toets Kapitel 4 Teil 1 havo 2

toets Kapitel 4 Teil 1
Inhalt:
  • Redemittel D
  • Lernliste D,D*,A en B
  • Grammatik C                                                                                               
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare school

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

toets Kapitel 4 Teil 1
Inhalt:
  • Redemittel D
  • Lernliste D,D*,A en B
  • Grammatik C                                                                                               

Slide 1 - Tekstslide

Lernliste D,D*,A en B
Doel:
A1/A2 Ik ken woorden die met kleding te maken hebben.
A1 Ik ken de namen van de kleuren.
Let op: 
Als je hoofdletters of punten/komma's/
uitroeptekens/vraagtekens vergeet, wordt fout gerekend.

Slide 2 - Tekstslide

Welche Farbe siehst du auf dem Bild?Übersetze auf Deutsch.

Slide 3 - Open vraag

Was siehst du auf dem Bild?
Übersetze auf Deutsch.

Slide 4 - Open vraag

Übersetze maat Welche ..… haben Sie?

Slide 5 - Open vraag

Übersetze: wit
… nennen manche keine echte Farbe.

Slide 6 - Open vraag

Übersetze op de eerste verdieping Haushaltswaren finden Sie …..........

Slide 7 - Open vraag

Übersetze aangetrokken Warum hast du diese Schuhe … ?

Slide 8 - Open vraag

Übersetze gegaan Ich bin gestern noch schnell zum Kaufhof … .

Slide 9 - Open vraag

Wähle und Übersetze: kledingwinkel / pinautomaat Hat dieses … auch sonntags geöffnet?

Slide 10 - Open vraag

Wähle und übersetze: blauw / oranje … ist die niederländische Nationalfarbe.

Slide 11 - Open vraag

Wähle und Übersetze: betalen / krijgen Möchten Sie diese Sachen … oder umtauschen?

Slide 12 - Open vraag

Wähle und übersetze: handtas / schoenen Ich brauche dringend neue …. Die alten sind zu klein.

Slide 13 - Open vraag

Ich habe immer mein Handy und mein Portmonee in meiner .......
timer
0:30
A
Glas
B
Handtasche
C
Tasse
D
Dose

Slide 14 - Quizvraag

Will er sein altes Handy …?
timer
0:30
A
kaufen
B
spielen
C
gefallen
D
verkaufen

Slide 15 - Quizvraag

Zieh dir mal einen..... an.
Wie findest du dieses Paar grüne …?
Wie findest du diese Farbe? Ich finde sie zu.....
Wie … Sie dieses Kleid?
Pullover
finden
Farbe
hell
Socken
geben

Slide 16 - Sleepvraag

Wähle: und Übersetze bevallen / gekregen Hast du schon wieder Geld von deiner Oma ......

Slide 17 - Open vraag

Grammatik C A1 Ik kan de werkwoorden met stam op –d of  -t gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide

Übersetze leicht Es ist leicht, deine Ausgaben zu kontrollieren.

Slide 19 - Open vraag

Übersetze genau Die Kreditkarte ist genau das Richtige für dich.

Slide 20 - Open vraag

Übersetze ein bisschen Es hat ein bisschen gedauert, bis man Lena akzeptierte.

Slide 21 - Open vraag

Übersetze: insgesamt Die Kollektion besteht aus insgesamt vier Modellen.

Slide 22 - Open vraag

Wähle das richtige Wort. Wie viel Jugendliche / Taschengeld bekommst du?

Slide 23 - Open vraag

Wähle das richtige Wort

A
du zeichnst
B
du zeichnest
C
er zeichnt
D
er zeichnet

Slide 24 - Quizvraag


Vertaal 'jullie borstelen
timer
0:30
A
ihr bürst
B
ihr bürstet
C
ihr bürtet
D
ihr bürsten

Slide 25 - Quizvraag

Wähle das richtige Wort Alle seine Kunstwerke sind eine Art von / einzigartig.

Slide 26 - Open vraag

Wähle das richtige Wort Ich bleibe heute zu Hause, weil / dann ich krank bin.

Slide 27 - Open vraag

Ergänze warten: … du gestern noch lange … ?
timer
0:45

Slide 28 - Open vraag

Ergänze regnen: Gestern .... es .......
timer
1:00

Slide 29 - Open vraag

Ergänze öffnen: Es war so warm, meine Lehrerin ..... gestern das Fenster......
timer
1:00

Slide 30 - Open vraag

Redemittel



                     A1/A2 Ik kan vragen stellen en antwoord  geven over eten en drinken.

Slide 31 - Tekstslide

Übersetze: Wat eet jij tussen de middag?
timer
2:00

Slide 32 - Open vraag

Übersetze: Ik houd van alles wat zoet is.
timer
2:00

Slide 33 - Open vraag

Gib eine passende Reaktion. Benutze die Stichwörter.
Isst du Suppe mit Brot? (nee, geen honger)
timer
2:00

Slide 34 - Open vraag

Gib eine passende Reaktion. Benutze diie
Stichwörter. Essen Luka und Sofie in der Schule? (nee, liever thuis)
timer
2:00

Slide 35 - Open vraag

Gib eine passende Reaktion. Benutze die Stichwörter. Hast du Lust zum Italiener zu gehen? (ja, van gebak en ijs houden!)
timer
2:00

Slide 36 - Open vraag

Ende

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide