Middeleeuwse straffen

De Middeleeuwen
Straffen in de middeleeuwen
Een bronnen opdracht
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
Straffen in de middeleeuwen
Een bronnen opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Bronnenopdracht:
Lees de bronnen over straffen in de middeleeuwen. 
Het kan zo zijn dat je af en toe weer terug moet naar de slides.
De vragen staan aan het einde van de LessonUp. Die maak je dus met behulp van de bronnen.
De laatste opdracht lever je in op It's Learning.

Slide 2 - Tekstslide

Bron 1:
Er waren diverse soorten straffen zoals de schandpaal. Als je een milde daad had gedaan werd je voor een dag aan de schandpaal gehangen, de mensen eromheen mochten rotte groenten naar je gooien. Zwaardere straffen waren lijfstraffen. Hoe erger je daad hoe meer slaag. Bij diefstal kon je hand eraf worden gehakt of je kreeg de doodstraf. 

Slide 3 - Tekstslide

Bron 2:
In de middeleeuwen waren veel mensen die geloofden in heksen. Als iemand werd verdacht van hekserij dan werd zij gewogen op een heksenwaag. Als een vrouw minder dan 50 kilo woog was ze een heks, dan werd je levend verbrand. 

Slide 4 - Tekstslide

Bron 3:
Een misdadiger kon naast lijfstraffen ook verplichte verbanning of een verplichte bedevaartstocht als straf krijgen. De bedevaartstocht ging meestal naar Jeruzalem, hoewel andere christelijke bestemmingen ook konden voorkomen. In vergelijking met dood- en lijfstraffen lijkt zo’n bedevaart misschien een peulenschil, maar dit werd in de middeleeuwen waarschijnlijk niet zo ervaren. Bij verbanning of opgelegde bedevaart moest de veroordeelde de veiligheid van de gemeenschap verlaten. 

Slide 5 - Tekstslide

Bron 4:
Op de Geselberg kon het publiek toekijken hoe de veroordeelde gestraft werd. Dat vond men toen leuk. Maar het was ook een voorbeeld: houd je aan de regels, anders kan jou dit ook overkomen. De naam Geselberg komt van het woord gesel. Een gesel is een soort zweep. Geselen betekent slaan met een zweep of een stok.

Slide 6 - Tekstslide

Bron 5:
Een gebruikelijke middeleeuwse schandstraf was onder andere dat de gevangene op een spottende manier gekleed of versierd werd zodat de aard van zijn misdaden zichtbaar werd voor de omstanders. Een slechte muzikant kreeg een schaamfluit,  iemand die te laat bij de misviering aankwam, moest een reusachtige stenen rozenkrans rond zijn nek dragen, de zogenaamde schandsteen.

Slide 7 - Tekstslide

Bron 6:
Valsemunters werden tot de ketelstraf veroordeeld, in een grote ketel met een gloeiend hete vloeistof werden ze gestikt.
Het water kookte al wel toen de veroordeelde, geketend en met het hoofd naar beneden in de ketel met kokende vloeistof gedompeld werd.

Slide 8 - Tekstslide

Bron 7:
Vierendeling was in vroeger tijden een methode om de doodstraf te voltrekken. De veroordeelde werd hierbij in vier stukken gehouwen of door vier paarden uiteengetrokken. 

Slide 9 - Tekstslide

Noem 3 verschillende soorten straffen die je kon krijgen. Leg kort uit wat die straffen inhielden.

Slide 10 - Open vraag

Stel je wordt nu opgepakt voor een misdaad (bijvoorbeeld je hebt een bank beroofd). Hoe loopt dan de rechtspraak?

Slide 11 - Open vraag

Waarin verschilt het rechtssysteem van nu met die uit de middeleeuwen? Noem 2 verschillen.

Slide 12 - Open vraag

Waren de straffen volgens jou eerlijk? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Welke bron vind je het leukst/prettigst om te lezen, en waarom?

Slide 14 - Open vraag

Welke bron vind je het stomst/onprettigst om te lezen, en waarom?

Slide 15 - Open vraag

Voeg zelf een plaatje toe van een middeleeuwse straf die je online gevonden hebt.

Slide 16 - Open vraag

OPDRACHT: Bedenk je eigen
middeleeuwse straf

  • Leg uit voor wie de straf is (wat heeft de persoon misdaan?)
  • Leg uit wat de straf is
  • Teken je straf
  • Maak een foto en lever in op de volgende pagina

Slide 17 - Tekstslide

Lever hier je foto in over je eigen bedachte straf

Slide 18 - Open vraag