Aardrijkskunde week 21 G2

In deze les wordt paragraaf 5 besproken. Hierin komen de etnische minderheden aan bod. Je merkt al dit een heel ander onderwerp is dan vorige week. 

Inmiddels weet je dat China een enorm groot land en de meeste inwoners ter wereld heeft. Deze inwoners zijn qua cultuur en etniciteit lang niet allemaal hetzelfde. Door deze verschillen kunnen er problemen ontstaan. Daarnaast leer je hoe China met deze problemen omgaat. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

In deze les wordt paragraaf 5 besproken. Hierin komen de etnische minderheden aan bod. Je merkt al dit een heel ander onderwerp is dan vorige week. 

Inmiddels weet je dat China een enorm groot land en de meeste inwoners ter wereld heeft. Deze inwoners zijn qua cultuur en etniciteit lang niet allemaal hetzelfde. Door deze verschillen kunnen er problemen ontstaan. Daarnaast leer je hoe China met deze problemen omgaat. 

Slide 1 - Tekstslide

Met etnische groepen bedoelen we: een groep met dezelfde cultuur en gebied van herkomst. 
Een etnische minderheid is dan een groep met dezelfde etniciteit die afwijkt van de meerderheid. 

China erkent officieel 56 etnische groepen.
Hiervan zijn de Han-Chineze de grootste groep (ongeveer 91 procent). De Han-Chinezen spreken Mandarijn Chinees en hebben de culturele kenmerken die wij het meeste met China associëren. 

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn echter nog meer etnische minderheden in China. In 1954 en 1964 zijn er 56 groepen erkent. Dit betekent dat zij (zeer beperkte) mate van vrijheid krijgen om hun cultuur te behouden.

De bedoeling is dat etnische groepen in harmonie samenleven en samenwerken voor China. Veel etnische groepen zijn al duizenden jaren onderdeel van China en kunnen hier mee leven. Dit geldt niet voor alle groepen (komt later in de les). Zie voor alle groepen onderstaande link:

https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_ethnic_groups_in_China
Zhuang groep (16 miljoen mensen)
Wa groep
 (420.000 mensen)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zit dit in Nederland? Zijn er hier etnische minderheden?

Ja. De etnische minderheden worden voornamelijk bepaald op basis van hun achtergrond (waar komen de voorouders vandaan) en culturele kenmerken (taal, religie, voedsel, kleding etc.).  

Ongeveer 10% van de Nederlanders heeft een achtergrond van een land buiten Europa (niet-Westerse Allochtoon)
Plus extra 10% van mensen binnen Europa. Westerse allochtonen (EU + Indonesië/Japan).

Zijn de verhoudingen in etnische minderheden hetzelfde als in China? 
Ja en Nee. Nederland en China kennen allebei één etnische groep die 80% of meer van de bevolking uitmaakt. Dit is dan ook het enige wat hetzelfde is. 
De verschillen in etnische minderheden zijn veel minder groot dan in China. Nederland als klein land kunnen mensen vrij gemakkelijk de cultuur overnemen. In China niet, daar leven sommige etnische minderheden erg afgelegen en zien hun leven lang soms maar een paar keer een Han-Chinees. 

Slide 4 - Tekstslide

Terug naar China. In dit hoofdstuk zoomen we in op twee groepen: de Tibetanen en de Oeigoeren. 

Allereerst de Tibetanen. Qua cultuur verschillen zij van de Han-Chinezen (vooral op taal en religie). Zij leven in het Hoogland van Tibet en voornamelijk van de veeteelt (ook veel nomanden hier). 

Verder zijn zij boedhistisch. Tibet was eeuwenlang onafhankelijk en was lange tijd een boedhistisch koninkrijk. Vooral de Dalai Lama was belangrijk. Dit was/is de spirituele leider van de Tibetanen. Sinds de jaren 50 leeft hij in balingschap. 

Slide 5 - Tekstslide

De andere groep: de Oeigoeren. 

In cultureel opzicht zijn de Oeigoeren meer verbonden met de Turkse cultuur dan met de Han cultuur. De taal is van het Turks afgeleid en de Oeigoeren zijn islamitisch. 

De Oeigoeren noemen de regio zelf Oost-Turkestan, de Chinezen noemen het Xinjiang. De Oeigoeren worden al eeuwenlang geregeerd door de Chinezen, met korte perioden van onafhankelijkheid tussendoor. 

