Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
6.2 Stroomkringen
Tekst
De stroomkring
Je hebt nodig: laptop, aantekeningenschrift, etui
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tekst
De stroomkring
Je hebt nodig: laptop, aantekeningenschrift, etui
Slide 1 - Tekstslide
Planning:
Statische elektriciteit
Elektrische verschijnselen
Geleiders en isolatoren
Stroomkring
Afsluiting
Leerdoelen:
-Ik kan het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen.
-Ik kan een schakelschema tekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Planning:
- uitleg par. 6.2
leerdoelen :
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Geleiders en isolatoren.
Voorbeelden van geleiders zijn:
koper zilver
ijzer lood
staal zink
nikkel brons
goud koolstof
Een geleider is een stof die een elektrische stroom
goed
doorlaat.
6.2 stroomkringen
Slide 6 - Tekstslide
Geleiders en isolatoren.
Voorbeelden van isolatoren zijn:
hout steen
plastic kurk
papier marmer
glas perspex
rubber zuiver water
Een isolator is een stof die elektrische stroom niet doorlaat.
6.2 stroomkringen
Slide 7 - Tekstslide
6.2 stroomkringen
Om een elektrisch apparaat te laten werken sluit je deze met een snoer aan op een spanningsbron.
Er gaat een elektrische stroom lopen.
De elektrische stroom transporteert de elektrische energie naar het apparaat.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
De elektrische stroom loopt van de
pluspool naar de minpool van
de spanningsbron.
Op school gebruik je meestal een voedingskastje als spanningsbron
6.2 stroomkringen
Slide 10 - Tekstslide
Met een schakelaar kun je de stroomkring openen of sluiten.
Er zijn drukschakelaars (deurbel)
en aan/uit schakelaars(lamp/tv).
6.2 stroomkringen
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer kan stroom lopen?
A
Bij een open stroomkring
B
Bij een gesloten stroomkring
C
Bij een gesloten én een open stroomkring
D
Weet ik niet
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring
Slide 13 - Quizvraag
Welke stof is een geleider?
A
aluminium
B
glas
C
pvc
D
rubber
Slide 14 - Quizvraag
Welke stof is een isolator
A
Aluminium
B
glas
C
koolstof
D
staal
Slide 15 - Quizvraag
Schakelingen tekenen
Een schakeling bestaat uit elektrische onderdelen die met elkaar zijn verbonden.
Schakeling
6.2 stroomkringen
Elektrische onderdelen zijn bijvoorbeeld een spanningsbron, een lampje en een schakelaar.
De draden verbinden deze onderdelen.
Slide 16 - Tekstslide
Elektrische symbolen
De rechter symbolen moet je kunnen herkennen en tekenen.
6.2 stroomkringen
Slide 17 - Tekstslide
Schakelingen tekenen
Schakelschema
met symbolen
Om een tekening te maken van een schakeling gebruik je symbolen.
Een eenvoudige tekening van een schakeling noem je een schakelschema.
6.2 stroomkringen
Schakeling
Slide 18 - Tekstslide
De hoeveelheid stroom kun je meten.
Een stroommeter noem je ook wel een ampèremeter.
Dit doe je met een stroommeter. Een stroommeter meet de
stroomsterkte.
(grootheid).
De eenheid van stroomsterkte is
Ampère (A).
6.2 stroomkringen
Slide 19 - Tekstslide
Een ampèremeter sluit je aan door deze in de stroomkring te plaatsen.
6.2 stroomkringen
Slide 20 - Tekstslide
Een ampèremeter heeft een plus en een min aansluiting. De plusaansluiting moet aan de pluskant van de batterijen.
6.2 stroomkringen
GOED
FOUT
+
-
-
+
Slide 21 - Tekstslide
Meetbereik
Als je gaat meten moet je eerst het grootste meetbereik kiezen.
Het meetbereik is het gebied waarin gemeten kan worden.
6.2 stroomkringen
Slide 22 - Tekstslide
Wat meet je met een ampèremeter
A
de stroommeter
B
stroomsterkte
C
volt
D
spanning
Slide 23 - Quizvraag
Waarmee meet je de stroomsterkte?
A
Voltmeter
B
Amperemeter
C
Thermometer
D
megameter
Slide 24 - Quizvraag
Schakelingen
Als je deze symbolen gebruikt kun je een schakelschema tekenen.
Hierin geef je schematisch aan hoe een schakeling er uit ziet.
Slide 25 - Tekstslide
Wat geeft dit symbool aan?
A
Voltmeter
B
Amperemeter
C
Lampje
D
Schakelaar
Slide 26 - Quizvraag
Wat geeft dit symbool aan?
A
Voltmeter
B
Amperemeter
C
Lampje
D
Schakelaar
Slide 27 - Quizvraag
In een schakelschema is dit het symbool voor een....
A
batterij
B
lamp
C
amperemeter
D
schakelaar
Slide 28 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke onderdelen heb je nodig om deze schakeling te maken?
A
een spanningsbron, een led, een schakelaar en 3 draden
B
een spanningsbron, een lamp, een schakelaar en 2 draden
C
een spanningsbron, een meter, een schakelaar en 3 draden
D
een spanningsbron, een lamp, een schakelaar en 3 draden.
Slide 29 - Quizvraag
Practicum 2: phet.colorado.edu
Slide 30 - Tekstslide
practicum 2:
Bouw de opstelling en maak een foto
Slide 31 - Open vraag
Huiswerk
Bestudeer paragraaf 6.2
Maak de vragen van paragraaf 6.2 , ( nakijken , bijwerken en inleveren in Classroom)
Leerdoelen ?
6.2 stroomkringen
Slide 32 - Tekstslide
Ik kan het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 33 - Poll
Ik kan een schakelschema tekenen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 34 - Poll
Meer lessen zoals deze
6.2 - stroomkringen
June 2024
- Les met
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
6.2 Stroomkringen
March 2025
- Les met
31 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.2 - stroomkringen
May 2024
- Les met
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
6.2 Stroomkringen
April 2023
- Les met
39 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Overal1-2 VH hfst 6.2
March 2025
- Les met
32 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.2 Stroomkringen
January 2025
- Les met
27 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.2 Stroomkringen
April 2023
- Les met
30 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.2 Stroomkringen
July 2024
- Les met
31 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2