V4_(3) soorten argumentatie

Soorten argumentatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Soorten argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Standpunt = mening  p. 119
positief standpunt
negatief standpunt
standpunt van twijfel

Slide 2 - Tekstslide

Een positief standpunt herken je aan de volgende constructie:
A
Ik vind het beter om
B
Ik weet niet zeker of
C
Ik vind het beter om niet
D
--

Slide 3 - Quizvraag

Een negatief standpunt herken je aan de volgende constructie
A
Ik vind het beter om thuis les te krijgen.
B
Ik ben er nog niet uit of het goed is...
C
Ik vind het beter om niet...
D
--

Slide 4 - Quizvraag

Een standpunt van twijfel herken je aan de volgende constructie:
A
Ik vind het beter om thuis les te krijgen
B
Ik ben er nog niet uit of het goed is...
C
Ik vind het beter om niet...

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Soorten argumentatie   p. 121
Argumentatie op basis van:
- feiten
- onderzoek/wetenschap
- normen en waarden
- vermoedens
- geloof/overtuiging
- gezag/autoriteit

Slide 7 - Tekstslide

De maximumsnelheid moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van gezag/autoriteit
C
Argumentatie op basis van geloof
D
Argumentatie op basis van vermoedens

Slide 8 - Quizvraag

Die winkelier moet gestraft worden. Je slaat iemand toch niet neer, omdat hij een brood steelt.
A
Argumentatie op basis van feiten
B
Argumentatie op basis van nut
C
Argumentatie op basis van geloof
D
Argumentatie op basis van normen en waarden

Slide 9 - Quizvraag

Het Interkerkelijk Vredesberaad is principieel tegen elke vorm van geweld.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van gezag/autoriteit
C
Argumentatie op basis van feiten
D
Argumentatie op basis van geloof of overtuiging

Slide 10 - Quizvraag

Was regelmatig uw handen, want het voorkomt infecties.
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van nut
C
Argumentatie op basis van vermoedens
D
Argumentatie op basis van gezag/autoriteit

Slide 11 - Quizvraag

De nieuwe iPhone kan je het beste bij Tele2 kopen, daar is hij het goedkoopst.
A
Argumentatie op basis van vermoeden
B
Argumentatie op basis van feiten
C
Argumentatie op basis van gezag
D
Argumentatie op basis van onderzoek

Slide 12 - Quizvraag

Stacey gaat volgens mij helemaal niet naar Australië, ik denk namelijk niet dat ze slaagt.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van vermoedens
C
Argumentatie op basis van onderzoek
D
Argumentatie op basis van normen en waarden

Slide 13 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?
Noteer in een woord.

Slide 14 - Open vraag

Ballondebat

Slide 15 - Tekstslide

Het ballondebat
- Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Geert Wilders, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)

- Noteer waarom deze BN'er  van belang is voor Nederland.

timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Maar dan gaat het mis! De ballon dreigt tegen de kerk aan te vliegen.......

Om snel op te stijgen, moeten er 2 BN'ers overboord gegooid worden.

Slide 17 - Tekstslide

Ronde 1

Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten.

Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Maar dan gaat het opnieuw mis! De ballon dreigt tegen een ander hoog gebouw aan te vliegen........

Slide 19 - Tekstslide

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn!
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Wie is de winnaar?

Slide 21 - Tekstslide

Herhaling
Beschrijf kort:

- standpunt
- argument
- feitelijk vs. waarderend argument
- tegenargument
- weerlegging

Slide 22 - Tekstslide