EHBO Controleren vh bewustzijn en de ademhaling

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 4

Controleren van het bewustzijn en de ademhaling

Doelen hoofdstuk 4:

1. Hoe je stoornissen in het bewustzijn en in de ademhaling

 signaleert en controleert?

2. Wat je moet doen bij een actieve bloeding?

3. Hoe je de symptomen van een shock herkent en weet je hoe je moet handelen.

Wat zijn je vitale organen?
(Er zijn meerdere antwoorden goed)

1. Hart
2. Nieren
3. Longen
4. Hersenen

Bij bewustzijn

Buiten bewustzijn

Geleidelijk bewustzijn verliezen

Bewusteloos

Het slachtoffer is niet gericht op zijn omgeving, geeft geen antwoord en voelt slap aan.

Ogen open, kijkt je aan, geeft antwoord.

Slachtoffer wordt steeds suffer, eerst aanspreekbaar, later reageert hij niet meer op de omgeving.

Ligt of zit onderuit gezakt, reageert niet op aanspreken of aanschudden.

00:26

4 Opties:

1. Slachtoffer is bij bewustzijn (alert).

2. Slachtoffer is buiten bewustzijn (niet alert).

3. Slachtoffer verliest geleidelijk bewustzijn.

4. Slachtoffer is bewusteloos > Ademt wel, niet aanspreekbaar en geeft geen reactie.

Flauwte

= kortdurende stoornis in het bewustzijn.

Wanneer: Als er minder bloed naar je hersenen wordt gevoerd.

> hersenen minder zuurstof > onvoldoende prikkels naar de spieren > flauw vallen.

Actieve bloeding

- Een bloeding die nog doorgaat.

- Meestal grote en ernstige wond.

- Kleine wond kan ook,

Gevolg teveel bloedverlies?:

Zuurstoftekort in weefsels van het lichaam. = Shock

Wat te doen bij actief bloedverlies?

Opdrachten

- Deelopdracht 5: Professionele hulpverlening inschakelen.

- Deelopdracht 6: Verplaatsen van het slachtoffer: Greep van Rautek

- Deelopdracht 3: Fotoreportage blz. 92

Leerlingen thuis: Maken hoofdstuk 3 + deelopdracht 4 blz. 74 van het boek