De kracht van rivieren deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

De kracht van rivieren

methodeanalyse 

•  Er wordt gewerkt met alinea's en tussenkopjes om het overzichtelijk te houden.
• Begrippen die zwart zijn dik gedrukt horen bij de basiskennis, blauwe gedrukte begrippen horen bij de begrippenlijst achteraan in het hoofdstuk
• In duo's werken? staat aangegeven wanneer
• De deelvraag van vandaag is: Hoe steken rivieren in elkaar?

Lesverloop

1. Lesdoelen

2. Herhaling stof (benedenloop, middenloop en bovenloop)

3. Paar opdrachtjes 

4. Nieuwe stof

5. Afsluitende vragen

6. Aan huiswerk werken

Lesdoelen

1. De leerlingen zijn in staat om de tabel van de verschillende lopen van een rivier in te vullen

2. De leerlingen zijn in staat om in eigen woorden uit te leggen wat meanderen betekent

3. De leerlingen zijn in staat om in eigen woorden uit te leggen wat een stroomgebied is

4. De leerlingen zijn in staat om in eigen woorden uit te leggen hoe de waterkringloop werkt

Taaldoelen

1. De leerlingen kunnen in eigen woorden 5 dik gedrukte begrippen uitleggen

2. De leerlingen kunnen zoekend & actief lezen

Rivieren

Rivieren 

Rivieren hebben een standaard indeling en standaard onderdelen. 

Rivieren 

Water stroomt altijd van boven naar beneden. Bovenin stroomt het heel snel en hoe verder je naar beneden gaat hoe langzamer het water gaat stromen. 

Bovenloop

• in de bovenloop vindt zich de bron
• de rivier is hier smal
• snel stromend water
• afzetting: stenen
• water kan van gletsjers & regen

Middenloop

• Het water stroomt minder snel dan in de bovenloop
• Afzetting: grind
• De rivier begint te meanderen

       in de middenloop. Iemand 

       enig idee wat dit is?

Meanderen in de middenloop

In de middenloop kunnen rivieren gaan meanderen. Dit betekent dat rivieren steeds meer gaan kronkelen. In de volgende dia staat hier nog een plaatje van.

Binnenbocht = sedimentatie

Buitenbocht = erosie

Meanderen

Kan iemand mij uitleggen wat erosie & sedimentatie was?

Benedenloop

• Traag stromend water
• Afzetting: zand & klei
• Vertakken (delta vormen)
• De rivier is erg breed
• Nederland is de benedenloop

       van diverse rivieren

Bovenloop

Middenloop

Benedenloop

Tekst

Leg maar uit wat je ziet en wat de verschillen zijn.

Zelf aan de slag

Jullie krijgen zo dadelijk een tabel te zien. Lees de tekst van paragraaf 2 en vul in duo's de tabel in. 

x	bovenloop	middenloop	benedenloop
breedte
snelheid
afzetting
andere kenmerken

x	bovenloop	middenloop	benedenloop
breedte	smal	gemiddeld	breed
snelheid	snel	gemiddeld	traag
afzetting	stenen	grind	zand/klei
andere kenmerken		meanderen	vertakken/ vorming delta /monding

1. Bovenloop
2. Middenloop
3. Benedenloop

Bron

Benedenloop

Bovenloop

Monding 

Middenloop

Het slingeren van een rivier heet

1. Meanderen
2. Rivierslinger
3. Erosie
4. Sedimentatie

Sleep de onderdelen naar de juiste plek

Erosie

Sedimentatie

Meanders komen dichter bij elkaar

Rivier breekt door meanders heen

Hoefijzermeer

nieuwe stof

Het stroomgebied van de Rijn

Wat is hier nu het stroomgebied en hoe herken je dit?

Waterkringloop

Leg de waterkringloop maar uit 

 waterkringloop

Gemengde rivier

Regenrivier

Gletsjerrivier

Wat wordt met de donkergele kleur afgebeeld?

1. stroomstelsel
2. lengteprofiel
3. stroomgebied
4. waterscheiding

Lesdoelen

1. De leerlingen zijn in staat om de tabel van de verschillende lopen van een rivier in te vullen

2. De leerlingen zijn in staat om in eigen woorden uit te leggen wat meanderen betekent

3. De leerlingen zijn in staat om in eigen woorden uit te leggen wat een stroomgebied is

4. De leerlingen zijn in staat om in eigen woorden uit te leggen hoe de waterkringloop werkt

Huiswerk

Paragraaf 2 afmaken

Ik loop rond voor vragen