Spreekvaardigheid A1 en A2

• Nederlands
• ISK

Spreekvaardigheid

Leerdoelen

Je werkt aan spreekopdrachten

We oefenen samen met Spreektaal 

Programma

1 groep bereidt spreekbeurt voor

1 groep doet de opdrachten uit Spreektaal met mij

Thema: wonen

Programma

Portfolio opdrachten behandelen

Groep 1 werkt aan de boekopdracht 

Groep 2 oefent met zich voorstellen, mensen beschrijven en een dialoog voeren)

Opdrachten

Waar woon ik en hoe?

- Je beschrijft het huis waar je nu woont (1,5 minuten)

- Vertel bijvoorbeeld :

in welke stad en straat jouw huis staat

Hoeveel kamers het huis heeft

Hoe jouw eigen kamer eruit ziet

Wie er in jouw huis wonen

Of jouw huis een tuin of balkon heeft, 

Of jouw huis een trap of lift heeft

Alles over mijn hobby

Je gaat een interview houden met een Nederlands iemand. In het gesprek:

- Begroet je elkaar

- Vraag je hoe het gaat

- Vraag je iemand hoe lang iemand op school zit of heeft gezeten,

- Vertel je ook waar je zelf op school zit en hebt gezeten.

- Vraag je wat die iemand wel en niet leuk vindt op school

- Vertel je ook zelf wat je wel of niet leuk vindt

- Zeg je elkaar gedag

- Neem het interview op met je mobiele telefoon, minimaal 2 en maximaal 5 minuten duren.

- Je laat het gesprek horen in de klas.

- De docent beoordeelt het gesprek en schrijft dit in jouw map.

Tips  en tops

Is het verstaanbaar?

Hoe is de presentatie?

Voorgelezen of los van het papier ?

Is de opdracht geslaagd? (Weet je nu iets over iemands hobby, persoon, een boek enzovoort)?

Wat vond je bijzonder?

Hoe kan het nog beter?

Stel een vraag met: wie, wat, waar, waarom of hoe!

Wie ben ik?

Opdracht 1: Eén minuut spreekbeurt over jezelf

 

- Je vertelt voor de klas een minuut lang iets over jezelf en/of jouw familie

- Vertel bijvoorbeeld :

 Waar je vandaan komt

 Hoe lang je in Nederland bent

 Waar jouw familie woont

 Wat je wilt doen in Nederland (toekomstdroom)

Opdracht 3: Praten over school

Je gaat een interview houden met een Nederlander. In het gesprek: 

Begroet je elkaar
Vraag je hoe het gaat
Vraag je iemand hoe lang iemand op school zit of heeft gezeten,
Vertel je ook waar je zelf op school zit en hebt gezeten.
Vraag je wat die iemand wel en niet leuk vindt op school

Vertel je ook zelf wat je wel of niet leuk vindt

Zeg je elkaar gedag

- Neem het interview op met je mobiele telefoon.

- Het gesprek moet minimaal 2 en maximaal 5 minuten duren.

- Je laat het gesprek horen in de klas.

- De docent beoordeelt het gesprek en schrijft dit in jouw map.

Tips  en tops

Groep 1 let op: 

Is het verstaanbaar?

Hoe is de presentatie?

Voorgelezen of los van het papier ?

Groep 2 geeft feedback op:

Vertel wat je geleerd hebt?

Wat vond je bijzonder te horen? Wat zou je nog willen weten?

Hoe kan het nog beter?

Stel een vraag met: wie, wat, waar, waarom of hoe!

Wie ben ik?

Opdracht 1: Eén minuut spreekbeurt over jezelf

 

- Je vertelt voor de klas een minuut lang iets over jezelf en/of jouw familie

- Vertel bijvoorbeeld :

 Waar je vandaan komt

 Hoe lang je in Nederland bent

 Waar jouw familie woont

 Wat je wilt doen in Nederland (toekomstdroom)

Begroetingen

Begroeten start met: 

Bijvoorbeeld:

- hallo, dag, hoi

-goedemorgen; 

-goedemiddag; 

- goedenavond;

-goedenacht.

Kennismaken - jezelf voorstellen

Opdracht

Stel jezelf kort voor in je groepje. 

Vertel:

Je naam, welke talen je spreekt, een slechte eigenschap van je, een goede eigenschap van je.

3 x vragen naar jou

Waar kom je vandaan?

Hoe oud ben jij?

Wat zijn jouw hobby's

3 x vertellen wie je bent

Ik kom uit ....

Ik ben x jaar oud

Ik hou van ...

Opdracht

Maak de vragen van de hand out en voer daarna een gesprek met elkaar over wie je bent

Klaar? Werk dan aan je presentatie voor morgen!

3 x vragen naar een naam

Hoe heet jij?

Wie ben jij?

Wat is jouw naam?

3 x vertellen wie je bent

Ik heet ...

Ik ben ...

Mijn naam is ...

Opdracht

Stel jezelf kort voor. Vertel:

Je naam, welke talen je spreekt, een slechte eigenschap van je, een goede eigenschap van je.

Opdracht

Beschrijf wie deze mensen zijn. Geef antwoord op de 5 vragen hiernaast.

Speel met elkaar de dialoog na.

Je begroet elkaar

Je voert een kort gesprekje

Opdracht 2   A2

- Je kiest een (Nederlands boek) dat je gelezen hebt en leuk vindt. Je gaat een presentatie houden die minimaal 5 minuten duurt

Je mag een powerpoint maken, hoeft niet. Je neemt je boek mee naar de presentatie.

- Je vertelt :

1. Hoe het boek heet (titel)
   
2. Wie het boek geschreven heeft (auteur)
   
3. Waar het boek over gaat ( inhoud, minimaal 1 minuut!)
   
4. Op welke plek het boek zich afspeelt
   
5. Je geeft een beschrijving van de hoofdpersonen (minimaal 1 minuut)
   
6. Je vertelt iets over het leven van de schrijver (minimaal 1 minuut)
   
7. Je leest een spannende, leuke of interessante pagina uit het boek voor
   
8. Je geeft het boek een rapportcijfer en vertelt waarom je dat cijfer geeft.
   

Programma

Werken aan de portfolio opdrachten 

Groep 1 presenteert opdracht 1 (praten over jezelf), hele groep stelt vragen en geeft feedback

Deel 2: Introductie portfolio groep 2 (Anne Frank)

groep 1 werkt verder aan hun opdracht

Wat weet je al over je klasgenoot?

Wat weet je al over je klasgenoot?

Wat zie je je klasgenoot doen in 2040?

Wat zie je je klasgenoot doen in 2040?

Wat zie je je klasgenoot doen in 2040?

Welke vraag heb je nog over je klasgenoot?

Welke vraag heb je nog over je klasgenoot?

Schrijf hier een tip en een top voor jouw klasgenoot

Voortgang

Team Meyra C1 H3

Team Tuna C1 H6

Team Oiaouhui C2 H1

Team Khadija C2 H4

Verdieping

Team Meyra: Vertel iets over het liefste of het raarste familielid

Team Tuna: Beschrijf het uiterlijk van de personen op de handout en laat je klasgenoot raden wie het is

Team Qiaochui: Maak een advertentie om je liefste konijn te verkopen en noem kort waarom je konijn weg moet.

Team Khadija: Kies een influencer die je raar vindt (gebruik samengestelde zinnen met want en omdat)

Lever hier de afbeelding van de influencer in.

Oefening

Ik ben terug van vakantie en ik ben vergeten?

Mijn lievelingsjas!