Deel 4 - Vermogensbeschermende Verzekeringen

WFT Schade Particulieren
Hoofdstuk 4
Vermogensbeschermende Verzekeringen
1 / 190
volgende
Slide 1: Tekstslide
ANT2+BeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 190 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

WFT Schade Particulieren
Hoofdstuk 4
Vermogensbeschermende Verzekeringen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
Start maken met 3.1 Aansprakelijkheid. 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen: 
Aan het einde van deze les: 
- weet je wat het begrip aansprakelijkheid inhoudt;
- weet je het verschil tussen wettelijke een contractuele aansprakelijkheid en weet je alles over de onrechtmatige daad  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verzekeringen beschermen het bezit en welke verzekeringen beschermen het vermogen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheidsrecht => wie draait er voor de kosten op in geval van schade? 

Onderdeel verbintenissenrecht.  

Vraag:

Wat is een verbintenis? 

Slide 5 - Tekstslide

Wettelijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de wet. Contractuele aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit het contract (overeenkomst).
Aansprakelijkheid

Er is verschil tussen 1. Wettelijke aansprakelijkheid en 2 Contractuele aansprakelijkheid (bijv. werkgeversaansprakelijkheid)

Bij wettelijke aansprakelijkheid kan onderscheid gemaakt worden tussen: 
  • Schuldaansprakelijkheid (Persoonlijke aansprakelijkheid) 
  • Risicoaansprakelijkheid (Kwalitatieve aansprakelijkheid) 

Slide 6 - Tekstslide

Wettelijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de wet. Contractuele aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit het contract (overeenkomst).
Aansprakelijkheid

Er is verschil tussen 1. Wettelijke aansprakelijkheid en 2 Contractuele aansprakelijkheid (bijv. werkgeversaansprakelijkheid)

Bij wettelijke aansprakelijkheid kan onderscheid gemaakt worden tussen: 
  • Schuldaansprakelijkheid (Persoonlijke aansprakelijkheid) 
  • Risicoaansprakelijkheid (Kwalitatieve aansprakelijkheid) 

Slide 7 - Tekstslide

Wettelijke aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de wet. Contractuele aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid die voortvloeit uit het contract (overeenkomst).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun jij vertellen over
de onrechtmatige daad?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Onrechtmatige daad
  • Een onrechtmatige daad is iets dóen (handeling) of juist iets niét doen (nalaten). 
    De onrechtmatige daad (OD) bepaalt dat: 
    Als iemand schade toebrengt aan iemand anders hij die schade verplicht moet vergoeden als er voldaan wordt aan bepaalde vooraarden. 
  • Artikel 6:162 : lid 2
  • Wat is onrechtmatig? 

1. Het maakt inbreuk op het recht van een ander
2. Het is in strijd met de wet
3. Het is in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid


Slide 10 - Tekstslide

Een als ‘doen’ te beschouwen gedraging van een persoon van 14 jaar of ouder die is verricht onder invloed van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming kan gewoon als een onrechtmatige daad aan de dader worden toegerekend (art. 6:165, eerste lid BW). Het moet hierbij wel gaan om een gedraging, een ‘doen’, een handeling dus en niet om een nalaten. 

Bij sport en spel kan wel worden toegerekend als er duidelijk sprake is van opzet/moedwilligheid. 
Voorbeelden :
Een doen of nalaten dat inbreuk maakt op een recht van een ander: 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden: 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden: 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vincent rijdt op een voorrangsweg. Jamie komt van rechts en neemt voorrang. Vincent rijdt in op de auto van Jamie. Beide auto's zijn total loss. Is hier sprake van een onrechtmatige daad?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toerekenbaarheid van de onrechtmatige daad kan via 3 manieren, welke hoort er niet bij?
A
Inbreuk recht van een ander
B
Wettelijke bepaling
C
private regelgeving
D
in het verkeer geldende opvattingen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herman is met zijn fiets in het water terechtgekomen. Herman kan niet zwemmen. Klaas ziet Herman in het water liggen. Klaas kan wel zwemmen, maar laat na Herman te helpen. Waarvan is hier sprake?
A
Onrechtmatige daad
B
Schade
C
Oorzakelijk verband
D
Toerekening

Slide 16 - Quizvraag

Klaas pleegt een onrechtmatige daad, omdat hij nalaat in te grijpen. Volgens wat in het maatschappelijk verkeer betamelijk is, hoort Klaas wel in te grijpen.
Welke eisen / voorwaarden zijn er om de pleger aansprakelijk te kunnen stellen voor een O.D.?  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jasper steelt een fiets van Marieke.
Dit is een onrechtmatige daad want:
A
Jasper handelt in strijd met een wettelijke plicht
B
Jasper handelt in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid
C
Jasper maakt inbreuk op het (eigendoms)recht van een ander nl Marieke
D
Jasper handelt in strijd met de algemeen maatschappelijke opvattingen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Schuldaansprakelijkheid
Dit wordt voornamelijk geregeld door Artikel 6:162 BW.
Betekent dat de veroorzaker van de schade pas aansprakelijk is als de benadeelde hem de onrechtmatige daad kan toerekenen.

Bij schuldaansprakelijkheid moet TOOS worden aangetoond.
  • Toerekening aan de dader
  • Onrechtmatige daad (in strijd met de wet en/of zorgvuldigheid)
  • Oorzakelijk (causaal) verband (tussen daad en schade) 
  • Schade 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke eisen / voorwaarden zijn er om de pleger aansprakelijk te kunnen stellen voor een O.D.?  
Schuldaansprakelijkheid - TOOS 
Op basis van schuld: 
  • Hierbij moet de verzekerde schuld hebben en hem toegerekend kunnen worden
Op basis van de wet of de in het verkeer geldende regels:  
  • Ook bij mensen (>14 jaar) die geen schuld hebben door een gedraging bij geestelijke of lichamelijke tekortkoming wel aansprakelijk voor OD.  Moet gaan om doen. Niet om nalaten
  • Onder Sport en Spel wordt verstaan dat hierbij letsel kan ontstaan maar dit niet altijd tot aansprakelijkheid leidt omdat dit een consequentie van het sport en spel is.  




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Janice Berntsen heeft de ziekte van Parkinson. Janice is op bezoek bij haar vriendin. Als gevolg van deze ziekte stoot zij door het trillen van haar hand een dure Ming-vaas van de tafel.

Is Janice Berntsen aansprakelijk?
A
Nee, het omstoten van de vaas wordt beschouwd als een ongelukkige samenloop van omstandigheden waarvoor Janice Berntsen niet aansprakelijk is.
B
Nee, het omstoten van de vaas kan Janice Berntsen niet verweten worden. Zij is ziek en het ontstaan van deze schade kan haar niet toegerekend worden.
C
Ja, ook al kan Janice Berntsen vanwege haar ziekte er niets aan doen. Het omstoten van de vaas wordt haar toch toegerekend.

Slide 21 - Quizvraag

Wordt toegerekend. Gaat om een doen. Niet om een nalaten. 
Gerhard (15 jaar) heeft een verstandelijke beperking. Hij woont nog bij zijn ouders.

Op het moment dat zijn ouders niet thuis zijn komt de buurman een hamer van de ouders van Gerhard lenen. Gerhard weet dat de steel los zit. Gerhard zegt hierover echter niets tegen de buurman en geeft hem de hamer.
Als de buurman de hamer gebruikt, schiet deze los van de steel, tegen de bril van de buurman.

Wie is aansprakelijk voor de schade aan de bril van de buurman?
A
Niemand
B
Gerhard
C
De ouders van Gerhard

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid vanuit de wet of verkeer geldende regels

Groepsaansprakelijkheid 6:166
  • Waarbij de schade toe te rekenen is aan een groep 
  • Elk individu in de groep aansprakelijk gesteld kan worden voor de gehele schade 
  • Als een deel van de groepsleden sterk afwijkt in hun gedragingen bestaat er geen groepsaansprakelijkheid meer. 
  • Degene die zich fysiek van de groep onttrekt is niet meer hoofdelijk aansprakelijk.  




Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Schuldaansprakelijkheid - TOOS
T=> Toerekenbaarheid besproken
O=> Onrechtmatige daad (inbreuk recht op een ander, in strijd wettelijke plicht of zorgvuldigheidsnorm
O= > Oorzakelijk verband (Blz. 108)
Oorzakelijk verband ( Causaal verband ) 
  • Onrechtmatige daad moet oorzakelijk verband houden met de schade die is ontstaan 

Schade =>  (hoofdstuk 4.4 gaan we hiermee verder) 
  • Materiele schade 
  •  Immaterieel
  • Affectieschade (Schadevergoeding voor verlies dierbaren) 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent hoofdelijk aansprakelijk bij Groepsaansprakelijkheid?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jacques speelt met zijn team een hockeywedstrijd. Kees slaat een bal, maar deze schiet ongelukkig omhoog en komt op de mond van Jacques. Jacques verliest zijn 2 voortanden en wil hiervoor Kees aansprakelijk stellen. Is dit terecht?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Medeschuld
Medeschuld (6:101 BW) vermindert de vergoedingsplicht van de aansprakelijke partij​
  • Hond bijt, maar hij werd nogal driest geaaid door het slachtoffer 
  • Een bestuurder geeft geen voorrang aan een auto op de voorrangsweg, maar de auto op de voorrangsweg reed veel te hard/had gedronken.​

Lees zelf door BLZ 109

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Risicoaansprakelijkheid / Kwalitatieve aansprakelijkheid 
Je bent aansprakelijk voor de onrechtmatige daad van andere personen of voor schade veroorzaak door zaken. Bepaalde verantwoordelijkheid. Of de aangesprokene persoonlijk iets valt te verwijten doet er niet toe. 
a. Ouders voor hun kinderen
b. Bezitters voor hun zaken (onroerend goed, roerend goed, dieren) 
c. Producenten voor hun producten
d. Werkgevers voor hun werknemers 




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid voor kinderen 6:164 BW 

  • Kinderen tot 14 jaar kunnen niet zelf aansprakelijk gesteld worden
  • Het moet gaan om een 'daad' (doen) en niet om een nalating
  • Bij kinderen van 14 en 15 jaar oud rust een vermoeden van schuld op de ouders tenzij zich     vrij kunnen pleiten voor de gedragingen van hun kind. 
  • Kinderen van 16 jaar en ouder kunnen zelf aansprakelijk gesteld worden -
    Hoe wordt dat genoemd? 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peter (16 jaar) veroorzaakt met zijn fiets, op weg naar school, schade aan een geparkeerde auto..

Wie is/ zijn aansprakelijk?
A
Zowel Peter als zijn ouders.
B
Uitsluitend de ouders van Peter
C
Uitsluitend Peter

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sophie van vijftien jaar gooit bij een ruzie op school een MP3-speler van een vriendin stuk. Wie is nu aansprakelijk voor de schade?

Slide 32 - Open vraag

Sophie is aansprakelijk. U niet, aangezien u niet in de buurt was om de vernieling te voorkomen en dat ook niet van u gevergd kon worden. Uw kind was immers op school. Dit betekent feitelijk dat uw dochter de volledige schade moet vergoeden. Of u uw kind nu te hulp komt is eerder een vraag van ouderlijke verantwoordelijkheid dan van het aansprakelijkheidsrecht
Aansprakelijkheid

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cato is 10 jaar oud. Zij krijgt tijdens de gymles een epileptische aanval. Door de oncontroleerbare bewegingen slaat zij tegen de neus van een medeleerling die daardoor letsel oploopt.

Wie is aansprakelijk?
A
De ouders van Cato
B
Cato
C
Niemand

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diego van twaalf ziet dat er door andere kinderen een touw over de weg is gespannen. Hij voelt wel aan dat dit gevaarlijk is, maar wacht nieuwsgierig af wat er gaat gebeuren. Een bromfietser rijdt tegen het touw en raakt ernstig gewond. Zijn de ouders van Diego nu aansprakelijk?
Zo ja, geef aan waarom
Zo nee, geef aan waarom niet.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Agenda:
Vervolg risico aansprakelijkheid 
Aansprakelijkheid dieren
Aansprakelijkheid gebrekkige roerende zaak 

Zelf lezen: Hangmatarrest
Daarna : opdracht maken
Bespreken opdracht. Afsluiting met 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Risicoaansprakelijkheid / Kwalitatieve aansprakelijkheid 
Je bent aansprakelijk voor de onrechtmatige daad van andere personen of voor schade veroorzaak door zaken. Bepaalde verantwoordelijkheid. Of de aangesprokene persoonlijk iets valt te verwijten doet er niet toe. 
a. Ouders voor hun kinderen
b. Bezitters voor hun zaken (onroerend goed, roerend goed, dieren) 
c. Producenten voor hun producten
d. Werkgevers voor hun werknemers 




Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Risicoaansprakelijkheid 

Aansprakelijkheid voor dieren 6:179
  • Bezitter is aansprakelijk voor schade dat hun dier heeft veroorzaakt.
    Het gaat om een eigen gedraging (uit eigen wil) van het dier.
  • De grondslag voor de risicoaansprakelijkheid voor schade toegebracht door dieren berust op het gevaar
    van de eigen energie van het dier en de onberekenbaarheid van die energie.

Wat er wordt bedoeld: veel van de schade die dieren aanrichten door hun bezitter vergoed zal moeten worden. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid voor dieren 6:179

Bezitter => diegene die het dier houdt voor zichzelf.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joop (45) heeft een Mechelse herdershond.

Gedurende zijn vakantie naar Portugal heeft hij zijn hond ondergebracht bij zijn buurman Piet (46) en diens zoon Kees (13 jaar). Als Kees de herder uitlaat, rukt deze zich los en ontsnapt. De hond bijt een fietser in zijn been, met als gevolg blijvende littekens.

Wie is voor de ontstane schade aansprakelijk?
A
Kees
B
Joop
C
Piet

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste kenmerk van het begrip risicoaansprakelijkheid?
A
Bij risicoaansprakelijkheid hoeft de benadeelde de schade niet te bewijzen.
B
Bij risicoaansprakelijkheid kan iemand aansprakelijk zijn zonder zelf verwijtbaar te hebben gehandeld of schuld te hebben aan het ontstaan van de schade.
C
Bij risicoaansprakelijkheid hoeft er geen oorzakelijk verband te zijn tussen de onrechtmatige daad en de schade.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Risico aansprakelijkheid dieren
Je hoeft niet altijd alles te vergoeden => denk bijv. aan uitdaging door slachtoffer. 


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Risicoaansprakelijkheid
  • Aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken (6:173 BW) 
  • Als de zaak schade toebrengt aan anderen. 
  • Gebrekkig => niet voldoet aan de normale eis

Vraag=> wat zijn roerende zaken?




Slide 43 - Tekstslide

Hangmatarrest
De situatie: Een vrouw bevestigt in de tuin van hun nieuwe huis een hangmat aan een gemetselde pilaar waar ook de tuinpoort tegen dichtslaat. Door haar gewicht breekt de pilaar bij de grond af en valt over haar heen. Zij raakt zeer ernstig gewond. Zij loopt een dwarslaesie op en raakt verlamd. De vrouw is samen met haar partner, bezitter van het huis met de pilaar. Zij hebben gezamenlijk een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten. Zij stelt haar partner, zijnde mede-eigenaar van het woonhuis, aansprakelijk. Op grond van dit arrest moet de verzekeraar de letselschade voor zijn rekening nemen. Wel werd de aansprakelijkheid van de mede-eigenaar tot maximaal 50% beperkt, omdat de vrouw zelf ook voor de helft eigenaar is van het gebouw.

De Hoge Raad heeft gesteld dat een mede-eigenaar van een dier niet aansprakelijk is voor de schade die dat dier aan een andere mede-eigenaar heeft veroorzaakt.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid voor gebrekkige onroerende zaken (6:174 BW)
  • Bezitter is  risicoaansprakelijk voor schade ontstaan door hun woning. Tenzij overmacht.
Wat is eigenlijk een onroerende zaak (volgens de wet opstal)
  • Gebouwen en werken die duurzaam met de grond verenigd zijn.  Dus ook openbare wegen, weguitrusting, leidingen (waarvan de gemeente, het gas- of electriciteitsbedrijf de bezitters zijn) .


Slide 45 - Tekstslide

Hangmatarrest
De situatie: Een vrouw bevestigt in de tuin van hun nieuwe huis een hangmat aan een gemetselde pilaar waar ook de tuinpoort tegen dichtslaat. Door haar gewicht breekt de pilaar bij de grond af en valt over haar heen. Zij raakt zeer ernstig gewond. Zij loopt een dwarslaesie op en raakt verlamd. De vrouw is samen met haar partner, bezitter van het huis met de pilaar. Zij hebben gezamenlijk een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten. Zij stelt haar partner, zijnde mede-eigenaar van het woonhuis, aansprakelijk. Op grond van dit arrest moet de verzekeraar de letselschade voor zijn rekening nemen. Wel werd de aansprakelijkheid van de mede-eigenaar tot maximaal 50% beperkt, omdat de vrouw zelf ook voor de helft eigenaar is van het gebouw.

