H3 woordenschat NN

H3 Woordenschat
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

H3 Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les ken je de woorden en uitdrukkingen uit H3 woordenschat.

Slide 2 - Tekstslide

UITDRUKKINGEN

- combinatie van woorden die samen een eigen,

soms figuurlijke, betekenis hebben


- als je niet weet wat een uitdrukking betekent, dan zoek je in het woordenboek naar het eerste belangrijke woord uit de uitdrukking

Slide 3 - Tekstslide

de smaak te pakken hebben
A
iemand die bepaalt wat in de mode is
B
over verschil in smaak moet men geen ruzie maken
C
lekker bezig zijn
D
iets verpest hebben

Slide 4 - Quizvraag

smakeloos (fig)
A
niet leuk, niet van goede smaak getuigend
B
een hekel hebben aan iets
C
niet leuk gevonden worden
D
niet meteen blij zijn

Slide 5 - Quizvraag

over smaak valt niet te twisten
A
naar mijn mening, vind ik
B
iets heel gewoon vinden
C
de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
D
over verschil in smaak moet men geen ruzie maken

Slide 6 - Quizvraag

smaakmaker
A
hij heeft er heel veel trek in
B
grote blijdschap
C
heel veel
D
iemand die bepaalt wat in de mode is

Slide 7 - Quizvraag

naar mijn smaak
A
niet van goede smaak getuigend
B
zo simpel is het
C
schatten, waarderen
D
naar mijn mening, vind ik

Slide 8 - Quizvraag

niet in goede aarde vallen
A
een hekel hebben aan iets
B
niet leuk gevonden worden
C
ervandoor gaan
D
iets verpest hebben

Slide 9 - Quizvraag

iets de normaalste zaak van de wereld vinden
A
iets heel gewoon vinden
B
zo simpel is het
C
dat is heel duidelijk
D
dat was net op tijd

Slide 10 - Quizvraag

dat is het hele eieren eten
A
iets heel gewoon vinden
B
zo simpel is het
C
de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
D
dat was net op tijd

Slide 11 - Quizvraag

Nu jij: wat is
'naar mijn smaak'?

Slide 12 - Open vraag

met zijn neus in de boter vallen
A
iets heel gewoon vinden
B
ervandoor gaan
C
op de goede plaats zijn
D
het kost veel

Slide 13 - Quizvraag

niet te vroeg juichen
A
niet meteen blij zij
B
niet meteen blij zijn
C
ets verpest hebben
D
grote blijdschap

Slide 14 - Quizvraag

een doodzonde
A
iets heel ergs
B
een onfatsoenlijk persoon
C
iets verpest hebben
D
een ongeluk gebeurt al snel

Slide 15 - Quizvraag

in aanvaring komen met iemand
A
niet leuk gevonden worden
B
een onfatsoenlijk persoon
C
ruzie krijgen met iemand
D
een onaangenaam klusje opkanppen

Slide 16 - Quizvraag

door de zure appel heen bijten
A
iets heel ergs
B
iets verpest hebben
C
een onaangenaam klusje opknappen
D
ervandoor gaan

Slide 17 - Quizvraag

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken


- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


- ookwel beeldspraak genoemd

Slide 18 - Tekstslide

door de zure appel heen bijten
1. figuurlijk
2. letterlijk

Slide 19 - Open vraag

met zijn neus in de boter vallen
1. figuurlijk
2. letterlijk

Slide 20 - Open vraag

iets door de vingers zien
1. figuurlijk
2. letterlijk

Slide 21 - Open vraag

de benen nemen
A
op de goede plaats zijn
B
iets verpest hebben
C
ervandoor gaan
D
waar iets vandaan komt, oorsprong

Slide 22 - Quizvraag

een ongelikte beer
A
iets heel ergs
B
dat is heel duidelijk
C
een onfatsoenlijk persoon
D
ruzie krijgen met iemand

Slide 23 - Quizvraag

het wel kunnen schudden
A
iets verpest hebben
B
waar iets vandaan komt, oorsprong
C
er zijn meer manieren om iets te bereiken
D
iets heel ergs

Slide 24 - Quizvraag

de kogel is door de kerk
A
de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
B
dat was net op tijd
C
dat is heel duidelijk
D
een onaangenaam klusje opknappen

Slide 25 - Quizvraag

dat staat als een paal boven water
A
de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
B
dat is heel duidelijk
C
dat was net op tijd
D
schatten, waarderen

Slide 26 - Quizvraag

dat was op de valreep
A
het kost veel
B
iets verpest hebben
C
dat was net op tijd
D
een ongeluk gebeurt al snel

Slide 27 - Quizvraag

het water loopt hem in de mond
A
grote blijdschap
B
het kost veel
C
hij heeft er heel veel trek in
D
iets heel ergs

Slide 28 - Quizvraag

vele wegen leiden naar Rome
A
ervandoor gaan
B
dat was net op tijd
C
er zijn meer manieren om iets te bereiken
D
waar iets vandaan komt, oorsprong

Slide 29 - Quizvraag

herkomst
A
waar iets vandaan komt, oorsprong
B
van hoge afkomst, uit een goede familie
C
schatten, waarderen
D
zeer ervaren

Slide 30 - Quizvraag

extase
A
het kost veel
B
heel veel
C
versieren
D
grote blijdschap

Slide 31 - Quizvraag

er hangt een prijskaartje aan
A
schatten, waarderen
B
het kost veel
C
zeer ervaren
D
dat is heel duidelijk

Slide 32 - Quizvraag

taxeren
A
schatten, waarderen
B
versieren
C
iets heel gewoon vinden
D
geen idee hebben

Slide 33 - Quizvraag

van stand
A
ergens verstand van hebben
B
zeer ervaren
C
van hoge afkomst
D
uit een goede familie

Slide 34 - Quizvraag

decoreren
A
schatten
B
ergens verstand van hebben
C
versieren
D
geen echte kunst

Slide 35 - Quizvraag

door de wol geverfd
A
geen idee hebben
B
ergens verstand van hebben
C
heel veel
D
zeer ervaren

Slide 36 - Quizvraag

ergens kaas van gegeten hebben
A
tegenspreken, aantonen dat iets niet waar is
B
ergens verstand van hebben
C
versieren
D
zeer ervaren

Slide 37 - Quizvraag

weerleggen
A
ergens verstand van hebben
B
tegenspreken, aantonen dat iets niet waar is
C
zeer ervaren
D
iets heel ergs

Slide 38 - Quizvraag

als puntje bij paaltje komt
A
iets niet bestraffen
B
veel duidelijk maken
C
als het erop aankomt
D
ergens verstand van hebben

Slide 39 - Quizvraag

een ongeluk zit in een klein hoekje
A
iets heel ergs
B
iets niet bestraffen
C
iets verpest hebben
D
een ongeluk gebeurt al snel

Slide 40 - Quizvraag

nu jij: wat is
'door de wol geverfd'?

Slide 41 - Open vraag

boekdelen spreken
A
ergens verstand van hebben
B
tegenspreken, aantonen dat iets niet was is
C
dat is heel duidelijk
D
veel duidelijk maken

Slide 42 - Quizvraag

iets door de vingers zien
A
geen idee hebben
B
iets niet bestraffen
C
geen idee hebben
D
hij heeft er heel veel trek in

Slide 43 - Quizvraag

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 44 - Tekstslide