K3 lidwoorden en zelfstandig naamwoord

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

lidwoorden & 

zelfstandig naamwoorden

Lesdoel 

Aan het eind van de les kun je het geslacht van zelfstandige naamwoorden bepalen.

Opdracht 1

De woorden DE, HET en EEN zijn:

1. lidwoorden
2. voorzetsels
3. onpersoonlijke voornaamwoorden
4. eigennamen

Welke Duitse lidwoorden ken je?

Hoe ver ben ik?

1. Ik snap alles.
2. Ik snap het een beetje.
3. Ik snap het niet.

Opdracht 2

Het lidwoord ' der ' gebruik je voor
... zelfstandig naamwoorden.

1. vrouwelijk
2. onzijdig
3. meervoud
4. mannelijk

Het lidwoord ' die ' gebruik je voor
... zelfstandig naamwoorden.

1. mannelijk
2. onzijdig
3. vrouwelijk
4. vrouwelijk en meervoud

Het lidwoord ' das ' gebruik je voor
... zelfstandig naamwoorden.

1. mannelijk
2. onzijdig
3. meervoud
4. vrouwelijk

Hoe ver ben ik?

1. Ik snap alles.
2. Ik snap het een beetje.
3. Ik snap het niet.

Opdracht 3

Wat zet je voor Mutter?

1. die
2. das
3. der

Wat zet je voor Kuh?

1. der
2. die
3. das

Wat zet je voor Schwester?

1. der
2. die
3. das

Wat zet je voor Kinder?

1. der
2. die
3. das

Wat zet je voor Vater?

1. der
2. die
3. das

Lesdoel 

Aan het eind van de les kun je het geslacht van zelfstandige naamwoorden bepalen.

Hoe ver ben ik?

1. Ik snap alles.
2. Ik snap het een beetje.
3. Ik snap het niet.

Aan het werk:

E Grammatik maak je digitaal

Heb je minder dan 70% goed, dan maak je de opdracht ook in je boek: bladzijde 78 t/m 81

Slim Stampen E (A,B,C,D)