De Hoge Raad heeft gesteld dat een mede-eigenaar van een dier niet aansprakelijk is voor de schade die dat dier aan een andere mede-eigenaar heeft veroorzaakt.
Hangmatarrest
Zelf lezen; blz 112 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid

Hangmatarrest
Mede eigenaren kunnen bij schade door een onroerende zaak de andere mede eigenaar aansprakelijk stellen en tot maximaal 50% van de schade claimen.
Een vrouw ligt in haar hangmat. De hangmat is bevestigd aan een gemetselde pilaar in haar tuin. Deze
pilaar breekt, de vrouw valt en de pilaar valt over haar heen. De vrouw loopt een hoge dwarslaesie op. Zij
kan door het ongeval haar armen en benen niet meer gebruiken.

De vrouw stelt haar partner aansprakelijk op grond van artikel 6:174 BW. Zij vordert schadevergoeding van
haar partner en zijn aansprakelijkheidsverzekeraar. De vrouw en haar partner zijn gezamenlijk eigenaar
(en bezitter) van de woning en de afgebroken pilaar. De vrouw stelt dat de pilaar gebrekkig was. Moet wel binnen een termijn van 5 jaar gebeuren (datum ongeluk en aansprakelijk stellen. Anders verjaring) 

De Hoge Raad heeft gesteld dat een mede-eigenaar van een dier niet aansprakelijk is voor de schade die dat dier aan een andere mede-eigenaar heeft veroorzaakt. 
Waar een gebrek aan de opstal voor de medebezitter vaak niet te voorzien is, ligt dit bij dieren andere. Bij dieren hoger risico. 

Slide 47 - Tekstslide

Hangmatarrest
De situatie: Een vrouw bevestigt in de tuin van hun nieuwe huis een hangmat aan een gemetselde pilaar waar ook de tuinpoort tegen dichtslaat. Door haar gewicht breekt de pilaar bij de grond af en valt over haar heen. Zij raakt zeer ernstig gewond. Zij loopt een dwarslaesie op en raakt verlamd. De vrouw is samen met haar partner, bezitter van het huis met de pilaar. Zij hebben gezamenlijk een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten. Zij stelt haar partner, zijnde mede-eigenaar van het woonhuis, aansprakelijk. Op grond van dit arrest moet de verzekeraar de letselschade voor zijn rekening nemen. Wel werd de aansprakelijkheid van de mede-eigenaar tot maximaal 50% beperkt, omdat de vrouw zelf ook voor de helft eigenaar is van het gebouw.

De Hoge Raad heeft gesteld dat een mede-eigenaar van een dier niet aansprakelijk is voor de schade die dat dier aan een andere mede-eigenaar heeft veroorzaakt.

In het hangmatarrest heeft de Hoge Raad vastgesteld dat mede-bezitters van een gebouw (opstal) elkaar aansprakelijk kunnen stellen als er sprake is van schade veroorzaakt aan een of meerdere eigenaren door een gebrek in het gebouw. Elke bezitter is dan aansprakelijk naar rato van het eigendomsaandeel in het gebouw.
Frits wandelt met zijn herdershond in het park. Opeens bijt de hond hem zonder aanleiding in zijn been. Frits raakt gewond. De hond is eigendom van Frits en zijn echtgenote.
Is de echtgenote van Frits als mede-bezitter van de hond aansprakelijk voor 50%^van de schade van Frits?
A
Dat is onduidelijk en kan niet uit het Hangmat-arrest worden afgeleid.
B
Ja, het Hangmat-arrest moet ruim worden uitgelegd.
C
Nee, de regel uit het Hangmat-arrest is niet van toepassing op de aansprakelijkheid voor dieren.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Johan zit op de fiets. Het waait hard (windkracht 8). Als hij langs het huis van André fietst, waait er op dat moment een dakpan van het dak en komt op Johan. Johan breekt zijn arm. Van de schrik zet hij zijn fiets neer. Door de harde wind waait deze om en komt tegen de auto van Truus. Is André aansprakelijk?
A
Wel voor de gebroken arm van Johan, maar niet voor de schade aan de auto van Truus
B
Zowel voor de gebroken arm van Johan als voor de schade aan de auto van Truus
C
Wel voor de schade aan de auto van Truus, maar niet voor de gebroken arm van Johan
D
André is in zijn geheel niet aansprakelijk. Bij windkracht 8 is er nl sprake van storm

Slide 49 - Quizvraag

Ook bij storm moeten dakpannen op het dak blijven liggen
Agenda deze week:
 Maandag 2 uur => hoofdstuk 4.2 afronden en 4.3 start.
Vervolgens: hoofdstuk 4.4 en wellicht een stukje van 4.5 (AVP) 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda voor vandaag: 
- 1e uur korte terugblik
 Vervolg risico aansprakelijkheid:  werkgeversaansprakelijkheid /  productaansprakelijkheid 
2e uur: 4.3 => Contractuele aansprakelijkheid
Opdracht maken Raoul (zie Teams) 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag
Aan het einde van de les weet je 
- wat er bedoeld wordt met  productaansprakelijkheid en werkgeversaansprakelijkheid.
- Weet je wat de gevolgen zijn bij tekortkomingen in een contract  (4.3) 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'de essentie' van het 'Hangmatarrest?'
timer
1:00

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke schade is er sprake van risicoaansprakelijkheid?
timer
1:00
A
Kees rijdt met zijn fiets tegen iemand aan die valt en breekt zijn pols
B
De hond van Jan valt een voorbijganger aan wanneer Jan zijn hond uitlaat. De voorbijganger heeft zowal zaakschade als letselschade
C
Lisa heeft de telefoon van haar vriendin in haar handen. Zij laat deze op de grond vallen en er ontstaat schade
D
De dochter van Kees is 12 jaar en zij valt met haar fiets tegen de auto van de buurman. Er zit een deuk in de auto.. Kees wordt aansprakelijk gesteld

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jeroen heeft met zijn vrienden een sneeuwballen gevecht. Wanneer een vriend van Jeroen iemand uit de groep wil raken, gooit hij de sneeuwbal per ongeluk op een voorbij rijdende fietser. De fietser valt en heeft zaak en letselschade. Kan de fietser Jeroen ook aansprakelijk stellen voor de schade?
A
Nee, Jeroen heeft de sneeuwbal niet gegooid dus hij is niet aansprakelijk
B
Nee, dit was een ongelukje en hierdoor kan niemand aansprakelijk gesteld worden
C
Ja, Jeroen kan aansprakelijk worden gesteld net als de rest van de groep
D
Ja, alleen Jeroen wordt aansprakelijk gesteld want hij is de leider van de groep.

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid voor ondergeschikten

Werkgever is risico aansprakelijk voor schade uit OD die zijn ondergeschikten veroorzaken (6:170 BW)

Vraag: wie is een ondergeschikte? 

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid voor ondergeschikten

Werkgever is risico aansprakelijk voor onrechtmatige daden die zijn ondergeschikten veroorzaken (6:170 BW)

Wie is een ondergeschikte? 
Als iemand instructies moet opvolgen. Werknemers, uitzendkrachten, stagiaires, vrijwilligers, losse hulpjes, freelancers

Vraag: is een loodgieter die bij een klant een leiding repareert een ondergeschikte? 


Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheid voor ondergeschikten

Werkgever moet schade vergoeden als voldaan is aan drie voorwaarden:
1. Ondergeschiktheid. 
2. De ondergeschikte moet een fout hebben gemaakt (toerekenbare onrechtmatige daad) 
3. Fout moet verband houden met de taak die aan de ondergeschikte is opgedragen.

Ondergeschikte heeft ook eigen verantwoordelijkheid => onrechtmatige daad persoonlijk aansprakelijk. 

Daarnaast ook aansprakelijk als ondergeschikte zijn opdracht te buiten is gegaan.  Verhaal halen bij opzet. Of bewuste roekeloosheid 

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jolanda is de huishoudelijke hulp van Imran. In opdracht van Imran doet Jolanda boodschappen. Tijdens het boodschappen doen beschadigt zij met een winkelwagen een geparkeerde auto.

Wie is of zijn voor deze schade aansprakelijk?
A
Alleen Imram
B
Alleen Jolanda
C
Jolanda en Imram

Slide 59 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deugdelijk product
JIj hebt als consument (wanneer je iets koopt) recht op een product dat normaal werkt en functioneert (deugdelijk). 

 Wie heeft wel eens een product gekocht dat niet goed werkte of kapot was? Wat heb je toen gedaan? Wat heeft de winkel gedaan? 

