10.4 stamboom van het leven

10.4 stamboom van het leven
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

10.4 stamboom van het leven

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen 10.4
  • Je kunt uitleggen welke theorieën er zijn over het ontstaan van het leven.
  • Je kunt uitleggen hoe het leven zich heeft ontwikkeld. 
  • Je kunt uitleggen wat analoge en homologe organen zijn en wat dit betekent voor het verklaren van evolutie.
  • Je kunt een evolutionaire stamboom aflezen.

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt uitleggen welke theorieën er zijn over het ontstaan van het leven.

Slide 3 - Tekstslide

10.4 Stamboom van het leven
Aarde 4,6 miljard jaar oud
Vroegste fossielen: 3,5 miljard jaar oud
Tussen 4,6-3,5 miljard jaar geleden: onstaan van cellen, maar hoe? 

Lees in het boek blz 66/67, ontstaan van het eerste leven.

Slide 4 - Tekstslide

Geef eens een omschrijving van de omstandigheden op de oeraarde:

Slide 5 - Open vraag

Hoe noemen we de opvatting dat een bovennatuurlijke schepper verantwoordelijk is voor al het leven?

Slide 6 - Open vraag

Je kunt uitleggen hoe het leven zich heeft ontwikkeld. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn prokaryoten?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn eukaryoten?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Endosymbiosetheorie: BiNaS 78 en  94C
3 miljard jaar geleden: autotrofe prokaryoten die aan fotosynthese deden om organische stoffen te maken : cyanobacteriën --> chloroplasten

2,5 miljard jaar geleden: heterotrofe prokaryoten die zuurstof gebruikten voor verbranding --> mitochondriën 
Ontstaan van heterotrofe eukaryoot --> dierlijke cel
Ontstaan van autotrofe eukaryoot --> plantaardige cel
bekijk de animatie met de link in de volgende slide.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

- 1,5 miljard jaar geleden: ontstaan van meercellige organismen
- 600 miljoen jaar geleden: ontstaan van eerste dieren 
- 300 miljoen jaar geleden: ontstaan zoogdieren
- 200.000 jaar geleden: ontstaan mens

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de endosymbiose theorie? (zie bron 20 op pagina 67)
A
Verklaring hoe meercelligen zijn ontstaan uit eencelligen
B
verklaring hoe eukaryoten zijn ontstaan uit prokaryoten

Slide 16 - Quizvraag

Zet de stappen van de endosymbiose theorie in de juiste volgorde.
Prokarypten nemen zuurstof gebruikende bacteriën op. 
Prokarypten nemen foto-autotrofe bacteriën op. 
Er ontstaan verschillende typen prokaryoten.
Er ontstaan mitochondriën en chloroplasten

Slide 17 - Sleepvraag

Wat zijn argumenten voor de endosymbiose theorie? meerdere antw mogelijk
A
Mitochondriën en chloroplasten hebben eigen DNA
B
Mitochondriën en chloroplasten delen zoals bacteriën.
C
Mitochondriën en chloroplasten hebben bacterieel DNA
D
Mitochondriën en chloroplasten delen niet.

Slide 18 - Quizvraag

Je kunt uitleggen wat analoge en homologe organen zijn en wat dit betekent voor het verklaren van evolutie.

Slide 19 - Tekstslide

- Soorten indelen in stambomen: eerst op grond van bouw, en vorm, nu DNA-onderzoek (homologe genen)
- Homologe organen: zelfde bouwplan dus nauw verwant, andere functie bijv. voorpoot mol en voorpoot kat
- Analoge organen: niet zelfde bouwplan dus niet nauw verwant, maar zelfde functie bijv. vleugel vlinder en vleugel meeuw. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een analoog en een homoloog orgaan?

Slide 26 - Open vraag

De graafpoten van een mol en een veenmol zijn voorbeelden van...(beestjes even googelen)
A
analoge organen
B
homologe organen

Slide 27 - Quizvraag

Analoge organen duiden op een nauwe verwantschap (ze delen een gemeenschappelijke voorouder = vaak een uitgestorven soort)
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag


A
Homoloog
B
Analoog
C
Rudimentair

Slide 29 - Quizvraag


A
Homoloog
B
Analoog
C
Rudimentair

Slide 30 - Quizvraag

Opzoekvraag!!
Onze blinde darm is een...
A
homoloog orgaan
B
analoog orgaan
C
rudimentair orgaan
D
adaptief orgaan

Slide 31 - Quizvraag

Je kunt een evolutionaire stamboom aflezen.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Welke van de volgende
cladogrammen (stambomen) geeft weer dat de chimpansee meer verwant is met de mens
dan met de gorilla?
A
stamboom 1
B
stamboom 2
C
stamboom 3
D
geen van deze stambomen

Slide 40 - Quizvraag

Stamboom slangen.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 41 - Quizvraag

Stamboom slangen.

Welk soort is niet uitgestorven?
A
1
B
7
C
4
D
6

Slide 42 - Quizvraag

Stamboom slangen.
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 43 - Quizvraag

Stamboom slangen.

Welk soorten hebben giftanden?
A
1, 2 en 5
B
1, 2, 3, 4, 6
C
alleen soort 5
D
5 en 6

Slide 44 - Quizvraag

Huiswerk
lees en maak par. 10.4

Slide 45 - Tekstslide