5V - SE 4

5V - SE 4
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5V - SE 4

Slide 1 - Tekstslide

G.F. Händel – Serse
Serse (Xerxes) is een opera van Händel uit 1738.
De volgende vier vragen gaan over deze opera.
Voorlezen

Slide 2 - Tekstslide

Je hoort het eerste deel uit de opera 'Serse'  van G.F. Händel. De partij van viool 1 staat hieronder. De eerste viool versiert de melodie enkele keren door een triller te spelen. De eerste triller is gegeven.

 

1. Omcirkel op nog zes plaatsen de noot waar een triller gespeeld wordt.
Voorlezen

Slide 3 - Sleepvraag


'Serse' wordt uitgevoerd door een barokorkest. In dit eerste deel hoor je de strijkersgroep aangevuld met een voor de barok kenmerkend instrument.

2a. Welk instrument is dat?
2b. Hoe noem je een dergelijk openingsstuk?
Voorlezen
Voorlezen

Slide 4 - Open vraag


Je hoort een ander deel uit Serse.
3a. Welk type compositie is dit? 
3b. Geef drie redenen waarom je voor je antwoord gekozen hebt. 
Voorlezen

Slide 5 - Open vraag

Als laatste uit deze opera hoor je een koordeel.
4. Omcirkel de juiste antwoorden.

• Het ritme van de koorstemmen is  gelijk / ongelijk.

• Ze zingen onafhankelijke  melodieën / akkoorden.

• Er is  wel / geen  sprake van imitatie.

• Het koor zingt  homofoon / polyfoon.

Voorlezen

Slide 6 - Sleepvraag

J.S. Bach – Brandenburgs Concert no. 2

Dit blok bestaat uit vijf vragen.
Voorlezen

Slide 7 - Tekstslide



Dit Brandenburgs Concert is een concerto grosso. Hierboven staat het thema afgebeeld. Het thema wordt door vier solisten achtereenvolgens ingezet. 

5. Welke instrumenten zijn dat?
Voorlezen
A
trompet- hobo-blokfluit- viool
B
trompet- hobo-dwarsfluit- cello
C
trompet- hobo- viool- blokfluit
D
trompet- dwarsfluit-blokfluit- viool

Slide 8 - Quizvraag


Je krijgt hetzelfde fragment nog een keer te horen. Het thema staat afgebeeld.
6. Is dit een fuga? Verklaar je antwoord.
Voorlezen

Slide 9 - Open vraag


Aan de basis van de compositie ligt de basso continuo. 
7. Wat is een basso continuo?
Voorlezen

Slide 10 - Open vraag


8. Door welke instrumenten wordt het basso continuo in dit concert uitgevoerd?
Voorlezen

Slide 11 - Open vraag


In het thema zit een sequens.


9. Geef de sequens in het thema boven de noten aan.
Zet een pijl bij het begin van de sequens en een pijl aan het eind.

Voorlezen

Slide 12 - Sleepvraag

J.S. Bach – So Ist Mein Jesus Nun Gefangen,
uit: Matthäus-Passion
Dit blok heeft zes vragen.
Voorlezen

Slide 13 - Tekstslide



Je hoort een aria uit de Mattheuspassie van Bach. 
De aria opent met een instrumentale inleiding van het orkest, aangevuld met twee houtblazers die de melodieën spelen. 

10. Welke twee (dezelfde) houtblazers zijn dat?
Zie notenvoorbeeld
Voorlezen
A
traverso's
B
hobo's
C
blokfluiten
D
dwarsfluiten

Slide 14 - Quizvraag


Vergelijk de twee melodieën uit de vorige vraag
 
11. Geef de technische term voor de relatie tussen de twee stemmen.

Zie notenvoorbeeld
Voorlezen

Slide 15 - Open vraag


Je hoort nog een keer het instrumentale begin van de aria.
Na enige tijd zetten de twee zangers in met dezelfde melodieën op 
de tekst ‘So ist mein Jesus nun gefangen’.

12. Geef met een pijl in de noten aan vanaf waar de zangmelodieën afwijken van de partijen hieronder. Ga uit van de onderste partij.

Voorlezen

Slide 16 - Sleepvraag


Hoewel de inzetten van de twee zangers hetzelfde zijn als de inzetten van de twee instrumenten is er toch ook een verschil. 

13. Wat is dat verschil?

inzet instrumenten
inzet zangstemmen
Voorlezen

Slide 17 - Open vraag


14. Welke stemsoorten hebben de zangers?
Voorlezen
A
alt en tenor
B
sopraan en alt
C
sopraan en countertenor
D
sopraan en tenor

Slide 18 - Quizvraag


15. Noem twee overeenkomsten én twee verschillen tussen een passie en een opera.

Aan het begin van de toets hoorde je delen uit een opera.

Voorlezen

Slide 19 - Open vraag

J.S. Bach - Das wohltemperierte Klavier II, Fuga 24
Dit vragenblok (uit het examen 2014) gaat over een fuga voor klavecimbel van Johann Sebastian Bach (1685 - 1750).

Het vragenblok bestaat uit negen vragen.

