Schritt 24 und 25

Guten Morgen!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Communication & multimedia designHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen!

Slide 1 - Tekstslide

Was haben wir voriges Mal gelernt?
Schritt 23:
Du kannst das Thema kurzer Hör- oder Sehtexte bestimmen.

Je kunt het thema van korte luister- en kijkfragmenten bepalen.


Slide 2 - Tekstslide

Diese Woche sind die Lernziele:
Du kannst den Inhalt kurzer Texte mit oder ohne Bild ungefähr verstehen.
Je kunt de inhoud van korte teksten met of zonder foto zo ongeveer begrijpen.

Du kannst sagen, was du magst und was nicht.
Je kunt aangeven waar je van houdt en waar niet van.

Du kannst regelmäßige Verben mit Stamm auf -d/-t konjugieren (vervoegen).
Je kunt regelmatige werkwoorden met een stam op -d of -t vervoegen.

Du kannst deutschen Konsonanten (medeklinkers) richtig aussprechen.



Slide 3 - Tekstslide

Wie machen wir das?

1. Wiederholung

2.  Erklärung Schritt 25: Aufgabe 2a und 2b
4. Schritt 24 und 25 oder Fragen stellen
Fertig? Vokabeln und Redemittel lernen. 
5. Lernziel erreicht?

Slide 4 - Tekstslide

Wiederholung

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lernstoff durchnehmen

Slide 8 - Tekstslide

Hören und Sehen
Maak aantekeningen, na afloop van het fragment worden je vragen gesteld die jullie moeten beantwoorden: 
Genummerde koppen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

TweetalCoach

Slide 11 - Tekstslide

TweetalCoach
een     1. Ich habe _______________ neues Bett (o).
een     2. Das ist _______________ nette Frau (v).
De       3. _______________ Deutschstunden (mv) sind einfach.
Het     4. _______________ Mädchen (o) heißt Anja.
De       5. _______________ Tisch (m) ist kaputt.

Slide 12 - Tekstslide

Machen

Schritt 24 (und 25) 



Fertig?

Redemittel & Vokabeln lernen

Slide 13 - Tekstslide

 Lernziel erreicht?

Slide 14 - Tekstslide

Diese Woche sind die Lernziele:
Du kannst den Inhalt kurzer Texte mit oder ohne Bild ungefähr verstehen.
Je kunt de inhoud van korte teksten met of zonder foto zo ongeveer begrijpen.

Du kannst sagen, was du magst und was nicht.
Je kunt aangeven waar je van houdt en waar niet van.

Du kannst regelmäßige Verben mit Stamm auf -d/-t konjugieren (vervoegen).
Je kunt regelmatige werkwoorden met een stam op -d of -t vervoegen.

Du kannst deutschen Konsonanten (medeklinkers) richtig aussprechen.



Slide 15 - Tekstslide

Welche Fragen hast du noch?

Slide 16 - Open vraag

24 & 25 + Wiederholung

Slide 17 - Tekstslide