CS | Spanning

Welkom!
Leg klaar:
  • Pen & papier
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg klaar:
  • Pen & papier

Slide 1 - Tekstslide

Stof toetsweek
  • Je schrijft op de toets een kort fictieverhaal (300-400 woorden)
  • Je baseert je verhaal op een foto
  • Het basisplot bereiden we voor in de les en neem je mee
  • Beoordeling:
  • Het bedenken van geloofwaardige personages
  • Het gebruiken van de fases uit het basisplot
  • Het gebruiken van show, don't tell
  • Het creëren van spanning
  • Het bedenken van een goede opening en een goede afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Aan het eind van deze les weet je hoe je spanning in een verhaal kunt creëren.

Planning:
  • Spannend filmfragment
  • Spannend fictiefragment
  • Uitleg spanning
  • Oefenen met spanning

Slide 3 - Tekstslide

Geef zoveel mogelijk voorbeelden van spannende boeken/series/films

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Op welke manieren werd er in deze filmscène spanning gecreëerd?

Slide 6 - Open vraag

Manieren om spanning te creëren
  • 1. Open plekken gebruiken (informatie voor de lezer verzwijgen of achterhouden)
    Open plekken maken de lezer nieuwsgierig en daardoor wil de lezer verder lezen
  • 2. Het verhaal vertragen
    Je stelt de afloop van een situatie uit door meer te gaan omschrijven/details te vertellen (show, don't tell!)

Slide 7 - Tekstslide

Manieren om spanning te creëren
  •  3. De personages in een enge of gevaarlijke situatie plaatsen
  • 4. Het verhaal in een griezelige of gevaarlijke omgeving laten afspelen
  • 5. Cliffhangers gebruiken
    Je breekt het verhaal dan op een spannend moment af

Slide 8 - Tekstslide

Manieren om spanning te creëren
  • 6. Een onverwachte wending gebruiken
  • 7. Verwachtingen of vermoeden oproepen bij de lezer door aanwijzingen te geven over de afloopt
  • 8. De lezer een informatievoorsprong geven
    Je vertelt de lezer dan iets wat de personages zelf nog niet weten.

Slide 9 - Tekstslide

Twee soorten spanning
  •  Fysieke spanning: wat de personages overkomt (situaties)
    Bijvoorbeeld: schietpartij op school, achtervolging, bedreiging met een mes, enz.

  • Psychologische spanning: de gedachtes/gevoelens van de personages
    Bijvoorbeeld: de angst van een personage wordt zichtbaar in rillingen, gedachtes, enz.

Slide 10 - Tekstslide

Samen lezen...
We lezen samen Het monster

Hoe wordt in dit verhaal spanning gecreëerd?
Markeer of onderstreep die stukken!

Slide 11 - Tekstslide

Herschrijf deze zin tot een volledige scène van 100 woorden en maak het spannend:

Pieter liep na zijn voetbaltraining naar huis

Slide 12 - Open vraag

Een voorbeeld
Het was een regenachtige, grijze donderdagavond, maar Pieter was toch gaan trainen. Na zijn training stond hij nog even met Bas te kletsen, maar de wind was te koud om lang te blijven staan en hij moest op tijd thuis zijn. De wijk waar hij doorheen moest fietsen stond er om bekend niet zo veilig te zijn 's avonds. Hij sloeg zijn tas snel om zijn schouder en liep al snel door de grauwe, grijze straat waar hij altijd doorheen moest lopen. Het was er een stuk stiller dan normaal. Dat kwam vast door het weer. Halverwege de straat hoorde hij plotseling iets achter hem. Verschrikt keek hij om, maar hij zag niets. Zijn hartslag was zonder dat hij dat wilde sneller geworden en hij merkte dat hij zwaarder was gaan ademen. Hij versnelde zijn pas, maar niet heel veel later hoorde hij weer een geluid, dit keer nog dichterbij. Hij trok zijn tas nog steviger tegen zichzelf aan, dook een beetje in elkaar en ging nog sneller lopen.

Slide 13 - Tekstslide

Herschrijf deze zin tot een volledige scène van 100 woorden en maak het spannend:

Kiki probeert de sleutels van de gevangenisbewaker te stelen

Slide 14 - Open vraag

Bij tijd over...
Maak in je schrift een aantekening. Neem hierin op:
  • Welke drie dingen je aan moet denken als je een geloofwaardig personage wilt bedenken
  • Welke acht fases er in het basisplot zitten
  • Wat show, don't tell is en hoe je dat toepast in je verhaal
  • Welke acht manieren er zijn om spanning in een verhaal te creëren

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Maak voor de volgende les:
  • Hoofdstuk: De brug
    Paragraaf: Spelling - werkwoorden
    Opdrachten: 1, 2 & 4
  • Maak de opdrachten in Nieuw Nederlands Online

Slide 16 - Tekstslide

Wat je moet onthouden...
  • Dat een verhaal spanning nodig heeft om de lezer nieuwsgierig te maken en verder te laten lezen
  •  Welke manieren er zijn om spanning in je verhaal te creëren

Slide 17 - Tekstslide