Les 25 - spelling PW1

Welkom
Ga rustig zitten
Pak je Chromebook
Pak je Nederlands boek
Pak je etui
Pak je leesboek
Ga lezen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig zitten
Pak je Chromebook
Pak je Nederlands boek
Pak je etui
Pak je leesboek
Ga lezen

Slide 1 - Tekstslide

Weektaak
Opdrachten Google Classroom
Opdrachten boek 2.8 opdracht 4, 5, 6, 7.
Opdrachten boek 3.8 opdracht 3, 4, 5.

Kunstverslag

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

Schrijven van de pv tt

Slide 4 - Tekstslide

Verleden tijd
klankveranderende werkwoorden

Klankveranderende werkwoorden of onregelmatige werkwoorden

ik loop / ik liep
ik beweeg / ik bewoog
ik heb / ik had

Slide 5 - Tekstslide

Klankvaste werkwoorden
Klankvaste werkwoorden of regelmatige werkwoorden;

Ik fiets / ik fietste
ik vis / ik viste
Ik voel / ik voelde

Slide 6 - Tekstslide

Instructie klankvaste werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd
Kofschipregel ('t ex-kofschip/'t sexy fokschaap)

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld voltooid deelwoord - sterk werkwoord:
  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen
  • Voorbeeld voltooid deelwoord - zwak werkwoord:
  • gemaakt
  • gegooid
  • verhuisd
Voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

't Kofschip of maak langer

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
- gewoon bijvoeglijk naamwoord
- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid of onvoltooid deelwoord

Slide 12 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.   

De blauwe schoen.


Slide 13 - Tekstslide

Dian schreef een keurige mail.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
schreef
B
een
C
keurige
D
Dian

Slide 14 - Quizvraag

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal het zelfstandig naamwoord gemaakt is. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt op -en. 

Een zilveren ring


Uitzondering: Als het bewerkt materiaal is, schrijf je alleen het woord.
De tas is van plastic.
Het is een plastic tas. Dus geen plasticEN tas. 

    Slide 15 - Tekstslide

    Wij hebben thuis een eiken tafel en een rieten dak. Wat zijn stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden?
    A
    Thuis en dak
    B
    Eiken en rieten
    C
    hebben en tafel

    Slide 16 - Quizvraag

    Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    Je kunt ook een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
    Het eten is aangebrand
     Het aangebrande eten.

    Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

    Slide 17 - Tekstslide

    Weektaak
    Als je op schema loopt, heb je deze les t/m opdracht 7 van het document af.
    Én 4.9 opdracht 3, 4.
    Klaar? --> werk aan het kunstverslag.

    Slide 18 - Tekstslide