B2: Longventilatie

Thema 3: Gaswisseling en Uitscheiding
Basisstof 2: Longventilatie

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Gaswisseling en Uitscheiding
Basisstof 2: Longventilatie

Slide 1 - Tekstslide

B2: Longventilatie
Leerdoelen
Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt
Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen
Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Long
Om longweefsel zit het longvlies. Deze ligt tegen het borstvlies aan.
Het borstvlies is vergroeid met de ribben en de tussenliggende spieren.

Als er lucht komt tussen het longvlies en het borstvlies is er sprake van een klaplong. De long ‘klapt’ in elkaar. Deze lucht kan met een drain worden verwijderd.

Slide 4 - Tekstslide

Interpleurale ruimte

Een dun laagje vocht
       in een vacuum "ruimte"

     In de interpleurale ruimte
 heerst een negatieve druk (lager dan de buitendruk)

Slide 5 - Tekstslide

Luchtdruk

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Longventilatie
Longventilatie zijn de bewegingen die  nodig zijn om lucht van binnen naar buiten te krijgen en andersom.

Bij iedere inademhaling wordt het zuurstofgehalte verhoogt en bij iedere uitademing wordt het koolstofdioxidegehalte verlaagd.

Het koolstofgehalte in het bloed zorgt voor een ademprikkel in de hersenstam.

Slide 8 - Tekstslide

Longventilatie
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats 
Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"

Ingeademde lucht: 20% zuurstof
Uitgeademde lucht: 16% zuurstof
De lucht in de longblaasjes bevat 
ongeveer 13% zuurstof

Hoe kan dit verklaard worden?
Longblaasjes
O2 13%
In -->
O2 20%
Uit <--
O2 16%

Slide 9 - Tekstslide

Borstademhaling
(ribademhaling)
Buikademhaling
(middenrifademhaling)

Slide 10 - Tekstslide

Borstademhaling

Slide 11 - Tekstslide

Buikademhaling

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Ademvolume
Het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust. Bij de inademing zijn er wel spieren betrokken. De uitademing gaat onder invloed van de zwaartekracht.
Binas 83B

Slide 15 - Tekstslide

Respirogram (1)
  • Ademvolume (V): het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust.

  • Vitale capaciteit (VC): de vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht die je uitademt na een hele diepe inademing en een krachtige uitademing.

  • Restvolume (RV): zelfs na een hele diepe uitademing blijft er nog lucht achter in je longen. Deze achtergebleven hoeveelheid lucht noemen we het restvolume.

  • Longcapaciteit (TC): de longcapaciteit is de werkelijke inhoud van de longen. Deze bestaat uit de (te meten) vitale capaciteit en het restvolume van de longen.



V = ademvolume
IRV = inspiratoir reservevolume
ERV = expiratoir reservevolume
RV = restvolume
VC = vitale capaciteit
TC = (Totale) Longcapaciteit

Slide 16 - Tekstslide

Respirogram (2)
  • Inspiratoir reservevolume (IRV) = lucht die bij een diepe inademing extra wordt ingeademd
  • Expiratoir reservevolume (ERV) = lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd
  • Restvolume (RV) = lucht die na diepe uitademing achterblijft in de longen 


V = ademvolume
IRV = inspiratoir reservevolume
ERV = expiratoir reservevolume
RV = restvolume
VC = vitale capaciteit
TC = (Totale) Longcapaciteit

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Het regelen van je ademhaling
De zintuigcellen meten de hoeveelheid CO2

De zintuigcellen sturen impulsen naar het ademcentrum

Het ademcentrum stuurt impulsen naar de tussenrib- en middenrifspieren

Je ademhaling verandert

De zintuigcellen meten de hoeveelheid CO2

Slide 19 - Tekstslide

Chemoreceptoren
Rekreceptoren

Slide 20 - Tekstslide

Ademprikkel
Het ademcentrum reageert op prikkels van het lichaam (chemoreceptoren in de aortaboog).
Zeer lage O2 concentratie bloed: 
ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

Hormonen (zoals adrenaline) beinvloeden ook je ademcentrum.

Slide 21 - Tekstslide

Rekreceptoren
Rekreceptoren meten de mate van rekking in de longen. Bij het afgeven van een impuls wordt de inademing geremd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

B2: Longventilatie
Leerdoelen
Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt
Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen
Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld

15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 




Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Ik heb de leerdoelen van basisstof 1 en 2 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 29 - Open vraag