Slide 6 - Tekstslide

De Oeigoeren en Tibetanen willen onafhankelijk worden.
 Dit mag absoluut niet van China. Waarom niet? 

Laten we beginnen met de Oeigoeren. Het gebied herbergt veel grondstoffen die voor de Chinese economie belangrijk zijn.



Ook is China bang dat als één volk onafhankelijk wordt, de rest dat ook wil worden (deze reden geldt ook voor Tibet). 





Daarnaast ligt het gebied heel strategisch. China wil namelijk een nieuwe handelsroute over land naar Europa aanleggen. Dit gaat door de regio en is het belangrijk om hier de controle te houden. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Ook Tibet ligt heel strategisch voor China. Ten zuiden van China ligt namelijk India. Door het bezetten van het Hoogland van Tibet hebben zij een goede verdedigingslinie tegen India. 

Wat verder belangrijk is dat de grote rivieren van China hier ontstaan. Door het bezetten van dit gebied heeft China VOLLEDIGE controle over zijn rivieren. Dat betekent dat ze hier alles mee kunnen doen (veel stuwdammen bouwen bijvoorbeeld). In 1950 was China bang dat India Tibet zou innemen en heel veel water kon tegenhouden (wat nu vrij naar China stroomt). 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zorgt China ervoor om de gebieden te onderdrukken?

1) De politie en geheime diensten doen veel opsporingswerk naar groepen die onafhankelijk nastreven (video surveillance, mobiele controles, beloningen uitdelen voor geheime informatie etc.)



2) Er is sprake van Sinificatie of Verchinezing. Dit betekent dat er heel veel Han-Chinezen (soms gedwongen) daar gaan wonen. Hierdoor worden de Tibetanen of Oeigoeren een minderheid in hun eigen gebied. Hierdoor is het lastiger om naar onafhankelijkheid te streven.

3) Sluit aan bij de vorige: betere verbindingen aanleggen met de gebieden (snelwegen, vliegvelden en spoorlijnen). Hierdoor willen er meer mensen wonen en kan het leger er sneller naartoe. 
Treinverbinding Beijing - Lhasa (Tibet)
Vanwege de hoogte zijn er zuurstof toevoeren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoeveel etnische groepen erkent China?
A
42
B
56
C
81
D
107

Slide 13 - Quizvraag

De traditionele gebieden van de Han-Chinezen nemen geen meerderheid van het land in. Waarom zijn zij toch overheersend?
A
Het gebied van de Han-Chinezen is enorm dicht bevolkt.
B
De Han-Chinezen hebben de meeste grondstoffen.
C
Het klimaat is bij de Han-Chinezen het gunstigst.
D
Door veel bondgenoten konden de rest veroveren.

Slide 14 - Quizvraag

Waarom wil China de Tibetanen en Oeigoeren geen onfhankelijkheid geven?
A
De gebieden liggen strategisch en zijn voor de landbouw heel belangrijk.
B
Er liggen veel grondstoffen en goede verbindingen met zee.
C
Deze gebieden liggen heel strategisch en vanwege de grondstoffen.
D
China is bang dat deze gebieden Amerikaans worden.

Slide 15 - Quizvraag

China heeft een Schulden diplomatie. Er is ook een mondkapjes diplomatie. Wat is dat?
A
China helpt alleen landen die last hebben van de corona crisis.
B
De Corona crisis ontstond in China. China voelt zich schuldig en helpt andere landen.
C
Door het leveren van mondkapjes en medische hulpmiddelen probeert zijn imago te verbeteren.
D
Door het leveren van mondkapjes en medische hulpmiddelen wil China heel veel geld verdienen.

Slide 16 - Quizvraag

De gebieden die onafhankelijk van China willen worden, worden nu door China gekoloniseerd. Wat wordt hiermee bedoelt?
A
Er komen in deze gebieden steeds meer Han-Chinezen wonen (totdat de Han-Chinezen de meerderheid vormen).
B
China gebruikt veel wapens en macht om de gebieden te behouden.
C
Er worden veel plantages en grondstoffen weggehaald uit het gebied en naar Beijing vervoerd.
D
De mensen worden daar onderdrukt en vanuit een plaats bestuurd die ver weg ligt.

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk
Paragraaf 5: 1 t/m 6
Of opdracht 7. 

Slide 18 - Tekstslide