T6, BS1: Bloemen

Thema 6:
Voortplanting bij planten en dieren
Bs 1: Bloemen
Bs 2: Bestuiving
Bs 3: Bevruchting
Bs 4: Vruchten  en zaden
Bs 5: ongeslachtelijke voortplanting
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Thema 6:
Voortplanting bij planten en dieren
Bs 1: Bloemen
Bs 2: Bestuiving
Bs 3: Bevruchting
Bs 4: Vruchten  en zaden
Bs 5: ongeslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Lesplan
  • Voorstellen
  • Uitleg basisstof 1: Bloemen
  • Opdracht samen maken 
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
  • Wat? Noteer voor jezelf waar je aan denkt bij het thema voortplanting bij planten en dieren 
  • Hoe? Je mag je boek en je laptop gebruiken om informatie op te zoeken
  •  Tijd? 4 minuten 
  • Hulp? Geen, je voert de opdracht zelfstandig uit
  • Klaar? Lees basisstof 1 van thema 6
timer
4:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je: 
  • De delen van een bloem benoemen 
  • De kenmerken en functies van de bloem benoemen

Slide 4 - Tekstslide

De bouw van een bloem
Hiernaast zie je een schematische tekening van een bloem.

Veel bloemen bestaan uit een
Mannelijke deel en een 
Vrouwelijke deel

Slide 5 - Tekstslide

Helmhokje
Mannelijk onderdeel van bloem.
Produceert stuifmeel.
Kroonblad
Gekleurd of groen onderdeel van bloem.
Gekleurd en groot bij insectenbloem. Trekt insecten aan.
Groen (onopvallend) of afwezig bij windbloem.
Zaadbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de eicellen van de bloem in de zaadbeginsels, om zaden te maken bij bestuiving.
Kelkblad
Groene bladeren die om de knop van een bloem heen zit ter bescherming. Blijven als kleine groene bladeren onderaan de bloem zichtbaar of vallen af.
Stempel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Stempel is bovenste deel van de stamper. Vangt de stuifmeelkorrels op.
Vruchtbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de zaadbeginsels in.
Bloemsteel
Deel waarmee de bloem vastzit aan de rest van de plant.

Slide 6 - Tekstslide

Bouw van bloem

Slide 7 - Tekstslide

Meeldraad
De meeldraad is het mannelijke deel van de bloem. 

De meeldraad bestaat uit de helmdraad en helmknop (met stuifmeelkorrels). 

Slide 8 - Tekstslide

Stamper

Slide 9 - Tekstslide

Begrippenlijst basisstof 1:
  • Bloemkelk/kelkbladeren = Groen van kleur en beschermt de knop van de bloem tegen uitdroging en kou
  • Bloemkroon/kroonbladeren = grote en/of opvallende kleur bladeren van de bloem om insecten te lokken.
  • Meeldraden = mannelijk voortplantingsorgaan
  • Helmdraad/Helmknop/helmhokjes = onderdelen van het mannelijke voortplantingsorgaan. De helmhokjes maakt stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen). 
  • Stamper = gehele vrouwelijke geslachtsorgaan.
  • Stempel = bovenkant stamper waar stuifmeelkorrels op terecht komen
  • Stijl = lijdt de stuifmeelkorrels van stempel naar het vruchtbeginsel
  • Vruchtbeginsel = bevat een of meerdere zaadbeginsels
  • Zaadbeginsel(s) = bevat een eicel met een celkern
  • Eicel = vrouwelijke geslachtscel

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maak 6 opdrachten van basisstof 1
  • Hoe? Op je laptop OF in je boek 
  • Tijd? 10 minuten de tijd
  • Hulp? Steek je vinger op 
  • Klaar? Ga verder met de opdrachten van basisstof 2

Huiswerk = 6 opdrachten van basisstof 1
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3, Bs 1
  • De meeldraden zijn de mannelijke/ vrouwelijke voortplaningsorganen en de stampers zijn de mannelijke/vrouwelijke voortplantingsorganen van een plant
  • De mannelijke geslachtscellen van een plant heten ................3..................                                               ze worden gevormd in ..............4............... die zich bevinden in de ...........5...........
  • Een vrouwelijke geslachtscel heet een ...............6............                                                                              Deze wordt gevormd in een ..............7............ dat zich bevind in het ..........8............
  • Heeft een eicel een celkern? Ja/nee
  • Heeft een stuifmeelkorrel een celkern? Ja/nee 
  • Een ander woord voor stuifmeel is ...............11............

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling
  • Wat is het mannelijke geslachtsorgaan van de bloem?
  • Wat is het vrouwelijke geslachtsorgaan van de bloem?
  • Wat is het verschil tussen het vruchtbeginsel en het zaadbeginsel?
  • Wat is ht verschil tussen kelkbladeren en kroonbladeren?

Slide 13 - Tekstslide

Memorie 
  • Wat? Ga in groepjes van max 6 personen de memorie doen
  • Hoe? Haal bij de docent een set op 
  • Hulp? Steek je vinger op
  • Tijd? 7 minuten 
  • Klaar? Speel de memorie nog een keer OF ga aan de slag met de huiswerkopdrachten  

Slide 14 - Tekstslide

Tot volgende week!
Tot volgende week!
Huiswerk volgende week: 
  • 8 opdrachten basisstof 2

Slide 15 - Tekstslide