KA 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, gro

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

Democratische

Revolutie

De "eed op de kaatsbaan" (1789)

KA 28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

KA 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Tijdvak 7

Doelen

Je kan aan het einde van de les:

- Beschrijven wat het absolutisme is; 

- uitleggen wat een democratische revolutie is;

- uitleggen waarom de Franse Revolutie de 'revolutie der revoluties' genoemd wordt;

- de vier fasen in de Franse Revolutie beschrijven.

Welk van deze discussies hoorde NIET bij de Verlichting?

1. Discussie over het geloof; iedereen moest vrij zijn om te geloven
2. Discussie over het bestuur; een vorst zou niet moeten de enige macht moeten zijn
3. Discussies over gelijkheid; mensen zijn gelijk aan elkaar
4. Discussies over wetenschap; echte kennis komt uit zintuigelijke waarnemingen

Leg uit wat het begrip natuurlijke rechten betekent.

Democratische
Revoluties

Frankrijk in de 18e Eeuw, de standenmaatschappij en het absolutisme.

Absolutisme

• Absolutisme = vorst/koning heeft alle macht.
  
• Mag zelf alles beslissen
• God heeft bepaald dat hij de macht heeft.
• Le droit Divin
• Louis XIV van Frankrijk (de zonnekoning)

het verlicht absolutisme

Absolute vorst: Lodewijk XVI

Frankrijk is failliet, Lodewijk XVI roept in 1789 voor het eerst in 175 jaar het parlement bij elkaar voor nieuwe belastingen.

In het parlement werd per stand gestemd. De derde stand is hier zeer ontevreden over.

De Franse Revolutie

• Radicaler dan de eerdere revoluties, en

• Half Europa raakt bij de Frans Revolutie betrokken.

Nationale

Vergadering

De derde stand loopt weg en richt de Nationale Vergadering op, ter vervanging van het parlement.

Pogingen om deze revolutie te onderdrukken mislukken door steun van de Parijse burgers (bestorming van de Bastille).

Gematigde fase (I)

De Nationale Vergadering stelt de Verklaring van de rechten van de mens en de burger op (aug. 1789).

Hierin staan verlichte ideeën als 

vrijheid, gelijkheid en broederschap.

Ze schaffen ook de privileges van de eerste en tweede stand af.

Radicale fase (II)

1792: radicale revolutionairen (Jakobijnen) grijpen de macht. De revolutie ging nog niet ver genoeg!

Om die macht te behouden regeren ze door angst: de Terreur.

Lodewijk en Marie Antoinette worden onthoofd (1793).

Directoire (III)

De jakobijnen (o.l.v. Robespierre) worden afgezet.

Er komt een nieuw bestuur van de elite.

Zij verliezen langzaam de controle over het volk en moeten steeds meer vertrouwen op de hulp van het leger.

Alleenheerser (IV)

Napoleon, als een van de meest succesvolle en geliefde generaal, pleegt een staatsgreep.

Op 1799 komt Napoleon aan de macht (einde van de FR).

In 1804 kroont Napoleon zichzelf tot keizer.

Doelen

Je kan aan het einde van de les:

- Beschrijven wat het absolutisme is; 

- uitleggen wat een democratische revolutie is;

- uitleggen waarom de Franse Revolutie de 'revolutie der revoluties' genoemd wordt;

- de vier fasen in de Franse Revolutie beschrijven.

Andere democratische revoluties?

Een presentatie maken

- Maak aan de hand van de vragen op het werkblad een presentatie van maximaal 5 dia's 

- Gebruik je boek met het beantwoorden van de vragen

- Zoek een kenmerkend aspect die past bij de stof

- Sluit af met een dia over waarbij je de revolutie vergelijkt met de franse revolutie