KB Oefenen SO Lezen blok 1 t/m 3

Blok 
1 t/m 3
Lezen 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Blok 
1 t/m 3
Lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Tekstdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 2 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 3 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de folder die ik van de Albert Heijn op mijn deurmat vind?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van het boek Harry Potter en de steen der wijzen?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief in de krant die gaat over meer speeltuinen in Almelo.
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van het Geschiedenisboek dat je op het Pius X gebruikt bij mijnheer Karakoc?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van mijn stripboek over Asterix en Obelix?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de tekst in de krant die je waarschuwt om veilig met vuurwerk om te gaan.
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van het recept uit het receptenboek waarin staat hoe je gehaktballen maakt.
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de trouwkaart die je van je nicht krijgt?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 12 - Quizvraag

Een reclame heeft als belangrijkste tekstdoel ...
A
overtuigen
B
overhalen
C
amuseren
D
informeren

Slide 13 - Quizvraag

Een leesboek heeft als tekstdoel...
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen
D
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Tekstsoort?
A
aankondiging
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 15 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 16 - Quizvraag

In welke volgorde pak je het lezen aan?
A
1. verkennend lezen > 2. grondig lezen
B
1. grondig lezen > 2. verkennend lezen

Slide 17 - Quizvraag

Een tekst lezen om de informatie te onthouden
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
grondig lezen

Slide 18 - Quizvraag

Ik wil de tekst helemaal begrijpend
A
Zoekend lezen
B
Grondig lezen
C
Verkennend lezen

Slide 19 - Quizvraag

Ik zoek alleen het antwoord op een vraag
A
Zoekend lezen
B
Verkennend lezen
C
Grondig lezen

Slide 20 - Quizvraag

Je leest een spannend fictieboek
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
grondig lezen

Slide 21 - Quizvraag

Een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
grondig lezen

Slide 22 - Quizvraag

Ik wil de tekst helemaal begrijpend
A
Zoekend lezen
B
Grondig lezen
C
Verkennend lezen

Slide 23 - Quizvraag

Welke leesmanier past bij de stap 'Verkennen'?
A
Zoekend lezen
B
Grondig lezen
C
Verkennend lezen

Slide 24 - Quizvraag

Ik zoek alleen het antwoord op een vraag
A
Zoekend lezen
B
Verkennend lezen
C
Grondig lezen

Slide 25 - Quizvraag

Een tekst lezen om de informatie te onthouden
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
grondig lezen

Slide 26 - Quizvraag

Je leest een spannend fictieboek
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
grondig lezen

Slide 27 - Quizvraag

Je leest een spannend fictieboek
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
grondig lezen

Slide 28 - Quizvraag

Een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
grondig lezen

Slide 29 - Quizvraag

Het doel van een informerende tekst is:
A
om je te vermaken
B
je iets nieuws vertellen
C
een mening geven
D
de lezer ergens van overtuigen

Slide 30 - Quizvraag

Het doel van een uitleggende tekst is:
A
een mening geven
B
de lezer vermaken
C
uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet
D
de lezer overhalen iets te doen

Slide 31 - Quizvraag

Het doel van een overtuigende tekst is:
A
een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is
B
de lezer iets nieuws vertellen
C
de lezer vermaken of plezier geven
D
de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet

Slide 32 - Quizvraag

Een krantenbericht heeft als tekstdoel:
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overhalen

Slide 33 - Quizvraag

In welke alinea staat de inleiding van de tekst?
A
laatste alinea
B
eerste alinea
C
derde alinea
D
nergens

Slide 34 - Quizvraag

In welke alinea staat het slot van de tekst?
A
nergens
B
eerste alinea
C
laatste alinea
D
derde alinea

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een tussenkopje?
A
Staat boven een alinea
B
Is een samenvatting van de tekst
C
Is een vorm van een tekstdoel
D
Is een vorm van een tekstsoort

Slide 36 - Quizvraag

Wat geeft een tussenkopje aan?
A
Staat boven een alinea
B
Is een samenvatting van de tekst
C
Is een vorm van een tekstdoel
D
waar de alinea of het groepje alinea's over gaat

Slide 37 - Quizvraag

Bij zoekend lezen kijk je naar de titel en de tussenkopjes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien

Slide 39 - Quizvraag