Hst 24 Formeel Informeel

Hst 24 
Leerdoel: het onderscheid kunnen maken tussen formeel en informeel taalgebruik zodat je dat in de juiste situatie kunt gebruiken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hst 24 
Leerdoel: het onderscheid kunnen maken tussen formeel en informeel taalgebruik zodat je dat in de juiste situatie kunt gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Aanpak
Instructie
Tussendoor actieve deelname van beide kanten

Zorg dat je boek bij de hand hebt! 

Slide 2 - Tekstslide

Formeel

Voldoet aan regels
Zakelijk
Deftig
Zoals het hoort 
Vooral buitenshuis
Zakelijke situaties
Informeel

Persoonlijk
Losser
Niet-zakelijke situaties
Niet-officiële situaties
Met vertrouwde mensen

Slide 3 - Tekstslide

FORMELE tekst 
  • Woorden volledig uitschrijven
  • Niet vloeken, geen straattaal of modewoorden
  • Spelling, grammatica en interpunctie kloppen (moet correct)
In een brief of e-mail:
  • u-vorm
  • formele aanhef (beste, geachte etc.) en afsluiting (met vriendelijke groet)
  • Wees beleefd, niet te direct of kortaf
  • Geef wel alle informatie die nodig is (wees volledig) 

Slide 4 - Tekstslide

formeel of informeel?
Hallo mevrouw Willemse, Mijn opa is jarig. Mag ik vrij? Groetjes Lana
A
Formeel
B
Informeel

Slide 5 - Quizvraag

formeel of informeel?

Geachte mevrouw Willemse, Onze klas is erg benieuwd naar de cijfers. Zou het u lukken de proefwerken zo snel mogelijk na te kijken? Met vriendelijke groet, Yunus
A
Formeel
B
Informeel

Slide 6 - Quizvraag

Welke fout zit hier in?

Geachte mevrouw Willemse, Onze klas is erg benieuwd naar de cijfers. Zou het u lukken de proefwerken z.s.m. na te kijken? Met vriendelijke groet, Yunus
A
Een mail moet met 'ik' beginnen
B
Yunus moet zijn achternaam noemen
C
z.s.m. moet uitgeschreven worden (zo snel mogelijk)
D
Je mag een docent niet mailen

Slide 7 - Quizvraag

Waarom gebruiken advocaten, notarissen en rechters heel formeel taalgebruik?

Slide 8 - Open vraag

Kijk naar vraag 1, blz 98
Lees de fragmenten a, b, c op blz. 98/99 (blauwe letters)
Rangschik de fragmenten a, b, c van informeel naar formeel

Slide 9 - Tekstslide

Maak hier een formele zin van:
Ik vind het echt mega debiel dat ik de les werd uitgegooid. Ik deed wel mee!

Slide 10 - Open vraag

Fouten die vaak gemaakt worden in formele situaties 
Niet kunnen kiezen: formeel en informeel door elkaar
Heel ouderwetse woorden gebruiken (ouderwets is niet hetzelfde als formeel, al waren mensen vroeger wel formeler) 
Hypercorrectie: ten onrechte iets corrigeren

Slide 11 - Tekstslide

Welke fout wordt gemaakt?
He ouwe, ff doorlopen (tegen iemand die je niet kent bij de kassa)
A
te formeel
B
te informeel
C
hypercorrectie
D
ouderwets

Slide 12 - Quizvraag

Welke fout wordt gemaakt?
Geachte bol.com, kunt u misschien toelichten waarom u zulke shitzooi verkoopt?
A
formeel en informeel door elkaar heen
B
te informeel
C
hypercorrectie
D
ouderwets

Slide 13 - Quizvraag

Welke fout wordt gemaakt?
De voorzitter sprak: "ik wil graag een extra pauze ingelasten in deze vergadering"
A
formeel en informeel door elkaar heen
B
te informeel
C
hypercorrectie: het is inlassen
D
ouderwets: je zegt tegenwoordig meeting

Slide 14 - Quizvraag



Maak van deze whatsapp een formeel bericht 


Slide 15 - Tekstslide

Dit was het voor vandaag! 

Je hebt het verschil geleerd tussen formele en informele berichten
Je herkent formeel en informeel taalgebruik 

Slide 16 - Tekstslide