Paragraaf 7.2 - Ademhalingsstelsel

7.2 Ademhalingsstelsel
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen
  • Je kunt uitleggen hoe zuurstof bij je cellen komt
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

7.2 Ademhalingsstelsel
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen
  • Je kunt uitleggen hoe zuurstof bij je cellen komt

Slide 1 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Uit welke delen bestaat je ademhalingsstelsel?

  • Neusholte en keelholte > hier komt de lucht binnen
  • Keelholte > hierlangs gaat de lucht naar de luchtpijp
  • Luchtpijp > bevat kraakbeenringen, vervoert lucht naar longen
  • Bronchiën > splitsing van de luchtpijp naar de longen 
  • Luchtpijptakjes > kleinere vertakkingen
    van de bronchiën
  • Longblaasjes > via deze blaasjes gaat zuurstof
    in de bloedbaan en koolstofdioxide uit de bloedbaan

Slide 2 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Hoe komt zuurstof bij je cellen?

Gaswisseling > uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide
  1. Zuurstof gaat naar je bloed
    - door de wand van de longblaasjes
    en door de wand van de haarvaten
    - bloed vervoert zuurstof naar cellen
  2. Koolstofdioxide gaat uit je bloed
    - door de wand van de haarvaten en 
    door de wand van de longblaasjes
    - je ademt koolstofdioxide uit

Slide 3 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Gaswisseling

Slide 4 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
  • Wat? Maken 7.2 – Opdracht 1 t/m 13
  • Hoe? Blz. 18 t/m 21
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 13 is af, niet af de rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 5 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen waarom je het beste door je neus ademhaalt
  • Je kunt uitleggen wat de taak is van het slijmvlies in je neus, luchtpijp en bronchiën
  • Je kunt uitleggen waarvoor en hoe je hoest

Slide 6 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Waarom kun je het beste door je neus ademen?
  1. Je neus ‘keurt’ de lucht
    - Reukzintuigcellen ‘keuren’ de lucht op schadelijke stoffen.
  2. Je neus houdt stof tegen
    - Neusharen filteren de inkomende lucht, maken de lucht schoon.
  3. Je neus maakt de lucht vochtig en warm
    - Bloedvaatjes in het slijmvlies in de neus geven warmte af, inkomende lucht wordt verwarmd.
    - Het slijmvlies maakt slijm, hieruit verdampt water --> ingeademde lucht wordt vochtig.
  • De mond heeft deze onderdelen niet!


Slide 7 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Wat doet je slijmvlies?


  • Ingeademde lucht schoner maken > trilhaarcellen met trilharen bewegen slijm met vastgeplakte stofdeeltjes en bacteriën naar boven, naar je keelholte
  • Ingeademde lucht opwarmen > slijmvliezen bevatten veel bloedvaatjes die warmte afgeven
  • Ingeademde lucht vochtig maken > slijmcellen maken slijm, water uit het slijm verdampt
    + Schone, warme en vochtig lucht beschermt de tere luchtpijptakjes en luchtblaasjes.
    + Droge lucht irriteert het slijmvlies > eerder kans op infecties.


Slide 8 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Waarvoor hoest je?

  • Hoesten is een manier om je longen, bronchiën en luchtpijp schoon te maken
  1. Slijm met vuil in je luchtwegen
  2. Je ademt dieper dan normaal in
  3. Als je uitademt, span je je buikspieren
  4. Het middenrif schiet met kracht omhoog
  5. Hierdoor worden je longen opeens kleiner en pers je de lucht hard omhoog
  6. Met de lucht schiet ook het slijm omhoog naar je keelholte
  7. Slijm komt in keelholte terecht en je kunt het doorslikken of uitspugen

Slide 9 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
Hoesten! En wat er tegen te doen?

Slide 10 - Tekstslide

7.2 Ademhalingsstelsel
  • Wat? Maken 7.2 – Opdracht 14 t/m 22
  • Hoe? Blz. 22 t/m 25
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 14 t/m 22 is af, niet af? rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 11 - Tekstslide