Examentraining havo

Examentraining geschiedenis
HAVO 

David Feenstra
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining geschiedenis
HAVO 

David Feenstra

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
Blok  1                                   Introductie & kennismaking 
8.45-10.30 uur                 Kenmerkende aspecten & historische contexten en vragen oefenen 
                                                HC Britse Rijk 
10.30-10.45 uur               pauze

Blok 2                                  
10.45-13.15 uur                Historisch denken & redeneren, contexten en vragen oefenen
                                               HC Britse Rijk & Duitsland 
12.45-13.15 uur               pauze 

Blok  3                                
13.15-15.15 uur               Historische contexten, opdrachten & examenvragen oefenen
                                             HC Nederland 

Slide 2 - Tekstslide

Tijdsvolgorde!

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 5
1. Het begin van de Europese expansie overzee    (HC)
(Begin Europese expansie)
2. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
(Renaissance en veranderend mens- en wereldbeeld)
3. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
(Hernieuwde oriëntatie klassieke Oudheid)


Slide 4 - Tekstslide

Examenvraag 
Gebruik bron 1.

Een conclusie:
De Europese overzeese expansie draagt bij aan het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance.
3p 2 Geef aan:
 welk motief voor de overzeese expansie je kunt afleiden uit de voorwerpen die uit Amerika zijn meegenomen, en
 op welke wijze de expansie bijdraagt aan het veranderende mens- en wereldbeeld, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Examenvraag 
In 1594 gaf generaal Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg aan de
opperbevelhebber van het leger van de Republiek het advies om ‘de
contramars’ in te voeren. Dit was een methode waardoor soldaten sneller
klaarstonden voor de aanval. Willem Lodewijk had over de contramars
gelezen in het boek Tactische theorie van de Griekse schrijver Aelianus
uit de tweede eeuw.
4p 3 Geef een politiek-militaire en een culturele verklaring voor het advies van
Willem Lodewijk om de contramars in te voeren, waarbij je telkens het
kenmerkende aspect uit de zestiende eeuw noemt dat hierbij past.
Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken. 

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord 

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 5
4. de protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg.  (HC)
(protestantse reformatie)
5. het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
(Nederlandse Opstand)

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 6
6. wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie (Begin wereldeconomie) (HC)
7. Gouden Eeuw
8. het streven van vorsten naar absolute macht (absolutisme)
9. de wetenschappelijke revolutie 

Slide 10 - Tekstslide

Examenvraag
Twee gegevens over Rachel Ruysch (1664-1750):
1 Rachel bestudeerde inheemse bloemen om ze na te tekenen en op te
nemen in een verzameling.
2 Rachel werd beroemd in de Republiek vanwege haar geschilderde
bloemstillevens, die populair waren bij Amsterdamse regenten.
2p 5 Noem bij elk gegeven een ander kenmerkend aspect uit de zeventiende
eeuw dat hierbij past.
Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken. 

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord 
maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
• (Het bestuderen van inheemse bloemen past bij) 'de wetenschappelijke revolutie' 1
• (De interesse in de bloemstillevens / het verkopen van schilderijen aan Amsterdamse regenten past bij) 'de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek' 1

Opmerking
Als bij de tweede deelvraag 'Gouden Eeuw' wordt geantwoord, wordt geen scorepunt toegekend (omdat dit de aanduiding is van een periode en geen kenmerkend aspect).

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 7
10. Verlichting
(HC)
11. Ancien régime en verlicht absolutisme 

12. Democratische revoluties
(HC)
13. Slavernij en abolutionisme
(HC)

Slide 13 - Tekstslide

Wat is GEEN Verlichtingsideaal?
A
Alle mensen hebben gelijke rechten waarmee zij geboren worden
B
De kerk en de staat moeten van elkaar gescheiden worden
C
De samenleving is gebaseerd op erfelijkheid
D
De hoogste macht moet bij het volk liggen (volkssoevereiniteit)

Slide 14 - Quizvraag

Causale verbanden
  • meerdere oorzaken, in/direct, lange/korte termijn, bedoeld/onbedoeld.
  • domeinen: politiek, (sociaal)economisch, cultureel-mentaal (geloof)
  • continuïteit en verandering 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
Renaissance/humanisme -> Wetenschappelijke Revolutie 
-> Verlichting 
  • Democratische Revoluties (burgers aan de macht)
  • Abolitionisme (vrijheid & gelijkheid)
  • Industriële Revolutie (uitvindingen)
  • Politieke stromingen: liberalisme/socialisme  (vrijheid, gelijkheid)
  • Emancipatie (gelijkheid)
  • Democratisering (vrij en gelijk)

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 8 (HC)
14. de industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving
15. opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
16. voortschrijdende democratisering
17. de opkomst van emancipatiebewegingen
18. discussies over de ‘sociale kwestie’
19. Modern Imperialisme 

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 9 (HC)
20. het voeren van twee wereldoorlogen
21. de crisis van het wereldkapitalisme
22.. het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaal-socialisme
23. de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
24. vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
25. verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
26. racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
27. de Duitse bezetting van Nederland

Slide 18 - Tekstslide

Wat heeft kenmerk 23
met totalitaire staten
te maken?

Slide 19 - Woordweb

Kenmerkende aspecten tijdvak 10 (HC)
28. de dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld
 
29. de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

30. de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding
gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

31. de eenwording van Europa
32. de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen

Slide 20 - Tekstslide