Weer en klimaat in de V.S. par. 3.3

3.3 Klimaten in de VS
 Weer en klimaat
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.3 Klimaten in de VS
 Weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Steden:
Frankfurt
Dortmund
Berlijn
München
Hamburg
Düsseldorf

Rivieren:
Rijn
Donau

Gebied:
Ruhrgebied

 Buurlanden






Slide 3 - Tekstslide

Egypte
Syrië
Israël
Jordanië
Irak
Turkije

 
Nijl
Jordaan
Dode zee
Eufraat
Tigris
Middellandse zee
Aswandam
Atatürkdam

Slide 4 - Tekstslide

Steden:
Hongkong
Shanghai
Beijing
Guangzahou
Shenzhen
Macau

Reliëf:
Himalaya gebergte 
Hoogvlakte van Tibet
Lössplateau

- Xi-Jiang Parelrivier
- Hiang He
 Gele rivier
- Jangstekiang Chang Jiang
- Grote Kanaal

Stuwdam:
Drieklovendam


Slide 5 - Tekstslide

3.3 Klimaten in de VS
 Weer en klimaat

Slide 6 - Tekstslide

Even herhalen


 wat je al weet.

Slide 7 - Tekstslide

Hoge luchtdrukgebied (maximum) 
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = H

Welk weertype hoort bij H?
- lucht daalt dus geen bewolking 
- warm in de zomer
- koud in de winter



Lage luchtdrukgebied (depressie

Lage druk = stijgende lucht
Symbool op de kaart = L

Welk weertype hoort bij L?
- lucht stijgt op dus wolken
- kans op neerslag
- koel in de zomer
- zacht in de winter

Slide 8 - Tekstslide

ONTHOUDEN.....
Onthouden: Lucht stroomt ALTIJD van H naar
                   Dit is => wind
Onthouden: Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.

Hoe zie je dat op een weerkaart? => isobaren!!! Deze liggen dan dicht bij elkaar 

Slide 9 - Tekstslide

Zijaanzicht luchtdruk 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wet van Buys Ballot
TWEE REGELS:

1. Wind stroomt van H naar L
2. Door draaiïng aarde krijgt
- de wind op het Noordelijke Halfrond (NB) een afwijking naar rechts
- de wind op het Zuidelijk Halfrond (ZB) afwijking naar links

Slide 12 - Tekstslide

Windrichtingen op aarde

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Leerdoelen.
Wat moet je weten?
  • Welke klimaten heeft de VS?
  • Wat zijn de kenmerken van die   klimaten?
  • Welke vegetatiezones horen bij   deze klimaten?


Slide 15 - Tekstslide

Zeeklimaat
Savanne klimaat
Landklimaat
Woestijnklimaat
Mediterraan klimaat
Steppe klimaat
Hooggebergte klimaat
Alaska: Toendra klimaat
Hawaii: Tropisch regenwoud klimaat
Tekst
Alle Klimaten in de VS

Slide 16 - Tekstslide

de klimaten van de VS op een rijtje:
  1. zeeklimaat
  2. mediterraan klimaat
  3. woestijnklimaat
  4. steppeklimaat
  5. landklimaat
  6. savanneklimaat
  7. tropisch regenwoud klimaat (Hawai)
  8. hooggebergteklimaat
  9. toendraklimaat

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Zeeklimaat
Tekst
Zeeklimaat

Slide 19 - Tekstslide

zeeklimaat
  • zachte winters, koele   zomers 
  • hele jaar neerslag 
    (door de aanlandige wind)
  • zeeklimaat in VS warmer en natter dan in NL
  • Door natte aanlandige wind van de Golf van Mexico
Virginia

Slide 20 - Tekstslide

Ligging luchtdrukgebieden VS (zomer)

Slide 21 - Tekstslide

Landklimaat
Tekst

Slide 22 - Tekstslide

landklimaat
  • hete, droge zomers en   koude winters
  • overheersend aflandige   wind (weinig invloed). Deze wind is droog.
New York City