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productaansprakelijkheid
Krachtens de wet is de producent / fabrikant aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een gebrek in het product 

Uitzonderingen: artikel 6:185 en boek blz. 116


Voorbeelden zijn 
Als bijvoorbeeld de batterij in je telefoon ontploft. Of als er glas zit in de pindakaas. Besmet veevoer waardoor de gehele veestapel moet worden vernietigd (dioxinekip) ;
Door een lekkende borstprothese komt een persoon te overlijden (PIP implantaten)
Productaansprakelijkheid gaat om de schade die daardoor veroorzaakt wordt. Dus niet over het kapotte product zelf.
 

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productaansprakelijkheid
6:185 - 6:196 BW.
Waarom: om 'zwakkere' consument te beschermen tegen 'de sterke' producent. 
Gebrekkig 6:186 BW => als een product niet doet wat het verwacht.
Let op: presentatie, redelijkerwijs te verwachten gebruik , tijdstip in het verkeer brengen. 



Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de producent? 
Wie wordt in het kader van productaansprakelijkheid als producent aangemerkt?


Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de producent? 
Wie wordt in het kader van productaansprakelijkheid als producent aangemerkt?
  • Vervaardiger
  • Eenieder die zich als producent van het product presenteert; denk aan huismerken
  • Is de producent / fabrikant buiten de Europese Unie gevestigd, dan wordt de importeur die het product invoert beschouwd als producent.


Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productaansprakelijkheid
Bewijs 
Het slachtoffer van de schade moet het volgende bewijzen:


een gebrek in het product (187: BW roerende zaak)
zijn schade;
een oorzakelijk verband tussen het gebrek in het product en de schade.

Hoofdelijk aansprakelijk => als je samen met andere producenten iets maakt kan jij hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld. 

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productaansprakelijkheid
Situatie waarin een product met een gebrek schade veroorzaakt en waarin de producent aansprakelijk is voor de schade.
  • Betreft alleen GEVOLGSCHADE: schade die door toedoen van het gebrekkige product is ontstaan aan andere dingen dan het product zelf of aan mensen.
  • Bij zaakschade=> drempel (franchise) gevolgschade = €500,- 
  • Producent hoeft schade onder de drempel niet te vergoeden, daarboven moet hij het hele bedrag vergoeden
  • Daaronder vergoedt de verkoper (leveranciersaansprakelijkheid=> ook het product zelf)

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma voor vandaag!
Start met de opgave Raoul en Angelique.
 Uitleg 4.3





Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord vraag 1)
Bedrag dat Raoul en Angelique aan premie betalen

Slide 69 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Samenvatting: 
Wet 
productaansprakelijkheid
Gevolgschade: product kan schadelijk zijn voor de gezondheid of op een andere manier schade veroorzaken

Bijvoorbeeld: brandschade in de keuken tgv kortsluiting in een ondeugdelijke keukenmachine

Aansprakelijkheid: de fabrikant, maar consument mag de winkel waar het product is gekocht aanspreken. Winkelier kan schade dan weer verhalen op de fabrikant (recht van regres)

Doel wet: beschermen van met name slachtoffers van ondeugdelijke producten

Het gaat bij deze wet in eerste instantie om schade aan personen (letselschade) veroorzaakt door een product

Het kan ook gaan om schade aan andere goederen. Hiervoor geldt een drempel van € 500 

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de wet productaansprakelijkheid gaat het over ...
A
Productschade
B
Leveranciers
C
Gevolgschade
D
Consumentenfouten

Slide 71 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande feiten hoeft NIET te worden aangetoond door de schadelijdende partij als hij de producent wil aanspreken op grond van productaansprakelijkheid voor een schade van €400?
Kies het juiste antwoord uit de volgende mogelijkheden:

A
Het gebrek van het product.
B
Onrechtmatige daad van de producent.
C
Causaal verband tussen het gebrek en de schade.

Slide 72 - Quizvraag

Productaansprakelijkheid is een vorm van risico-aansprakelijkheid. Daarbij hoeft de gedupeerde niet de schuld aan te tonen van de aansprakelijke partij.
Het juiste antwoord is: Onrechtmatige daad van de producent

Bello is de zeer blije en uitbundige hond van Jeanine. Jeanine laat even het hek van de tuin open. Bello ziet buurman Pieter. Rent er op af en springt tegen hem op. Pieter heeft direct een scheur in zijn colbert van € 400,=. Kan hij Jeanine hiervoor aansprakelijk stellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 73 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Contractuele aansprakelijkheid
Contractuele aansprakelijkheid vloeit voort uit het niet nakomen van een overeenkomst. Als er een contract is opgesteld zijn beide partijen verplicht om de gemaakte afspraken na te komen. 

Als hier niet aan wordt voldaan, is er sprake van een ‘wanprestatie’ en moet er een vergoeding komen voor de gemaakte schade. Overmacht is een uitzondering op de regel.

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contractuele aansprakelijkheid
Niet nakomen overeenkomst
  • Wanprestatie: 
  • toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst
  • Overmacht
  • niet toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst
Wat kun je vragen?
Nakoming van de prestatie
Nakoming van de prestatie + schadevergoeding
Vervangende schadevergoeding
Ontbinding van de overeenkomst
Ontbinding van de overeenkomst + schadevergoeding

Slide 75 - Tekstslide

Wat kun je vragen?
Nakoming van de prestatie
Nakoming van de prestatie + schadevergoeding
Vervangende schadevergoeding
Ontbinding van de overeenkomst
Ontbinding van de overeenkomst + schadevergoeding
wat kan de koper doen bij wanprestatie

  1. geld terug
  2. nieuw product
  3. reparatie
  4. vergelijkbaar product

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verkoper eisen bij niet betalen
1. aanmaning
  2. deurwaarder
      3. naar de rechter

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 78 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Niet nakomen: 
  • Wanprestatie (Komt de afspraken niet na) => toerekenbare tekortkoming. 
  • Overmacht (Wanneer de afspraak niet nagekomen wordt, maar de koper/verkoper kan er niets aan doen)  zoals stakingen, grote overstromingen, natuurrampen of oorlogen, maar soms ook overheidsmaatregelen vallen. Overmacht moet worden aangetoond. 

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet toerekenbare tekortkoming
Indien het niet nakomen van de overeenkomst een partij niet kan worden kwalijk genomen  is het geen wanprestatie. 

Voorbeeld: Drake heeft een concert moeten stoppen omdat hij zijn stem kwijt was. Dit valt de zanger niet aan te rekenen.

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen gehaald? 
Aan het einde van de les weet je 
- wat er bedoeld wordt met  productaansprakelijkheid en werkgeversaansprakelijkheid.
- Weet je wat de gevolgen zijn bij tekortkomingen in een contract  (4.3) 


Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
Vorderingsrecht bij dood en letsel hoofdstuk 4.4 . 

Opdracht affectieschade / Zie CumLaude

Leerdoelen => aan het einde van de les weet je
- wat er gevorderd kan worden (en door wie!) als iemand gewond raakt door een ongeval of komt te overlijden als gevolg van een ongeval. 
- wat er bedoeld wordt met immateriële schade (smartengeld) en wie dat kan vorderen
- wat er bedoeld wordt met affectieschade en wie dat kan vorderen
- wat er bedoeld wordt met shockschade en wie dat kan vorderen 
- wat de Gedragscode Behandeling Letselschade inhoudt

Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schade 4.4 

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

letsel of overlijden
  • Het (echte) slachtoffer moet ernstig zijn getroffen door iets waarvoor aansprakelijkheid bestaat. 
  • Echte slachtoffer moet ernstig én blijvend letsel hebben
  • Of is overleden

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorderingsrecht 6:107 BW
Wie kunnen er vorderen? 

Basis is: 1. degene die het letsel heeft opgelopen heeft een vorderingsrecht op de veroorzaker en 2. de werkgever 
  • "Verplaatste schade" : en 3. persoon die kosten maakt tbv gewonde => eigen vorderingsrecht. 

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er gevorderd worden?
- Kosten van herstel
- Kosten inzake blijvende invaliditeit
- Verlies van arbeidsvermogen
- Verlies van doe-het-zelf capaciteit.
- Werkgever => netto loonschade + eventuele redelijke integratiekosten
Daarnaast => immateriële schade eisen (= smartengeld)

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 87 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie van onderstaande personen heeft/hebben volgens het Nederlandse recht de mogelijkheid tot het vorderen van smartengeld? Niet bedoeld wordt de vorderingsgerechtigden voor affectieschade.
A
Het slachtoffer zelf
B
De overblijvende echtgeno(o)t(e)
C
Degenen die door het slachtoffer worden onderhouden

Slide 88 - Quizvraag

Alleen het slachtoffer zelf kan smartengeld vorderen
Kan een werkgever een schadevergoeding eisen bij letselschade van zijn werknemer?
A
Ja, dit kan in verband met loondoorbetaling.
B
Nee, bij letselschade kan alleen de gewonde een schadevergoeding eisen.
C
Nee, voor een werkgever geldt de mogelijkheid voor een schadevergoeding niet.

