1. Een leuke herinnering aan de Franse les dit jaar
(Bijvoorbeeld: een spelletje dat je leuk vond, een grappig moment, iets wat je goed kon).
2. Je favoriete Franse woord of zin
(Bijvoorbeeld: “croissant”, “je m’appelle...”, “j’adore le chocolat”) – leg eventueel uit waarom je dat woord leuk vindt.
3. Wat je in de zomervakantie in het Frans zou kunnen zeggen
(Bijvoorbeeld: “Je suis en Espagne”, “Il fait chaud”, “Je mange une glace”).