Bevolking en ruimte 5.1

Bevolking en Ruimte in Duitsland




Paragraaf 5.1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bevolking en Ruimte in Duitsland




Paragraaf 5.1

Slide 1 - Tekstslide

Natuurlijke bevolkingsgroei betekent
A
Dat er meer mensen migreren dan immigreren
B
Dat er meer mensen sterven dan immigreren
C
Dat er meer mensen sterven dan er geboren worden
D
Dat er meer mensen geboren worden dan dat er sterven

Slide 2 - Quizvraag

Sleep onderstaande begrippen naar de juiste plaats in de afbeelding
Ontgroening
Vergrijzing
Babyboom

Slide 3 - Sleepvraag

Leeftijdsopbouw van Duitsland
Sterke vergrijzing + ontgroening => hoe komt dat?
  1. Levensverwachting is gestegen, mensen worden ouder.
  2. Duitse babyboom begon later dan in NL: deze groep mensen gaat de komende jaren pas voor meer vergrijzing zorgen.
  3. Laag geboortecijfer => ontgroening.

Laag geboortecijfer door: de pil, vrouwen langer wachten met kinderen, meer vrouwen kinderloos.
Leeftijdsdiagram Duitsland

Slide 4 - Tekstslide

Bijzondere bevolkingsopbouw
Natuurlijke bevolkingsgroei: vanaf 1972 al sterfteoverschot!

Toch groei van bevolking

Sociale bevolkingsgroei:
Duitsland trekt heel veel migranten


Slide 5 - Tekstslide

Duitsland had dus een...
A
Sterfteoverschot
B
Vestigingsoverschot
C
Geboorteoverschot
D
Vertrekoverschot

Slide 6 - Quizvraag

4 groepen migranten

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de groep migranten naar het juiste jaartal
Vluchtelingen
Na 1945
Na 1960
Na 1990
Gastarbeiders
Volksduitsers

Slide 8 - Sleepvraag

Groep 1
Na WO II moest Duitsland veel grondgebied afstaan aan Rusland.

Hierdoor kwamen veel mensen die bij het grote Duitse Rijk hoorde (Oost-Europa) naar Duitsland.

 Het waren de zogenaamde Volksduitsers. 


Slide 9 - Tekstslide

Groep 2
Net als in NL kwamen na 1960 veel gastarbeiders. 

Voornamelijk uit Zuid-Europa
Met name uit Turkije 

Slide 10 - Tekstslide

Groep 3
Na 1990 komen veel vluchtelingen. Grotendeels economische vluchtelingen vanaf 1990 door de wetten politieke vluchtelingen. 

Denk nu ook aan Syrië.

Slide 11 - Tekstslide

Groep 4
Mensen uit andere lidstaten van de Europese Unie.

Voornamelijk uit Oost-Europa
zoals Polen.

Slide 12 - Tekstslide

Demografische transitie
Demografische = wetenschap over bevolking, bijv aantal jongens, meisjes, mensen, migranten

transitie = overgang

Slide 13 - Tekstslide

Het bevolkingsaantal verandert in 5 fasen. 

Slide 14 - Tekstslide

Vaak is fase 1 een arm land, in fase 5 is het land rijk geworden

Slide 15 - Tekstslide

fase 1 = 
Hoge geboortecijfers
& hoge sterftecijfers 

Slide 16 - Tekstslide

fase 2 = 
Hoge geboortecijfers
& lage sterftecijfers 
In deze fase groeit het land het hardst

Slide 17 - Tekstslide

fase 3 = 
Lagere geboortecijfers
& lage sterftecijfers 
In deze fase groeit het land wel nog maar minder snel

Slide 18 - Tekstslide

fase 4 = 
Lagere geboortecijfers
& lage sterftecijfers 
In deze fase een kleine groei 

Slide 19 - Tekstslide

fase 5 = 
lage geboortecijfers
& hoge sterftecijfers 
In deze fase ontstaat een sterfteoverschot
 

Slide 20 - Tekstslide

Afname natuurlijke bevolking
In Duitsland zal de bevolking sterk afnemen met 10.000.000 mensen!

De bevolkingspiramide zal breed zijn aan de top (vergrijzing)  en smal in de basis (ontgroening)

Slide 21 - Tekstslide

De pyramides horen alle vier bij Nederland. Sleep het juiste jaartal naar de bevolkingsgrafiek.
1950
1980
2010
2040

Slide 22 - Sleepvraag

Bij welke fase van het demografisch transitiemodel past de volgende bevolkingsdiagram?
A
fase 1
B
fase 2
C
fase 3
D
fase 4

Slide 23 - Quizvraag

Welke fase van het transitiemodel?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 24 - Quizvraag

Welke fase van het transitiemodel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quizvraag


DUITSLAND.
De bevolkingsgrafieken zijn van 1950 en 2015.
- Beargumenteer welke bevolkingsgrafiek van 1950 is.
Doe het zo:
> Kies eerst bevolkingsgrafiek 1 of bevolkingsgrafiek 2.
> Geef daarna een argument voor de keuze. 

Slide 26 - Tekstslide


Bevolkingsgrafiek 1.

Voorbeelden van een juist argument zijn:
− De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog en van de Tweede
Wereldoorlog zijn duidelijk zichtbaar.
− Het geboortecijfer is nog hoog.
− Mensen werden gemiddeld nog niet zo oud.
− In bevolkingsgrafiek 2 zijn relatief veel ouderen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide