemengd = door elkaar heen, verschillende soorten door elkaar
-economie = werken / geld verdienen/ bedrijven/ winst en verlies

Poldermodel:
-polder = weiland met slootjes, ondiepe gebieden met dijken.
-model = schema, structuur


Vaktaal voor maatschappijleer:
-> systeem van links en rechts dat in het midden uitkomt. De overheid heeft invloed (links) en de vrije markt (rechts) ook.

-> vroeger samenwerking tussen boeren, burgers en adel worden om gebieden te beschermen
-> nu samenwerking tussen overheid, werkgevers en werknemers over arbeidskwesties

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
1- Je weet wat 'solidariteit' betekent en hoe dat te koppelen is aan de verzorgingsstaat.
2-Je kan voorbeelden geven van wetten, instituties en instellingen die een onderdeel zijn van de verzorgingsstaat.
3- Je werkt in een groepje de nieuwe stof uit aan de hand van een opdracht.

Slide 6 - Tekstslide

Solidariteit
Solidariteit: gevoel van saamhorigheid en samen de consequenties dragen. (je bent solidair richting iemand)
-> de verzorgingsstaat komt vanuit solidariteit.

20e eeuw: solidariteit met bestaanszekerheid
21e eeuw: solidariteit met eigen verantwoordelijkheid

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Voorbeelden
*Wetten: zie boek bladzijde 59. Gaat over grondwet 1983.
*Instituties: 
-sociale zekerheid
-onderwijs
-gezondheidszorg
*Instellingen:

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht in groepjes
Je krijgt een nummer van mij en dan ga je met de mensen met hetzelfde nummer bij elkaar zitten.


-De kaartjes bestaan uit begrippen, uitleg van begrippen en voorbeelden die bij de begrippen passen.
-Het doel is de setjes bij elkaar zoeken met je groepje.

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

LessonUp

Ga naar www.lessonup.io
Voer de code en je eigen naam in.

Succes!

Slide 12 - Tekstslide

In de Industriële Revolutie namen de rijken initiatieven om de omstandigheden voor de armen beter te maken.
Waarom?
A
Ze waren bang voor bendes en verspreiding van ziekten
B
Ze wilden een goede naam krijgen
C
Ze waren bang voor opstanden en stakingen
D
Ze werden gedwongen om dat te doen.

Slide 13 - Quizvraag

Voor wie is de verzorgingsstaat?
A
Voor alle mensen die geld nodig hebben
B
Voor alle burgers
C
Voor alle mensen die werkloos zijn
D
Voor alleen de mensen die onder het minimumloon zitten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de correcte uitleg van het begrip sociale wetgeving?
A
Wetten om de zwakkeren in de samenleving te beschermen
B
Wetten die voor de basisbehoeften van iedereen zorgen
C
Een systeem waarbij er naar alle burgers wordt gekeken en ervoor wordt gezorgd
D
Wetgeving die voor mensen in de sociale beroepen gelden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een passend voorbeeld bij het begrip poldermodel?
A
Een afspraak tussen de overheid en vakbonden van werkgevers en werknemers
B
De Tweede Kamer dat lang debatteert over een onbetrouwbare minister
C
De werknemer die met zijn baas overlegd over een salarisverhoging
D
Een leerling die zijn cijfer komt beklagen bij de docent

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin over de gemengde economie is onjuist?
A
Het is een compromis tussen een links ideaal en een rechts ideaal
B
De overheid en de markt hebben beide invloed op het systeem
C
Eerst had de vrije markt het voor het zeggen, daarna ook de overheid steeds meer
D
Dit systeem zorgde voor minder politieke stabiliteit

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de grootste uitdaging van de verzorgingsstaat?
A
Of er wel genoeg draagvlak is
B
Of de overheid nu niet te veel macht heeft
C
Of het wel betaalbaar is
D
Of de vrije markt nu te veel macht heeft

Slide 18 - Quizvraag

Solidariteit is:
A
Mensen accepteren ook al hebben ze andere waarden dan jij
B
Altijd zo veel mogelijk mensen het ergens mee eens laten zijn
C
De ultieme middenweg tussen politiek links en rechts
D
Gevoel van saamhorigheid en samen consequenties dragen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen gebied waaruit de verzorgingsstaat werkt?
A
Veiligheid en Justitie
B
Gezondheidszorg
C
Onderwijs
D
Sociale zekerheid

Slide 20 - Quizvraag

Maken 
Bladzijden 83 en 84:
-Opdracht 6 vragen 1 t/m 8
-Opdracht 7

Vraag? Steek even je hand op.
Klaar? Maak opdracht 8
Na de tijd kijken we het na.
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Tot slot

Goed gewerkt!


Tot volgende week!

Slide 22 - Tekstslide