Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 36 (20-05-2025) Grammar Past Simple to be + to have
English Grammar
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
English Grammar
Slide 1 - Tekstslide
Goals:
I know the Past Simple of "to be"
-----------------------------------------------------------------------I know the Past simple of "to have"
Slide 2 - Tekstslide
wat is de past simple?
A
Tegenwoordige tijd (iets wat zich nu afspeelt)
B
Verleden tijd (iets wat in het verleden afspeelde)
Slide 3 - Quizvraag
Past simple "to be"
De past simple van
to be
gebruik je wanneer je wilt zeggen dat iets vroeger was. Nu is dat voorbij.
She
was
angry at her parents.
We
were
at the hospital yesterday.
Slide 4 - Tekstslide
Past simple to be
Subject
Present
Past
I
am
was
You
are
were
he/she/it
is
was
we
are
were
you
are
were
they
are
were
Slide 5 - Tekstslide
I .... at the beach yesterday.
A
was
B
were
Slide 6 - Quizvraag
They ... at school last week.
A
was
B
were
Slide 7 - Quizvraag
She ... happy to be at work again.
A
were
B
was
Slide 8 - Quizvraag
Past Simple werkwoord "to be"
Als je
ontkenning
wilt maken met het werkwoord "to be", dan doe je
not
of
nt
achter
was/were
.
1. I
was not (wasn't)
at home.
2. You
were not (weren't)
at the movies.
3. It
was not (wasn't)
an easy decision.
Slide 9 - Tekstslide
past simple to have
Slide 10 - Tekstslide
past simple "to have"
"to have"
in de past simple gebruik je wanneer je wilt zeggen dat je iets in het verleden had. Nu heb je dat niet meer.
1. When she was young she
had
a big car.
2. We
had
a good time at the party.
Slide 11 - Tekstslide
past simple "to have"
Subject
Present
Past
I
have
had
You
have
had
he/she/it
has
had
we
have
had
you
have
had
they
have
had
Slide 12 - Tekstslide
Past simple "to have"
Wanneer je van een positieve zin een
negatieve
zin wilt maken gebruik je
didn't have
. Hiermee geef je dus aan dat je iets vroeger niet had.
didn't = did not
I
didn't have
breakfast this morning
We
didn't have
tests this whole week.
Slide 13 - Tekstslide
She ... long hair when she was a teenager.
Slide 14 - Open vraag
He ... Corona in 2020.
Slide 15 - Open vraag
You .... a bad week.
Slide 16 - Open vraag
To be / To have (on paper)
timer
14:00
Als de timer afgelopen is kijken we de opdrachten na.
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
T1_past simple to have + to be
June 2024
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
T1_past simple to have + to be
June 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
past simple to be + to have
January 2024
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
past simple to be + to have
November 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
past simple to be + to have
February 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
June 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
The Past Simple (Be/Have)
November 2024
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4