H5 lezen signaalwoorden vervolg

Welkom!
Pak vast je boek, schrift en pen.

Je tas mag op de grond.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak vast je boek, schrift en pen.

Je tas mag op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag.....
Gaan we aan de slag met verbanden en signaalwoorden.
Aan het eind van deze les kennen jullie de volgende verbanden:
oorzaak-gevolg
doel-middel
uitspraak-vergelijking
uitspraak-reden
...en kennen jullie de bijbehorende signaalwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Welke verbindings-manieren
tussen alinea's kennen jullie nog?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Wat? Je krijgt een A4-tje met zinnen. Je vult de ontbrekende
            signaalwoorden in en geeft aan om welk verband het gaat.
Hoe? In zacht overleg met je tafelgroepje.

Daarna? Maak je de opdracht daarna: een tekst schrijven met
                   daarin signaalwoorden, zie uitleg op je blaadje.
Hoe? Ieder voor zich, in stilte.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht (huiswerk vrijdag) .        
Maken opdracht 3 blz. 254

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht (huiswerk vrijdag) hv
Maken blz. 238 opdracht 4

Slide 9 - Tekstslide

Ik ga niet naar het feest omdat ik moe ben.
A
middel-doel
B
oorzaak-gevolg
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-tegenstelling

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil wel gaan maar ik ben ziek.
A
uitspraak-voorbeeld
B
middel-doel
C
uitspraak-tegenstelling
D
uitspraak-reden

Slide 11 - Quizvraag

Ik kan niet naar het feest omdat ik ziek ben.
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-reden
C
middel-doel
D
uitspraak-vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

Om niet van de fiets te vallen, moeten kinderen in een zitje.
A
middel-doel
B
oorzaak-gevolg
C
uitspraak-voorbeeld
D
uitspraak-vergelijking

Slide 13 - Quizvraag

Doordat ik een lekke band had, kwam ik veel te laat op school.
A
uitspraak-tegenstelling
B
middel-doel
C
uitspraak-reden
D
oorzaak-gevolg

Slide 14 - Quizvraag

Mijn broer is net zo goed in voetbal als mijn vader.
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak- vergelijking
D
oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quizvraag