Slide 89 - Quizvraag

Ingeval van letselschade kunnen alleen de gewonde en diens werkgever (in verband met de doorbetalingsverplichting van het loon) schadevergoeding eisen.
Shock

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shockschade
- Immateriële schade bij / na confrontatie extreme letsel van een ander. 

VB: vader die zijn kind voor zijn ogen overreden ziet worden.  

Slide 91 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke schade valt shockschade?
A
Zaakschade
B
Personenschade
C
Immateriele schade

Slide 92 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorderingsrecht 6:108 BW
Vorderingsgerechtigden van overleden slachtoffer
  1. langstlevende partner (echtgenoot of geregistreerd) en minderjarige kinderen
  2. Andere bloed- en aanverwanten 
  3. betrokkene die door arbeid overledene werd onderhouden en in gezinsverband samenwoonde
  4. degene die de begrafeniskosten betaalt. 

Slide 93 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen ze vorderen?
- Verlies levensonderhoud (kostwinner) 
- Vergoeding huishoudelijke hulp 

Slide 94 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De heer Verbruggen zeemt de buitenkant van de ramen van zijn flat.

De flat ligt op de 10e verdieping. Een vriend schuift aan de binnenkant per ongeluk het raam dicht, waardoor de heer Verbruggen ten val komt. Afhankelijk van de gevolgen voor de heer Verbruggen kan een vordering op de vriend worden ingesteld op grond van artikel 6:107 BW of 6:108 BW.

Wat regelen deze artikelen?
A
De wettelijke aansprakelijkheid in geval van dood of letsel.
B
De omvang van de vordering in geval van letsel of dood.
C
De aansprakelijkheid bij letsel- en overlijdensschade.

Slide 95 - Quizvraag

De artikelen 6:107 BW en 6:108 BW zijn schadevergoedingsregels. Zij geven aan wie vorderingsgerechtigd is en welke schade gevorderd kan worden in geval van letsel of dood.
Op een kwade dag rijdt Tijs Raket met zijn motorfiets over de autosnelweg.

Zoals gebruikelijk houdt hij zich keurig aan de maximaal toegestane snelheid, draagt hij zijn helm op de voorgeschreven wijze en draagt hij beschermende kleding. Het is 16.00 uur 's middags en druk. Een busje haalt de auto achter Tijn in en wil vervolgens weer naar de rechter rijstrook gaan. Maar daar rijdt Tijn. Een ongeval is het gevolg en helaas komt Tijn daarbij te overlijden. Tijn laat een echtgenote na en drie kinderen, twee dochters van 12 en 15 jaar en een zoon van 19 jaar. Zijn zoon woont nog thuis maar heeft een vaste fulltime baan.
Wie is/zijn vorderingsgerechtigd volgens artikel 6:108 BW?
A
De echtgenote en de twee dochters van Tijn.
B
De werkgever van Tijn voor het omzetverlies dat hij door het overlijden van Tijn lijdt.
C
De echtgenote, de twee dochters en de zoon van Tijn.

Slide 96 - Quizvraag

De echtgenote en de minderjarige kinderen zijn vorderingsgerechtigd (zie artikel 6:108 BW).
Wet affectieschade
Sinds 1 januari 2019
Nabestaanden en naasten kunnen ook smartengeld claimen
Affectie = genegenheid 
= immateriële schade door verdriet omdat iemand is overleden of ernstig gewond als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is.

Slide 97 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pas recht op affectieschade als
  1.  sprake van ernstig of blijvend letsel, dan wel overlijden van de (direct) gekwetste.
  2.  bepaalde personen (naast de gekwetste)
  3.  de bedragen zijn vast en vooraf vastgesteld
  4.  aansprakelijke persoon kan het zelfde verweer voren als tegen het slachtoffer

Slide 98 - Tekstslide

Wordt in verdere sheets uitgelegd

tabel affectieschade 

Slide 99 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht maken in CumLaude
- Lees ook je boek goed door! Hoofdstuk 4.4 tot Gedragscode letselschade
- Opdracht: Affectieschade in CumLaude.
Hiervoor..... de tijd => Klassikaal bespreken. 

Slide 100 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda:
-  Letselschade Raad
- Gedragscode Behandeling Letselschade
- Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade 

- Opdracht maken
- Bespreken

Slide 101 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke schade vallen medische kosten?
A
Immateriële schade
B
Zaakschade
C
Personenschade

Slide 102 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 103 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Letselschaderaad
Doel => afhandeling letselschade duidelijk, transparant en harmonieus. 
Veel partijen in de raad vertegenwoordigd

Raad zorgt voor:
  • Gedragscode => 20 beginselen 
  • Richtlijnen voor vergoeding
  • Toezicht op kwaliteit
  • Voorlichting, doorverwijzing en advies op procedure

Slide 104 - Tekstslide

Met als doel => Letselschade zaken kunen lang duren. 
Afwikkeling letselschade
=Veel afspraken tussen verzekeraars/advocatuur
Voorkomen van extra ellende voor slachtoffer
 Zelf lezen!!
 
- Letselschade infowijzer => https://deletselschaderaad.nl/infowijzer/
Waarom hebben verzekeraars bepaalde informatie nodig. 

Slide 105 - Tekstslide

GBL: 20 gedragsregels

het slachtoffer krijgt uitleg van de belangenbehartiger
Termijnen zijn vastgelegd. 
Binnen 2 weken schriftelijke bevestiging van de aansprakelijke verzekeraar
Binnen 3 maanden onderbouwd standpunt as heid
Na 2 jaar: onderzoek hoe kan het zo lang duren?
Binnen 2 




Slide 106 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de "Letselschade Infowijzer"?
A
Een gedragscode met spelregels voor alle partijen die bij de behandeling van een letselschade betrokken zijn.
B
Een digitale checklist waarin per onderwerp staat uitgelegd waarom bepaalde vragen aan slachtoffers worden gesteld en wat het belang is van de opgevraagde informatie.
C
Een verzameling richtlijnen die kunnen bijdragen aan een slachtoffervriendelijke vaststelling van de letselschade.

Slide 107 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke doelgroep is de checklist "Letselschade Infowijzer" met name geschreven?
A
Slachtoffers van ongevallen waarvoor een ander aansprakelijk is.
B
Dossierbehandelaars bij aansprakelijkheidsverzekeraars.
C
Rechtshulpverleners in Nederland.

Slide 108 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ed rijdt met zijn motorfiets over de autosnelweg. Hij wordt geschept door een bestelbusje, waarbij Ed komt te overlijden. Hij laat een echtgenote na en drie kinderen, twee dochters van 12 en 15 jaar en een zoon van 19 jaar. Zijn zoon woont nog thuis en hij werkt fulltime.

Wie is/zijn vorderingsgerechtigd volgens artikel 6:108 BW?
A
De werkgever van Ed voor het omzetverlies dat hij door het overlijden van Ed lijdt.
B
De echtgenote en twee dochters van Ed.
C
De zoon van Ed.

Slide 109 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet deelgeschilprocedure
- Geeft beide partijen de mogelijkheid om een meningsverschil als deelgeschil voor de rechter te brengen. 
- Uitspraak => niet mogelijk in hoger beroep te gaan. 

Slide 110 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marijn de Koning loopt langs het huis van Cornelia Versluis. Cornelia heeft zojuist een ladder tegen haar woning gezet om de ramen te zemen. Net als Marijn passeert, valt de ladder boven op Marijn. Marijn raakt gewond en stelt Cornelia aansprakelijk. Cornelia betwist alles. Marijn verzoekt de rechtbank in een deelgeschilprocedure te beslissen dat:
Cornelia aansprakelijk is voor zijn schade.
Er causaal verband is met zijn schade.
De schade € 150.000 bedraagt.
Wat zal de rechtbank beslissen?
A
De rechtbank zal het verzoek van Marijn toewijzen.
B
De rechtbank zal Marijn in de gelegenheid stellen zijn verzoek te bewijzen en geeft Marijn daartoe een bewijsopdracht.
C
De rechtbank zal beslissen dat het verzoek zich niet leent voor een deelgeschilprocedure.

