Leerjaar 2 Periode 3 Glazenwassen Pro Schoonmaak les 4

• Wereldoriëntatie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Glazen wassen: Les 4

doel: Aan het eind van deze les weet je:

1. Hoe je de ramen/glazen moet wassen: welke techniek je gebruikt

2. Waarom je deze techniek gebruikt

3. Welke benodigdheden je moet gebruiken

4. Enkele aandachtspunten

5. Dat je zelf alles moet pakken en weer opruimen

Wat heb je nodig?

- Een werkjas  en koppel      

-Emmer

-Spons en zeem

-Zeem

-Raamwisser

-Interieurreinigingsmiddel

-Trap

koppel

Werkvolgorde:

-Doe de werkjas aan  en daarna de koppel

-Pak de raamwisser, spons en zeem en doe ze in de koppel

-Pak een droge dweil

-Pak een emmer en doe er 4 liter water in en daarna het reinigingsmiddel

Aandachtspunt:

-Eerst het water in de emmer en dan pas het reinigingsmiddel

-Lees op het etiket hoeveel reinigingsmiddel je nodig hebt.

(te weinig: maakt niet goed schoon)

(te veel: schuimt te veel en slecht voor het milieu)

Vervolg werkvolgorde

- Pak de trap en zet die bij het raam

- Pak de dweil en leg die tegen de onderzijde van het kozijn

- Doop de spons en zeem en wring uit en doe ze in de koppel

-Ga op de juiste hoogte staan en was met de spons de bovenste helft van het raam

-Spoel je spons uit en was met de spons de onderste helft van het raam

Vervolg werkvolgorde

-Maak met de raamwisser het bovenste deel van het raam droog

-Maak de raamwisser droog met de zeem (daarna herhalen bij het onderste deel)

-Maak met de zeem het kozijn droog

-Zet de trap weg

-Haal de dweil weg en droog de onderzijde van het kozijn

-Controleer je werk (zie je nog vuil of strepen?)

Hoe ruim ik op?

-Wring de spons uit en leg hem op de vaste plek in de werkkast

-Wring de zeem uit en hang hem aan het droogrek

-Giet de emmer leeg en spoel om

-Leg de raamwisser op de vaste plek in de werkkast

-Leg de koppel op de vaste plek in de werkkast

-Hang je werkjas op de vaste plek en controleer je werk

-Doe het licht uit en sluit de werkkast.

Werk altijd netjes: dat is veilig

Altijd of vaak gevaarlijk werk

koks 58,8

vrachtwagenchauffeurs 56,8

procesoperators 56,6

buschauffeurs en trambestuurders 56,6

politie en brandweer 55,4

bouwarbeiders afbouw 53,7

dekofficieren en piloten 45,8

loodgieters en pijpfitters 45,6

bedieners mobiele machines 45,1

Eerst voordoen dan 1x oefenen en daarna de toets

Hoe scoor ik een 10?

1. Ik loop rustig mee naar het zorglokaal (1p)

2. Werkjas aan en koppel om (1p)

3. Zeem, spons en trekker in de koppel (1p)

4. Dweil en emmer pakken (1p)

5. Emmer vullen + reiningingsmiddel toevoegen (1p)

6. Trap bij het raam zetten, dweil eronder (1p)

7. Raam goed wassen met de goede techniek (2p)

8. Spullen goed opruimen op de goede manier (2p)