Caput 3 - 3.5 De Ulixe et Polyphemo

Wat weet je nog over Odysseus?
1 / 32
volgende
Slide 1: Woordweb
LatijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over Odysseus?

Slide 1 - Woordweb

Determineren kan je leren!

Slide 2 - Tekstslide

Het eiland van de cyclopen
Ulixēs comitēsque  ventīs  in cyclōpum īnsulam ductī erant.
Hī hominēs ingentēs  unum tantum oculum  mediā in fronte 
habēbant 
et ovium hominumque carne vīvēbant.  
Intereōs cyclōpēs erat Polyphēmus, Neptūnī fīlius. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom kwamen Odysseus en zijn kameraden aan bij de cyclopen?
A
Ze kenden de weg niet.
B
De wind blies hen erheen.
C
Ze konden geen kaart lezen.
D
Ze wilden nog niet naar huis.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe ziet een cycloop eruit?
A
Een cycloop heeft geen ogen
B
Een cycloop is een reus
C
Een cycloop is deels paard
D
Een cycloop heeft maar één oog

Slide 5 - Quizvraag

Wat eten cyclopen?
A
Paardenvlees
B
Geitenvlees
C
Schapenvlees
D
Mensenvlees

Slide 6 - Quizvraag

Zoek een foto van een cycloop.

Slide 7 - Open vraag

Hoe heet de cycloop over wie dit verhaal gaat?
A
Odysseus
B
Achilles
C
Polydorus
D
Polyphemus

Slide 8 - Quizvraag

Wie is de vader van Polyphemus?
A
Jupiter, hij heeft overal kinderen!
B
Pluto
C
Neptunus
D
Bacchus

Slide 9 - Quizvraag

Het eiland van de cyclopen
Ōlim ab ōrāculō monitus erat: 
‘Cavē Ulixem! 
Sī apud tē vēnerit, caecum tē reddet!’ 
Sed cyclōps, 
quamquam ōrāculum bene intellēxerat, 
rīsit: 
‘Sī spēluncam meam intrāverit, eum dēvorābo!’ 

Slide 10 - Tekstslide

Praesens
Imperfectum
Futurum simplex
Perfectum
Reddet
Risit
Devorabo

Slide 11 - Sleepvraag

Het eiland van de cyclopen
Ulixēs cum comitibus cibum quaerēbat et, 
dum Polyphēmus abest
forte spēluncam eius intrāvit.
Eōdem vesperō autem 
Polyphēmus 
cum magnā ovium grege rediit 
spēluncaeque exitum ingentī saxō clausit.

Slide 12 - Tekstslide

Naamvallen en functies

Slide 13 - Tekstslide

Geweld en drank
Subitō Ulixem comitēsque cōnspexit 
et, 
quod eōs fūrēs habuit, 
duōs Ulixis comitēs corripuit. 
Prīmum eōs magnā vī humī prōstrāvit: 
sanguis eōrum per tōtam spēluncam sparsus est.
Deinde, sīcut leō in montibus, eōs dēvorāvit. 

Slide 14 - Tekstslide

In welke naamval staat 'comites'?
A
Nominatief
B
Accusatief
C
Datief
D
Ablatief

Slide 15 - Quizvraag

Welke functie heeft 'comites'?
A
Onderwerp
B
BWB
C
LV
D
MV

Slide 16 - Quizvraag

Welke naamval is 'montibus'?
A
Nominatief
B
Genitief
C
Accusatief
D
Ablatief

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van 'in montibus'?
A
Onderwerp
B
BVB
C
MV
D
BWB

Slide 18 - Quizvraag

Geweld en drank
Nihil carnis aut ossium relīquit. 
Dēnique obdormīvit. 
Posterō diē Ulixēs ipse cyclōpis mentem āvertere temptāvit 
et: ‘Ecce, hoc vīnum tibi dōnum offerō, Polyphēme!’ 
inquit, 
Optimum est!’

Slide 19 - Tekstslide

Geweld en drank
Ideō Polyphēmus ūnō haustū tōtum pōculum exhausit
et rīdēns dīxit: 
‘Tu mihi places, Homuncule, 
nam magnō gaudiō mē implēvistī! 
Hoc vīnum multō melius est quam lac,
quod bibere soleō. 
Dīc mihi nōmen tuum!

Slide 20 - Tekstslide

In welke naamval staan de woorden? Sleep ze naar de juiste zone.
Nominatief
Accusatief
Genitief
Datief
Ablatief
haustu
poculum
gaudio
vinum
melius

Slide 21 - Sleepvraag

In welke naamval staan de woorden? Sleep ze naar de juiste zone.
Onderwerp
LV
BVB
NWD
BWB
MV
haustu
poculum
gaudio
vinum
melius

Slide 22 - Sleepvraag

Een man met een plan
Ulixēs, vir callidus, respondit: 
‘Ego Nēmō sum.’ 
Ad quae Polyphēmus: 
‘Dōnum pulchrum Nēminī dabō,’ inquit, 
‘Nēminem ultimum dēvorābō!’
 Multa pōcula bibit,
et quod numquam vīnum biberat, citō obdormīvit. 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe zegt Odysseus dat hij heet?
(alleen de naam typen)

Slide 24 - Open vraag

Welke beloning geeft Polyphemus aan Odysseus?

Slide 25 - Open vraag

Een man met een plan
Tunc Ulixēs cum validīs comitibus 
truncō ārdentī cyclōpis oculum percussit. 
Sanguis ē vulnere flūxit 
et Polyphēmus, dolōre āmēns, magnum clāmōrem sustulit Graecōsque corripere frūstrā temptābat.

Slide 26 - Tekstslide

Ulixes cum validis comitibus
cyclopis
Trunco ardenti

Slide 27 - Sleepvraag

Wie haalt het?
Tandem cēterōs cyclōpēs vocāvit: 
‘Venīte, amīcī, ac servāte mihi vītam!’ 
Hī accurrērunt rogāvēruntque: 
‘Quid accidit, Polyphēme? 
Cūr mediā nocte clāmās?’ 
Respondit Neptūnī fīlius: 
‘Nēmō mē necāre voluit! Nēmō mē caecāvit!’ 

Slide 28 - Tekstslide

Hoe denk je dat het verhaal zal verder gaan?

Slide 29 - Woordweb

Wie haalt het?
Sī nēmō tē necāre vult,’
respondērunt aliī cyclōpēs, 
‘tē adiuvāre nōn possumus. 
Neptūnum patrem ōrā; 
fortasse tibi mentem sanam reddet!’ 
Et Polyphēmus īnfēlīx relictus est.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Wie haalt het?
Et Polyphēmus īnfēlīx relictus est. 
Posterō diē caecātus cyclōps saxum ā spēluncae exitū remōvit; ovēs enim exīre volēbant. 
Sīc Ulixēs cum omitibus, 
quī sub ovium ventribus vinctī erant, 
ē spēluncā effugere potuit.

Slide 32 - Tekstslide