Slide 111 - Quizvraag

In feite legt Marijn het volledige geschil, bestaande uit meerdere deelgeschillen, voor in een deelgeschilprocedure. Daardoor wordt het geschil te omvangrijk en is het niet meer geschikt voor de korte deelgeschilprocedure. Dit geschil leent zich juist voor een dagvaardingsprocedure.
Fieke is bejaardenverzorgster. Op een avond collecteert zij voor een goed doel. Fieke belt aan bij Hendrik. Als Hendrik opendoet, wordt zij door zijn hond in haar been gebeten.

Fieke kan haar functie als bejaardenverzorgster niet meer uitoefenen. Zij keert een half jaar later terug bij haar werkgever, maar niet meer in dezelfde functie. Fiekes werkgever stelt de eigenaar van de hond aansprakelijk voor het nettoloon dat aan Fieke gedurende haar arbeidsongeschiktheid is uitgekeerd en voor de re-integratiekosten.
Kan Fiekes werkgever zowel het nettoloon als de re-integratiekosten op de eigenaar van de hond verhalen op grond van artikel 6:179 BW (risicoaansprakelijkheid voor dieren)?
A
Ja, de werkgever kan het nettoloon en de re-integratiekosten verhalen. De Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten beperkt deze verhaalsmogelijkheid niet.
B
Nee, de werkgever kan uitsluitend de loonschade verhalen.
C
Nee. Op grond van de Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten, kan de werkgever geen regres uitoefenen als de aansprakelijkheid is gebaseerd op risico-aansprakelijkheid zoals de aansprakelijkheid van de bezitter van een dier (artikel 6:179 BW).

Slide 112 - Quizvraag

De werkgever kan zowel de loonkosten als de re-integratiekosten verhalen op de aansprakelijke partij. Bij ongevallen met dieren geldt de tijdelijke regeling verhaalsrechten niet. Het verhaalsrecht van de werkgever wordt hierdoor dus niet beperkt.
Opdracht maken
opdracht maken: 

Hiervoor 20 minuten de tijd. 
Daarna bespreken.
  

Slide 113 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koen Benekamp verliest de controle over het stuur van zijn auto en rijdt de fietsende Jan van Woerkom aan. Jan raakt ernstig gewond. Koen is aansprakelijk voor het ongeval.

Op grond van welk wetsartikel kan Jan, Koen Benekamp het beste aansprakelijk stellen?
A
Artikel 6:107a BW.
B
Artikel 185 WVW.
C
Artikel 6:162 BW.

Slide 114 - Quizvraag

Het gaat in dit geval om een ongeval tussen een automobilist en een fietser. Als niet gemotoriseerde verkeersdeelnemer wordt de fietser beschermd door artikel 185 WVW. Indien Jan een werkgever heeft die schade heeft, omdat Jan gewond is geraakt en niet kan werken, kan de werkgever geen beroep doen op artikel 185 WVW, in het kader van de regeling tijdelijke verhaalsrechten.
Lesdoel
Lesdoelen: Jullie weten wie er verzekerd is op een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren. Jullie weten belangrijke uitsluitingen en kunnen dit toepassen. 



Slide 115 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heb je een aansprakelijkheidsverzekering?
A
Ja, zelf geregeld
B
Ja, via mijn ouders
C
Nee
D
Weet niet

Slide 116 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand koopt een apparaat en merkt bij thuiskomst dat er een onderdeel ontbreekt. Er is hier sprake van een .................. van de verkoper.
A
recht van reclame
B
wanprestatie
C
ontbinding
D
onrechtmatige daad

Slide 117 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 118 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP 2000)

  • Als iemand aansprakelijk gesteld is, blijft hij dit. Ook als deze persoon geen verzekering of eigen geld heeft.
  • De AVP beschermt het vermogen van de verzekerde, en het vermogen van de schadelijdende partij.  
  • Het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering is niet verplicht 
  • De AVP dekt enkel schades die in Particuliere hoedanigheid zijn ontstaan.  
  • Er is meestal werelddekking (mits de verzekeringnemer Nederlands ingezetene is) 
  • De polis is óf voor alleenstaande óf voor een gezin 

Slide 119 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP)

Verzekerde personen op alleenstaande polis
  • De verzekeringnemer
  • Logés (subsidiaire dekking) 
  • Huispersoneel 

Slide 120 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP)

Verzekerde personen bij gezinsdekking
  • De verzekeringnemer
  • Echtgeno(o)t(e)/partner 
  • In gezinsverband samenwonende ongehuwde personen 
  • Minderjarige kinderen, ongeacht in of uit wonend 
  • Meerderjarige ongehuwde kinderen uitwonend voor studie 
  • Inwonende grootouders en (schoon)ouders 
  • Inwonende ongehuwde bloed- en aanverwanten 
  • Logés (subsidiaire dekking) 
  • Huispersoneel 

Slide 121 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen risico
  • Mogelijk om eigen risico te kiezen
  • Kindeigenrisico (handig als je geen kinderen hebt)
  • Eigen risico schade door dieren
  • Hoogste eigen risico telt

Slide 122 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning voor vandaag:
We gaan verder met een aantal uitsluitingen in het 1e uur
Opdracht maken in CumLaude 

2e uur: opdracht bespreken 

Slide 123 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgesloten

  • zuivere vermogensschade
  • door opzet (behalve kinderen onder 14 jaar) 
  • door seksuele handelingen
  • zaken onder opzicht
  • zaken verzekerden onderling
Uitgesloten

  • met of door motor- en vaartuigen
  • door wapens zonder vergunning

Slide 124 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schade verzekerden onderling
Letselschade wel
Zaakschade niet 

Slide 125 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk van onderstaande schades is standaard uitgesloten van de aansprakelijkheidsverzekering particulieren?
A
een 13-jarig kind heeft met opzet letselschade veroorzaakt aan een derde
B
een 15-jarige zoon van de verzekeringnemer heeft zaakschade veroorzaakt aan een zaak van zijn 12-jarige dochter
C
een 16-jarig kind heeft zaak- en letselschade veroorzaakt aan derden met een auto die hij via inbraak heeft gestolen

Slide 126 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door of met motorvoertuig
Geen dekking! 
Wel dekking (insluiting): Als een passagier van het motorrijtuig schade aan het motorrijtuig 
toebrengt. Let op:  AVP kan subsidiaire dekking bieden. 
  • Door maaimachine etc (max 10 km/u)
  • Elobike
  • Joyriding jonger dan 18 jaar met geweldpleging (primair)
  • Subsidiair zonder geweld

Slide 127 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jan (19) slaat ruitje van de auto stuk en gaat met de auto joyriden
A
primaire dekking op de AVP
B
geen dekking op de AVP
C
secundaire dekking op de AVP

Slide 128 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opzicht 
Schade die ontstaat onder opzicht.
Alsnog ingesloten is schade die ontstaat als iemand  een kleine zaak onder zich heeft. Dan geldt een beperkte maximale vergoeding.
UITGESLOTEN
- zaken die zijn gehuurd, gepacht of geleaset, in huurkoop verkregen zijn
- zaken die de betrokkene onrechtmatig onder zich heeft, bijvoorbeeld gestolen waar of waar
gekocht van een heler

Slide 129 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke schade(s) wordt/worden vergoed uit een aansprakelijkheidsverzekering particulieren?
A
Zuivere vermogensschade
B
Personenschade
C
Zaakschade

Slide 130 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Birgitta gaat haar huiskamer behangen en huurt een stoommachine. Zij laat de stoommachine vallen. Is er dekking op de AVP?
A
Ja, AVP dekt de schade. Brengt wel het opzicht-eigenrisico in mindering
B
Ja, de AVP dekt de volledige schade
C
Nee, de AVP sluit deze opzicht uit.
D
Nee, er is geen opzicht dus geen dekking

Slide 131 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruurd gebruikt de fiets van Marrit en valt daarmee. Schade aan de fiets
A
wel opzicht + wel dekking
B
geen opzicht + wel dekking
C
wel opzicht + geen dekking
D
geen opzicht + geen dekking

Slide 132 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huisbezit
Schade door je woning maar (let op: gaat om risico aansprakelijkheid) 

- Ook woonboot, stacaravan en recreatiewoning mits deze in Europa staat en niet uitsluitend wordt verhuurd. 
  • niet als exploitant van meerdere woningen
  • niet als huis zakelijk wordt gebruikt (airbnb)

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schade aan huurwoningen en gehuurde vakantiewoning
  • Vakantiewoning: alleen brand en water/stoomschade
  • Eigen huurwoning: aansprakelijkheid voor brandschade en schade aan de huurwoning door antennes, zonwering (en andere door verzekerde bevestigde onderdelen) 

Slide 134 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dirk (19) veroorzaakt brand in de gehuurde vakantiewoning
A
wel aansprakelijk geen dekking
B
niet aansprakelijk geen dekking
C
wel aansprakelijk wel dekking
D
niet aansprakelijk wel dekking

Slide 135 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen de AVP kennen we verschillende begrippen. Wat houdt de “opzichtclausule” in?
A
Iedereen leent wel eens iets van een ander. Als een particulier schade toebrengt aan zo’n geleend voorwerp, dan biedt de AVP hiervoor beperkte dekking.
B
Schade die opzettelijk veroorzaakt wordt, is uitgesloten. Behalve als de schade veroorzaakt is door kinderen jongeren dan 14 jaar.
C
Op grond van de Flora- en Faunawet moet iemand die een jachtakte heeft tijdens de jacht een aansprakelijkheidsdekking hebben.
D
Kinderen die 14 of 15 jaar zijn kunnen zelf aansprakelijk worden gesteld i.p.v. hun ouders.

