Thema Grieken en Romeinen - Blok 4 Recreatie en toerisme

Blok 4
Recreatie en toerisme 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 4
Recreatie en toerisme 

Slide 1 - Tekstslide

Les 2

Slide 2 - Tekstslide

Op vakantie 
Lange en korte vakantie:
  • Meer dan 4 dagen is een lange vakantie
Actieve, passieve of een cultuur -vakantie:
  • Actief: mensen gaan dingen doen: ze gaan wandelen of fietsen.
  • Passief: mensen gaan vooral op reis om te luieren en uit te rusten, relaxen. 
  • Cultuur: mensen bezoeken steden, monumenten en musea.
Een combinatie kan ook!

Slide 3 - Tekstslide

Welke activiteit hoort NIET bij een actieve vakantie?
A
Mountainbiken in de bossen
B
Snowboarden in de bergen
C
Op het terras zitten in de stad
D
Kanoën in de Ardennen

Slide 4 - Quizvraag

Wat past bij een passieve vakantie?
A
Wielrennen
B
Bergbeklimmen
C
Snowboarden
D
Aan het strand liggen

Slide 5 - Quizvraag

Is dit een passieve of actieve vakantie?
A
Passief
B
Actief

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een passieve of actieve vakantie?
A
Passief
B
Actief

Slide 7 - Quizvraag

Massatoerisme 
=Als veel toeristen tegelijk naar hetzelfde gebied gaan. In gebieden met massatoerisme is het erg druk en vol.

Slide 8 - Tekstslide

Voordelen toerisme:
Levert veel geld op

Zorgt voor werk
Nadelen toerisme:
veel transport van/naar bestemming kan slecht zijn voor het milieu, net als de bouw van hotels etc. 

Verjagen oorspronkelijke bewoners. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste voordelen van toerisme?
A
Het wordt gezellig druk in de plaatsen langs de kust
B
De mensen leren daardoor andere culturen kennen
C
Het levert werk en geld op
D
Het zorgt voor goede vriendschappen tussen landen

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn nadelen van massatoerisme?

Slide 11 - Open vraag

Groepsopdracht:
Groepje van 3
Ontwerp een dagje uit in Nederland voor 150 euro voor jullie groepje. 
- 4 activiteiten 
- 2 restaurants
Zet je antwoorden in een Word-document en stuur ze door naar meneer Köhlbrugge 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide