Paragraaf 8.2, je ademt

Hoofdstuk 8
Je lichaam werkt
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Je lichaam werkt

Slide 1 - Tekstslide

Planning
* Huiswerk
* Check paragraaf 8.1
* Leerdoelen 
* Theorie
* Zelfstandig werken
* Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk

donderdag 3-2

Lezen: Paragraaf 8.2
Maken: Opdracht 
TL: 3 t/m 17
Havo: 3 t/m 17 + 18, 19, 20

Slide 3 - Tekstslide

Check 8.1 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werken orgaanstelsels samen?


Verteringsstelsel
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zenuwstelsel


Orgaanstelsel uitleg
Organen die samenwerken aan dezelfde grote taak vormen een orgaanstelsel.

Slide 6 - Tekstslide

Verteringsstelsel
TAAK: 
Voedsel zo klein maken dat de voedingsstoffen in het bloed opgenomen kunnen worden

Slide 7 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
TAAK:
Zuurstof uit de lucht halen en afgeven aan het bloed en koolstofdioxide uit het bloed halen en afgeven aan de lucht

Slide 8 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel
TAAK:
Vervoert zuurstof/voedingsstoffen en andere stoffen. 

Slide 9 - Tekstslide

Zenuwstelsel
TAAK:
Zorgt ervoor dat alle organen goed (samen)werken

Slide 10 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zuurstof in het lichaam brengen
Stoffen naar alle organen brengen
Voedingsstoffen kleiner maken tot glucose

Slide 11 - Sleepvraag

Zet in volgorde van klein naar groot:
Cel
Orgaanstelsel
Orgaan
Organisme
Weefsel

Slide 12 - Sleepvraag

Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zuurstof in het lichaam brengen
Stoffen naar alle organen brengen
Voedingsstoffen kleiner maken tot glucose

Slide 13 - Sleepvraag

Welke twee stoffen heb je nodig voor verbranding?
A
glucose en koolstofdioxide
B
zuurstof en water
C
koolstofdioxide en water
D
glucose en zuurstof

Slide 14 - Quizvraag

Welke afvalstoffen ontstaan er bij verbranding?
A
koolstofdioxide en water
B
energie en water
C
koolstofdioxide en zuurstof
D
energie en koolstofdioxide

Slide 15 - Quizvraag

Wat levert verbranding op?
met andere woorden; wat is geen afvalstof?
A
water
B
glucose
C
zuurstof
D
energie

Slide 16 - Quizvraag

Waar in je lichaam vind de verbranding plaats?
A
alle spieren
B
hart
C
alle cellen
D
lever

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Sleepvraag

Formule verbranding
verbranding = de afbraak van glucose in cellen

Slide 19 - Tekstslide

8.2 Je ademt
Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen 8.2
Je kunt uitleggen hoe je ademhaling werkt.
• Je kunt uitleggen hoe de longen zuurstof uit de ingeademde lucht halen.
• Je kunt uitleggen waarom ademhalen door je neus beter is.

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel 1
• Je kunt uitleggen hoe je ademhaling werkt.
Je kunt uitleggen wat er in het lichaam gebeurt bij een inademing.
Je kunt uitleggen wat er in het lichaam gebeurt bij een uitademing.
Je kunt het verschil tussen een borstademhaling en een buikademhaling uitleggen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

In- en uitademen
Ribben en borstbeen 
Middenrif

Slide 24 - Tekstslide

ribben en borstbeen

Slide 25 - Tekstslide

middenrif

Slide 26 - Tekstslide

BORST-ademhaling:
Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten
BUIK-ademhaling:
Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk

donderdag 3-2

Lezen: Paragraaf 8.2
Maken: Opdracht 
TL: 3 t/m 17
Havo: 3 t/m 17 + 18, 19, 20

Slide 28 - Tekstslide

Bouw een longmodel


Wat heb je nodig?
Stevige schaar
Twee ballonnen
Stevige PET-fles, kleintje van 0,5 liter
Plakband

Wat moet je doen?
1. Knip een PET-fles half door zodat je ongeveer 15 centimeter onder de flesopening overhoudt.
2. Stop nu een kleine ballon in de flesopening en span de ballon over de rand van de flesopening.
3. Leg een knoop in het tuitje van de andere ballon.
4. Knip de ballon halverwege door.
5. Doe deze ballon om de onderkant van de PET-fles. Zorg ervoor dat het tuitje aan de buitenkant zit.
6. Voor de zekerheid kun je deze ballon met plakband aan de fles vastplakken.
7. Trek voorzichtig aan het tuitje, de ballon gaat dan naar beneden.
8. Beschrijf wat er gebeurt.

Bronnen:
http://www.willemwever.nl/vraag_antwoord/het-menselijk-lichaam/hoe-werken-de-longen
http://web.archive.org/web/20060506124259/http://media.nasaexplores.com/lessons/02-078/5-8_1.pdf









Slide 29 - Tekstslide

Welke stelling is goed ?
Leg uit waarom?


1. Ik zuig zelf actief lucht naar binnen. Hierdoor worden mijn longen groter. Omdat mijn longen groter worden gaan mijn ribben omhoog en mijn borstkas naar beneden.
2. Ik gebruik mijn spieren om mijn ribben omhoog en mijn middenrif naar beneden te bewegen. Hierdoor wordt mijn borstkas groter en stroomt er vanzelf lucht in mijn longen. 

Slide 30 - Tekstslide

Les 2

Slide 31 - Tekstslide

Planning
* Huiswerk (maken 8.2)
* Bespreken longmodel
* Leerdoelen 
* Theorie
* Zelfstandig werken
* Afsluiting

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoel 2
Je kunt uitleggen hoe de longen zuurstof uit de ingeademde lucht halen.
- Leer bron 3 uit je hoofd !
- Je kunt de weg die zuurstof aflegt in het ademhalingsstelsel uitleggen.
- Je kunt het begrip gaswisseling uitleggen.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Welke weg legt de lucht af?
Neusholte/mondholte - keelholte - luchtpijp - bronchiën - luchtpijptakjes - longblaasjes

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

Gaswisseling
Waar komt zuurstof in het bloed ?

Slide 39 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoel 3
Je kunt uitleggen waarom ademhalen door je neus beter is.
- Je kunt de drie redenen hiervoor benoemen en uitleggen.
- Je kunt de taak van de slijmvliescellen en trilhaarcellen uitleggen.

Slide 41 - Tekstslide

neusademhaling
1* je neus "keurt" de lucht
2* Je neus houdt stof tegen
3* je neus maakt lucht vochtig /warm

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

aan het werk met je huiswerk
maken 8.2
klaar? Nakijken 8.2 
klaar? Samengevat maken 8.1 + 8.2 

Slide 44 - Tekstslide