Slide 136 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

U bent bij een verzekeringsmaatschappij acceptant van onder andere aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren (AVP). U wordt gebeld door een gepensioneerde paardenfokker. Deze vertelt u over zijn nieuwe hobby: het opkopen, opknappen en verkopen van woningen. Voor deze hobby rijdt hij met zijn Mercedes het hele land door, op zoek naar nieuwe pandjes.

Hoort dit risico onder de AVP thuis?
A
Ja, zolang de panden niet worden verhuurd.
B
Ja, de paardenfokker is met pensioen en voor hem is het alleen een hobby.
C
Nee, het gaat hier duidelijk om een bedrijfsmatig risico.

Slide 137 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan de slag
schade AVP  

Slide 138 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
Verder met uitsluitingen 
Jacht / wapens / boot en drones. 
Opgave maken / vrijdag bespreken. 

Vrijdag rechtstbijstand 

Slide 139 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een aantal uitsluitingen op de AVP

Slide 140 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe het zit met schade 'aan zaken onderling' op de AVP

Slide 141 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe het zit met 'letselschade onderling aangebracht'

Slide 142 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitkering
  • Bijna altijd aan de tegenpartij
  • Letselschade altijd aan de tegenpartij
  • Verzekerde mag geen betalingen doen

Slide 143 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit het ook alweer met opzet? Wel of geen dekking? Is er misschien een uitzondering?

Slide 144 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jachtrisico volgende de eisen van de Wet Natuurbescherming
Vanaf 1 januari 2017


€ 1.000.000,00

Slide 145 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP)

Jagersrisico
  • Is een aparte polis of toevoeging  (clausule) op de AVP waarbij het jachtrisico wordt verzekerd
  • Deze verzekering is nodig bij het aanvragen van een jachtvergunning 
  • De  wet Natuuurbescherming bepaald waar deze verzekering aan moet voldoen.  
    1 - Het verzekerd bedrag dient ten minste € 1.000.000,- te bedragen 
    2- Iedere jager moet zijn eigen jachtvergunning en Aansprakelijkheidsverzekering voor Jagers (AVJ) afsluiten. Meeliften op andermans vergunning en verzekering is niet meer mogelijk
    3 - Het is voldoende als een jager een polis laat zien met jagersrisico meeverzekerd.  Een speciaal verzekeringsbewijs is niet meer nodig.



Slide 146 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP)

Uitsluitingen
  • Opzettelijk veroorzaakte schades ( voor kinderen jonger dan 14 is er wel dekking)
  • Opzicht in bepaalde situaties
  • Zaakschade onderling
  • Schade door of met motorrijtuigen
  • Schades door of met (lucht)vaartuigen. (schade door zeer kleine (lucht)vaartuigen zoals zeilplanken, roeiboten en radiografische bestuurbare boten/vliegtuigen zijn wel gedekt)
  • Molest en atoomkernreacties
  • Schades als de verzekerde geen Nederlands ingezetene meer is. Verzekering eindigt 30 dagen na vertrek. 

Slide 147 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren (AVP)

Uitsluitingen
  • Schades door wapens zonder vergunning of tijdens de jacht
  • Schades als gevolg van seksuele gedragingen 
  • Zuivere vermogensschade
  • Schade aan gehuurde zaken
Insluitingen:
vriendendienst, zoals bij het helpen met een verhuizing (dan geldt een beperkte maximale vergoeding); 
bijbaan als student (alleen als deze schade niet ergens anders wordt gedekt, bijvoorbeeld via de werkgever);
en
schade tijdens vrijwilligerswerk (alleen als deze schade niet ergens anders wordt gedekt, bijvoorbeeld via de werkgever).

Slide 148 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke van de volgende schadegevallen biedt de AVP dekking?
A
De elfjarige Martijn steekt opzettelijk de garage van de buren in de brand
B
Hans veroorzaakt schade aan de caravan, die hij leende van de buurman
C
Piet veroorzaakt schade aan de fiets, die hij tijdens zijn vakantie huurt

Slide 149 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder bepaalde voorwaarden, is aansprakelijkheid voor schade veroorzaaakt met of door een drone verzekerd op de particuliere aansprakelijkheidsverzekering. Welke van de onderstaande situaties is niet gedekt onder de AVP?
A
Als de drone zakelijk wordt gebruikt.
B
Als de drone vliegt boven een bos met een maximale hoogte van 100 meter
C
Als de drone vliegt boven een gebied met aaneengesloten bebouwing.

Slide 150 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Helena (10 jaar) brengt door een onhandige beweging haar naast zich fietsende zus Anja (13 jaar) ten val. Anja heeft kledingschade en een hoofdwond.

Wat kan hun vader met succes claimen op zijn AVP?
A
niets
B
alleen de letselschade
C
alleen de kledingschade
D
zowel de letsel- als de kledingschade

Slide 151 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jos (21) is student en woont op kamers. Bij het uitlaten ervan rukt zijn hond zich los, waardoor een fietser ten val komt en schade oploopt.

Is deze schade gedekt?

Ga ervan uit dat de ouders van Jos een AVP hebben met gezinsdekking.

A
Deze schade is niet gedekt via de AVP van zijn ouders. Jos had zelf een AVP moeten afsluiten.
B
Ja, via de AVP van zijn ouders.
C
Deze schade is niet gedekt via de AVP van zijn ouders, want Jos is niet aansprakelijk voor deze schade.

Slide 152 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een 16 jarige jongen ziet de auto van zijn buurman voor de deur staan met onafgesloten portieren en de contactsleutel in het slot. Hij kan de verleiding niet weerstaan om even een rondje te gaan rijden. Dat heeft rampzalige gevolgen: hij veroorzaakt een aanrijding, waarbij de auto van de buurman en die van een tegenligger worden beschadigd.
De vader van de 16 jarige jongen heeft een AVP.

Biedt de AVP hiervoor dekking of niet?

Slide 153 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


De familie Rook woont op een groot landgoed. Vader Rook is eigenaar van een exclusieve sigarenfabriek. Moeder doet veel liefdadigheidswerk en zoon Pim (17 jaar) en dochter An (13 jaar) gaan nog naar school. De familie heeft een drietal paarden, waarop ze geregeld rijden. Zoon Pim is erg goed in judo. De familie Rook heeft een verzekeringspakket afgesloten met daarin ook een aansprakelijkheidsverzekering particulieren. Vader Rook gaat samen met dochter An paardrijden. Nadat ze de paarden hebben opgezadeld, rijden ze het landgoed af. An let niet goed op en met haar paard rijdt ze een fietser omver. Welke aansprakelijkheid betreft het hier?

Slide 154 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de Polisvoorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering Particulier. Zie lesmateriaal bij Teams.
Beantwoord de volgende vragen:
- Zit er een beperking aan de leeftijd voor een uitwonende student vwb de dekking? Of geldt er een andere beperking?

Slide 155 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Arend rijdt mee in de auto van zijn buurman Bram. Zonder uit te kijken opent Arend het portier van de auto. Fietser Chris rijdt ertegen aan en lijdt schade. Ook aan het portier ontstaat schade. Arend heeft een AVP-polis. Bram heeft een WAM-polis (Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen).

Welke schade is gedekt op de AVP van Arend
A
De schade aan het portier is primair gedekt op de AVP. De dekking voor de schade toegebracht aan Chris is subsidiair gedekt op de AVP.
B
Alleen de schade aan het portier is subsidiair gedekt op de AVP.
C
Alleen de schade toegebracht aan Chris is subsidiair gedekt op de AVP.

Slide 156 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
1e uur uitleg rechtsbijstandsverzekering 
2 uur  uitleg voorbeeld casus + voorwaarden bespreken

Belang rechtsbijstandverzekering
https://www.youtube.com/watch?v=ND_l9wz6dcE






Slide 157 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand
Leerdoelen!! 

c.3 De kandidaat kan uitleggen welke zaken of belangen van de klant onder de dekking van verzekeringen kunnen worden geschaard.

