H3A P4 1604 leesvaardigheid en verhaalanalyse

Havo 3
Welkom
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Havo 3
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma 


  • Lezen in De Laatste Halte
  • Huiswerkcontrole en bespreking
  • Theorie verhaalanalyse


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel


Je hebt in De Laatste Halte gelezen en 
je hebt de eerste begrippen van 
verhaalanalyse geleerd

Slide 4 - Tekstslide

Lekker lezen 
Leg je huiswerk
open op je tafel
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk Polderspelen
vraag 7: 
a 13 / b 1 / c 6 / d 12 / e 14
f 7 / g 4 / h 10 / i 2 / j 5

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk Polderspelen
vraag 7: 
a 13 / b 1 / c 6 / d 12 / e 14
f 7 / g 4 / h 10 / i 2 / j 5
Argument vóór Amsterdam 2028: Het kan een stimulans zijn om de infrastructuur te verbeteren en accommodaties te bouwen.
Weerlegging 1a:
Overal waar een groot sportevenement gehouden is, vind je verliesgevende of ongebruikte accommodaties.
Weerlegging 1b:
Als er gebouwd moet worden, moet dat gewoon gebeuren, ook zonder de Olympische Spelen.

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk Polderspelen
vraag 7: 
a 13 / b 1 / c 6 / d 12 / e 14
f 7 / g 4 / h 10 / i 2 / j 5
Argument vóór Amsterdam 2028 (2):
Het zal zorgen voor een versterking van het nationaal bewustzijn.
Weerlegging:
Eventuele toename van trots is zeer beperkt in omvang en tijd. Argument vóór Amsterdam 2028 (3):
Topsport zet aan tot breedtesport.
Weerlegging:
Geen enkel groot sportevenement heeft ooit gezorgd voor een blijvende toename van het aantal sportbeoefenaars.

Slide 8 - Tekstslide

Verhaalanalyse

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zou je een verhaal
analyseren?


  • Aantekeningen maken!

Slide 10 - Tekstslide

Personages 
  • alle personen in een verhaal
  • Hoofdpersonen: belangrijke personen uit het verhaal
  • maken iets mee in het verhaal (ontdekken iets, komen tot inzicht, verliezen iets, veranderen van mening,...)

Slide 11 - Tekstslide

Personages 
  • Bijfiguren: eenvoudig beschreven; vaak maar één eigenschap
  • Je weet nauwelijks iets van hun gedachten of gevoelens

Slide 12 - Tekstslide

  Tijd 
  • vertelde tijd: de tijdsduur waarbinnen de gebeurtenissen zich afspelen
  • versnelling: een onbelangrijke periode wordt in een paar zinnen verteld
  • tijdsprong: schrijver slaat een stuk over (bijv. een paar jaar)
  • vertraging: schrijver vertelt iets veel trager: dat kan spanning oproepen

Slide 13 - Tekstslide

De deurbel, tweemaal: eerst kort en aarzelend, dan lang en nadrukkelijk. Het snerpende geluid joeg de katten elke keer weer de stuipen op het lijf – reden om op door de week de elektrische bel vaak af te zetten. De katten gingen voor alles. Vandaag, zondag was de kans op aanbellen erg klein, zeker nu het nog zo vroeg in de ochtend was. De stekker was dus nog in het contact gelaten.
Het eerst belletje klonk alsof een vinger geen houvast op de knop had kunnen vinden.

(naar:Tonio, A.F.T.H. van der Heijden)

Slide 14 - Tekstslide

Tijd (2)

  • Chronologisch: alle gebeurtenissen worden verteld in de volgorde zoals ze zich hebben afgespeeld.

  • Niet-chronologisch: verhaal wordt niet 'volgens de klok' verteld, maar er zijn b.v. sprongen voorwaarts (flashforwards) of sprongen terug (flashbacks)


Slide 15 - Tekstslide

  • Flashforward:
  • In het verhaal spring je naar de toekomst
  • Geeft afwisseling in het verhaal
  • Dit onderbreekt het verhaal 

  • Flashback: 
  • In het verhaal kijk je terug op een gebeurtenis eerder. 
  • Dit onderbreekt het verhaal 
  • Ter afwisseling en om bijkomende informatie te geven 




Slide 16 - Tekstslide

  Perspectief 
  • ik-vorm: je weet precies wat de ik-persoon denkt, zegt en voelt => ik-perspectief
  • hij/zij-vorm: van de hoofdpersoon  of hoofdpersonen weet je precies wat ze denken, doen en voelen => personaal perspectief (enkelvoudig of meervoudig)
  • alwetende verteller:  die weet MEER dan alle personages bij elkaar: die zweeft boven het verhaal en weet bv. al hoe het het afloopt. Helicopterview

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Ruimte
  • sommige beschreven plekken bepalen de sfeer sterk
  • bv: donker bos (spannend); zonnig strand in Spanje (vakantie); krakend landhuis met piepende deur in de nacht (misdaad)

Slide 19 - Tekstslide

Overleg in tweetallen wat je al ontdekt hebt over De Laatste Halte



Ruimte, personages, tijd, perspectief
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Morgen: inschrijven voor  stelling  


  • voor 1 stelling
  • minimaal 4 deelnemers, maximaal 5
  • informatie zoeken voor argumenten
  • voorbereiden dmv formulier

Slide 21 - Tekstslide

 Woensdag 15 april
Tekstboekje leesvaardigheid mee
Huiswerk mee
Boek De Laatste Halte mee
Niet bij je? Corvee.....

Slide 22 - Tekstslide

 Vrijdag 17 april
Informatie meenemen voor je argumenten

Slide 23 - Tekstslide