2TOP trema/ accent/ apostrof

H5.8 havo/ H4.9 vwo 
Trema/ apostrof/ accent(alleen vwo)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5.8 havo/ H4.9 vwo 
Trema/ apostrof/ accent(alleen vwo)

Slide 1 - Tekstslide

Woorden met een trema

Slide 2 - Woordweb

Trema
1. alleen bij uitspraakprobleem
- op de letter waar klank verandert
vb. ruïne/ vacuüm/ geïrriteerd
MAAR
buiig/ geoefend

Slide 3 - Tekstslide

Trema
2. In het mv van zn op -ee

vb. zeeën
feeën

Dus op de -e waar klank verandert!

Slide 4 - Tekstslide

Trema
3. (vaak) in het mv van zn op -ie
- klemtoon op -ie -> + ën
- klemtoon niet op -ie -> + n (trema op laatste ë)

Slide 5 - Tekstslide

Klemtoon op -ie

+ ën (dus extra -e)

vb. KNIE - knieën
meloDIE - melodieën
geNIE - genieën
klemtoon niet op -ie

+ n (trema op laatste e)

vb. bacTErie - bacteriën
koLOnie - koloniën
POrie - poriën

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een trema? Noem drie regels.

Slide 7 - Open vraag

apostrof

Slide 8 - Woordweb

Theorie (apostrof)
Je gebruikt een apostrof:
- bij bezitsaanduidingen van woorden die eindigen op een sis-klank of een lange klinker met één letter
Max' fiets, Anna's puntenslijper
- na cijfers, afkortingen en afleidingen
vmbo'er, A4'tje, mp3'tje
- als één of meerdere letters zijn weggelaten 
's Morgens heb ik 'm nog in 't buurthuis gezien.

Slide 9 - Tekstslide

Welke namen hebben (als ze een bezitsaanduiding zijn), géén apostrof nodig?
A
Gaby
B
Naomi
C
Dennis
D
Marieke

Slide 10 - Quizvraag

Noem drie woorden met verschillende accenten (é è ê)

Slide 11 - Open vraag

Theorie (accent)
Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt.

Wij gebruiken drie accenttekens in Nederland:
- accent aigu (streepje naar rechts): cliché
- accent grave (streepje naar links): barrière
- accent circonflexe (dakje): enquête

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: première
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: decolleté
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: crêpe
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 15 - Quizvraag