Voorlezen

Slide 20 - Tekstslide

Beluister de Expositie
Voorlezen

Slide 21 - Tekstslide

16. Omcirkel in het notenvoorbeeld de eerste noot van elke thema-inzet.
Voorlezen

Slide 22 - Sleepvraag

Beluister de Expositie
Voorlezen

Slide 23 - Tekstslide


17. Wat is de functie van de ais (maat 1)?
Notenvoorbeeld Expositie
Voorlezen

Slide 24 - Open vraag

Komt er in deze expositie een divertimento (tussenspel) voor?
Licht je antwoord toe. Beantwoord de vraag in het volgende scherm.
Voorlezen

Slide 25 - Tekstslide


18. Komt er in deze expositie een divertimento (tussenspel) voor?
Licht je antwoord toe. 
Voorlezen

Slide 26 - Open vraag


Het luisterfragment is de derde thema-inzet en het vervolg.
Het karakter van het vervolg verschilt van het karakter van het thema.
19. Noem drie verschillen tussen het thema en het vervolg.
Ga bij je antwoord uit van het vervolg.
Voorlezen

Slide 27 - Open vraag


Het begin van het hoofdthema is nogmaals afgedrukt.

In de loop van de fuga klinkt het thema in een
andere toonsoort:
20. Geef de technische term voor de relatie tussen beide toonsoorten.
Voorlezen

Slide 28 - Open vraag

Van een gedeelte uit de doorwerking is de volledige partij afgedrukt.
In het gedeelte komt twee keer een chromatische reeks van vier tonen voor.
21. Omcirkel de maatnummers van één van die reeksen.
Voorlezen

Slide 29 - Sleepvraag


Deze fuga is geschreven in de barok. Een fuga is een polyfone vorm
waarin imitatie voorkomt.
22. Noem twee andere barok-kenmerken die in het fragment te horen zijn.
Voorlezen

Slide 30 - Open vraag

Luister naar het slot van de fuga.
23. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is.
Voorlezen
onjuist
juist
juist
juist
onjuist
onjuist

Slide 31 - Sleepvraag

Luister naar het slot van de fuga op klavecimbel en het slot van de fuga op piano.
De notatie is voor beide instrumenten hetzelfde, maar de uitvoeringen
verschillen.
24. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is.
klavecimbel
piano
Voorlezen
juist
juist
onjuist
onjuist

Slide 32 - Sleepvraag

Kovacs / Diggin´
Dit  vragenblok gaat over het nummer Diggin´ uit 2015 van de Nederlandse zangeres Sharon Kovacs.
Het vragenblok bestaat uit zes vragen en komt uit het examen van 2017.
Voorlezen

Slide 33 - Tekstslide


Het fragment is de intro. De begeleiding bestaat uit drie lagen met een eigen ritme dat telkens herhaald wordt. Het ritme van één laag is weergegeven. Deze laag van de begeleiding speelt een melodisch ostinaat.
25. Hoe vaak wordt het volledige melodische ostinaat motief gespeeld?
Voorlezen
A
twee keer
B
drie keer
C
vier keer

Slide 34 - Quizvraag


Het fragment is het begin van couplet 1. De tekst is weergegeven. 
Het vormschema van regel 1 t/m 4 is met letters weergegeven.
26. Verklaar het accent bij regel 4, gelet op de zangmelodie.
Voorlezen

Slide 35 - Open vraag

Het fragment dat je hoort  is een refrein waarin het grootste gedeelte van de tekst is weggelaten.
27. Op welke tel van de maat worden de onderstaande woorden gezongen?
Voorlezen
eerste
tweede
derde
derde
derde
derde

Slide 36 - Sleepvraag

Luister naar regel 1 en 2 van het refrein. De tekst is weergegeven.


28. Wat is het ritme van regel 2? Kruis steeds één van de twee motieven aan die het ritme het best weergeeft.
Voorlezen

Slide 37 - Sleepvraag

Je hoort couplet 2 met één maat vooraf. De tekst staat hieronder afgedrukt.
29. Geef met kruisjes in het schema aan of de zang bij elke regel net voor, op of net na de eerste tel van de maat begint.
Voorlezen

Slide 38 - Sleepvraag


Het fragment is het refrein. In de begeleiding is de melodie van de intro verwerkt. 
De hele melodie van de intro is (zonder) versieringen weergegeven.
30. Welke maten uit de intro worden achtereenvolgens in de begeleiding gespeeld.
melodie intro
Voorlezen
A
1 - 2 - 3 - 4 - 1 - 2 - 5 - 6
B
1 - 2 - 3 - 4 - 1 - 2 - 7 - 8
C
1 - 2 - 1 - 2 - 1 - 2 - 7 - 8

Slide 39 - Quizvraag

Het laatste blok bestaat uit een drie theorievragen.
Voorlezen

Slide 40 - Tekstslide


31. Geef de volledige benaming voor de akkoorden bij 1, 2, 3 en 4.
Voorlezen

Slide 41 - Open vraag


32. In welke toonsoort staat het begin?
Voorlezen

Slide 42 - Open vraag


33. Wat is de toonsoort van het begin van dit fragment?
Voorlezen

Slide 43 - Open vraag

Dat was het...
Je bent klaar! 

Slide 44 - Tekstslide