2B H1 les 8

Bonjour
H1             Un  bel été
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour
H1             Un  bel été

Slide 1 - Tekstslide

Comment ça va aujourd'hui?

ça va super! 
Je suis en pleine forme

je suis amoureux(se)
je suis fatigué(e)
je suis crevé(e)
ça ne va pas du tout

Slide 2 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 3 - Tekstslide

Pour vendredi
Leren voor de SO

mercredi 5/10: soH1
voc AB f-n en n-f p.50 
zinnen bron C  f-n en n-f p. 52
Bron D le passé composé  (ww op er, être/avoir/faire)
être en avoir in de présent
so werkwoorden terug


Slide 4 - Tekstslide

à la fin du cours


je hebt de woordjes en de zinnen geoefend voor de so van komende  week


Slide 5 - Tekstslide

A
Comment vas-tu?

Tu as passé de bonnes vacances? 

Tu as été où? 
Avec qui? 
Il a fait beau? 
B


C'était...........

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal in het Nederlands
J'aime les voyages en bateau
Au début, il a plu en Angleterre
Je reste avec mon ami en France
L'Inde est un pays pauvre
Tu rencontres ta copine demain?
Ensuite, ils ont rencontré leurs amis à Reykjavik

timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Vertaal in het Frans
  1. Ik ben naar Marseille geweest met mijn ouders en mij zus
  2. Was het mooi weer? 
  3. Heeft hij een leuke vakantie gehad?
  4. Het was koud. Het was 12 graden.
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal : parce que
A
waarom
B
omdat

Slide 9 - Quizvraag

Choisis: être ou avoir? vul de juiste vorm in
  1. Elles............................heureuses?
  2. Vous................quel âge?
  3. Elle..................une soeur?
  4. Il......................à Brest?
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Kies uit à, en, au of aux
1. Les prochaines vacances, je vais.........................Angleterre.
2. Il a été beaucoup de fois................Etats-Unis
3. Tu voyages encore...................Allemagne?
4. Nous sommes ...................Helsinki
5. Papendrecht est un petit village.................Pays-Bas.
6. Il est....................Maroc avec son frère et ses parents.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Les moyens de transport
(voorzetsel +......)

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Link

Oefen met Slim Stampen H1

Slide 14 - Tekstslide

à la fin du cours
Wat heb je vandaag geleerd/herhaald?

Slide 15 - Tekstslide