Slide 23 - Tekstslide

Ligging luchtdrukgebieden VS 

Slide 24 - Tekstslide

De droge klimaten

Slide 25 - Tekstslide

Woestijnklimaat
Tekst

Slide 26 - Tekstslide

woestijnklimaat
  • neerslag minder 200 mm p/ jaar
  • neerslag verdampt snel. Nuttige neerslag is dus negatief
  • Alleen vetplanten, cactussen  
  • Verklaring: De vochtige aanlandige wind moet opstijgen voor kustgebergte en Sierra Nevada. De woestijn ligt aan de lijzijde (regenschaduw) van deze gebergtes. Hier valt dus zeer weinig neerslag.
    De verdamping is hoog.
Death Valley NP, Californië

Slide 27 - Tekstslide

Woes
tijn
klimaat
= Death Vally

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Steppeklimaat
Tekst

Slide 30 - Tekstslide

steppeklimaat
  • droog, neerslag 200-400   mm p/jaar. Dus meer neerslag dan woestijnklimaat en deze valt in de zomer.
  • alleen grassen en struiken overleven
  • Great Plains (prairie)
  • Verklaring:
    - ligging ver van de oceaan
    - lijzijde (regenschaduw) van de Rocky Mountains
Great Plains, South Dakota

Slide 31 - Tekstslide

De koude klimaten
Verklaring hiervoor: 
- breedteligging
- hoogteligging

Slide 32 - Tekstslide

Alaska: Toendraklimaat
Tekst

Slide 33 - Tekstslide

 toendraklimaat
  • zomer nooit warmer dan 10°C, winter kouder dan -3°C
  • permafrost bodem
  • Alleen mossen en kleine struiken
  • Verklaring: door de breedteligging. Dichtbij de Noordpool
Denali NP, Alaska
permafrost = eeuwig bevroren ondergrond, waarbij het bovenste deel van de bodem in de zomer ontdooit; hierdoor ontstaan er veel ondiepe plassen

Slide 34 - Tekstslide

Hooggebergteklimaat
Tekst

Slide 35 - Tekstslide

hooggebergte klimaat
  • Op grote hoogte (>1500   meter) 
  • valt veel neerslag (sneeuw)
  • Verklaring: hoe hoger hoe kouder
Yosemite NP

Slide 36 - Tekstslide

hooggebergte vegetatie 

Van het dal naar de top:
  • Loofbos
  • Naaldbos
  • weiden en kale rotsen
  • eeuwige sneeuw

Slide 37 - Tekstslide

De warme klimaten
Verklaring:
-breedteligging
- invloed van de zee

Slide 38 - Tekstslide

Tekst
Hawaii: Tropisch klimaat

Slide 39 - Tekstslide

tropisch regenwoud klimaat
  • temperatuur is altijd hoger dan 18°C
  • warm en vochtig, met veel neerslag
  • Tropisch regenwoud
  • alleen op Hawaii! 
  • Verklaring: Door de breedteligging!
Kauai, Hawaii

Slide 40 - Tekstslide

Savanneklimaat
Tekst

Slide 41 - Tekstslide

savanneklimaat
  • zomers heet (32°C) en   vochtig
  • in winters valt veel   minder neerslag
  • in Florida. Moerasachtige gebieden met grassen en bomen
  • Verklaring: breedteligging.
Everglades NP, Florida

Slide 42 - Tekstslide

Mediterraan klimaat
Tekst

Slide 43 - Tekstslide

mediterraan klimaat
  • warme droge zomers, zachte winters. 
  • neerslag valt vooral in winter door de aanlandige zeewind.
    In de zomer waait er een aanlandige wind. (=droog)
  • Verklaring: de breedteligging en de invloed van de zee 
Big Sur, Californië

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Intensieve veeteelt
Intensieve veeteelt
Zomertarwe (granen)
Sojabonen, maïs, varkens en rundveemesterijen
Wintertarwe (granen)
Extensieve veeteelt (en delen geïrrigeerd gebied)
groenten, fruit, katoen, tabak, citrusvruchten en pinda’s.
groente en fruit
groente en fruit
Landbouwgebieden in de VS
- Het oosten van de V.S. is nat.
- Het westen van de V.S. is droog.
- Een gordel waar ze zich gespecialiseerd hebben in één gewas is een belt.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link

huiswerk:
Maken de opdrachten van paragraaf 3.3

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video