2c.4 Beoordelen welke zaken of belangen van de klant onder de dekking van aansprakelijkheid-of rechtsbijstandsverzekeringen kunnen worden geschaard, inclusief alle subdekkingen. De kandidaat kan onderscheid maken in risico’s die betrekking hebben op zaken of belangen die kunnen worden afgedekt door een aansprakelijkheid-of rechtsbijstandverzekering.

Slide 158 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand
Leerdoelen!! 

Aan het einde van deze les weten jullie wie er verzekerd is op een rechtsbijstandverzekering

Daarnaast kennen jullie de verschillende modules waaruit gekozen kan worden. Dit kunnen jullie ook toepassen in de praktijk. 

Slide 159 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van een rechtsbijstandverzekering?

Slide 160 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt het begrip schade in voor een rechtsbijstandsverzekeraar?
A
De schade die een verzekerde heeft geleden door toedoen van een ander en waarvoor de rechtsbijstandsverzekeraar hulp biedt om deze te verhalen.
B
De kosten van rechtshulp die de rechtsbijstandsverzekeraar voor zijn rekening neemt.
C
De kosten die de rechtsbijstandsverzekeraar moet maken voor experts.

Slide 161 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand
Kring van verzekerden
  • De verzekeringnemer
  • De echtgeno(o)t(e) /partner die met verzekeringnemer samenwoont 
  • Inwonende ongehuwde kinderen 
  • Uitwonende ongehuwde kinderen die een dagstudie volgen of in een verpleeginrichting verblijven 
  • Inwonende (schoon)ouders 




Slide 162 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: schoonouders zijn verzekerden op de gezinsrechtsbijstandsverzekering van een verzekeringsnemer en kunnen dus rechten aan die verzekering ontlenen.

Is deze stelling juist?
A
Ja, schoonouders behoren ook tot de kring van verzekerden op een gezinsrechtsbijstandsverzekering.
B
Ja, de schoonouders behoren tot de kring van verzekerden, maar uitsluitend als zij inwonen bij de verzekeringnemer.
C
Nee, de rechtsbijstandsverzekering bepaalt dat (schoon)ouders niet tot de kring van verzekerden behoren om conflicten in de familiesfeer buiten de deur te houden.

Slide 163 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand

Dekkingsrubrieken
  1. Basisdekking
  2. Consument en Wonen  
  3. Werk 
  4. Belasting 
  5. Vermogen en scheidingsmediation 
  6. Verkeer 

Slide 164 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand - Basisdekking

Met de Rechtsbijstandverzekering Basis ben je verzekerd van rechtshulp. 

- Je moet getuigen in een strafzaak
- Betalen van borgsom in het buitenland
- Vergoeding schade van iemand die het niet kan betalen 


Slide 165 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand - Consument en wonen


- Voor conflicten over aankopen bij organisaties. Voorbeelden: een vakantie, een telefoon en de plaatsing van een keuken.

- Voor conflicten over aankoop, verkoop of huur van een woning, en conflicten met buren of de overheid. Let op: sommige verzekeraars stellen deze rubriek alleen beschikbaar bij koopwoningen en niet bij huurwoningen.

Slide 166 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand - Werk


  • voor conflicten met een werkgever over arbeidsvoorwaarden of conflicten met overheid of pensioenuitvoerder over een uitkering.



Slide 167 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand - Belasting, vermogen en scheidingsmediation



  • voor conflicten over toeslagen of belastingaanslagen.
  • Vermogen: voor conflicten over het beheer van spaargeld en beleggingen
  • Scheidingsmediation: voor hulp bij het verdelen van de bezittingen, het vaststellen van de hoogte van de alimentatie en voogdij over de eventuele kinderen.

Slide 168 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeer 



  • Verkeer: voor conflicten als gevolg van een verkeersongeluk of in geval van motorrijtuigschade. Juridische hulp als je schade wilt verhalen die je in het verkeer hebt opgelopen. Bijvoorbeeld schade aan je auto door iemand anders.
  • Let op: sommige verzekeraars bieden ook dekking voor ongelukken die men krijgt als fietser of voetganger.
  • Juridische hulp bij (letsel)schade 
  • Schade terughalen op anderen

https://www.youtube.com/watch?v=1Vn2vegC5vk

Slide 169 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Zoek de polisvoorwaarden op in Teams => 

  • Neem de polisvoorwaarden door 
  • Dit geeft je inzicht in wat een rechtsbijstandverzekering doet
  • Vraag => wat is de wachttermijn? 
  • Pak daarna polisvoorwaarden rechtsbijstand erbij in Teams 

  • Ga naar CumLaude => pak de opdracht : Casus Rechtsbijstand Rafael en Olivier erbij.
Rafael gaan we klassikaal doen. Olivier zelfstandig. 

Slide 170 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
1e uur=> Uitleg en casus maken
2e uur => casus bespreken


Zorg ervoor dat je je Consis opdrachten maakt!!!! 

Slide 171 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand 



Bijzonderheden

  • Franchise, dit is het minimale belang dat de verzekeraar hanteert alvorens een zaak in behandeling te nemen
  • Bestaande geschillen die buiten de looptijd van de verzekering zijn ontstaan zijn niet gedekt 
  • Wachttijd, nu vaak vervangen dat conflict moeten zijn ontstaan tijdens looptijd van de polis 
  • Onvermogendekking , andere partij is niet in staat om vordering van de verzekering te voldoen. Rechtsbijstand vergoedt dit tot bepaald maximum
  • Afkoopregeling, als de kosten van het proces niet opwegen tegen het belang 
  • Waarborgsom (borg), rechter in buitenland vraagt borg, anders wordt iemand gedetineerd

Slide 172 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de polisvoorwaarden van de meeste particuliere rechtsbijstandsverzekeraars is een wachttijd opgenomen; deze bedraagt meestal drie maanden.

Om welke reden nemen verzekeraars een dergelijke bepaling in hun voorwaarden op?
A
Om zich te wapenen tegen zelfselectie
B
Om de premie voor deze verzekering betaalbaar te houden
C
Om kleine schades in de beginperiode van de dekking tegen te gaan

Slide 173 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand 



Uitsluitingen
  • Het veel te laat aanmelden van een juridische probleem
  • Als de verzekerde niet alle informatie verstrekt 
  • Als de verzekerde de gegeven adviezen niet opvolgt 
  • Verweer bij onrechtmatige daad (hoort bij AVP) 
  • Het zonder toestemming inschakelen van een advocaat 
  • Als de behoefte aan rechtsbijstand willens en wetens is veroorzaakt 
  • Fiscaal en fiscaalrechtelijke conflicten 
  • Molest, atoomkernreacties, aardbeving, vulkanische uitbarsting en overstroming 
  • Als er sprake is van een smeulend conflict en als het conflict is ontstaan tijdens de wachttermijn.

Slide 174 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt de wettelijk verplicht gestelde vrije advocaatkeuze in op de rechtsbijstandverzekering?
A
Een verzekerde mag zelf een advocaat uitkiezen als de rechtsbijstandverzekeraar besluit dat er een gerechtelijke of administratieve procedure gevoerd moet worden.
B
Een verzekerde mag voor de behandeling van zijn zaak voor de rechter vrij kiezen uit een door de rechtsbijstandverzekeraar samengestelde lijst van advocaten.
C
Een verzekerde die een eigen advocaat wil inschakelen, mag zelf een advocaat uitkiezen als hij zijn zaak bij de rechtsbijstandverzekeraar aanmeldt.

Slide 175 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand

Dekkingen
  • Advies
  • Andere handeling 
  • Verdediging 
  • Juridische procesvoering 
  • Inzet met als doel uitvoering van de uitspraak van de rechter 
  • Inschakeling externe deskundigen 
  • Betaling griffierechten, kosten getuigen/deskundigen, gerechtelijke kosten 

Slide 176 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een verzekerde van een rechtsbijstandverzekeraar heeft recht op vrije advocaatkeuze.

Vergoedt de rechtsbijstandverzekeraar deze kosten volledig?
A
Ja, voor zover de kosten redelijk en noodzakelijk zijn.
B
Ja, als de verzekeraar akkoord gaat met het inschakelen van een advocaat worden deze kosten volledig vergoed.
C
Nee, er geldt bijna altijd een maximumvergoeding.

Slide 177 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt onder een afkoopregeling in de rechtsbijstandsverzekering verstaan?
A
De regeling dat de rechtsbijstandsverzekeraar kiest voor betaling van een geldsom aan de verzekerde in plaats van het verhalen van diens schade.
B
De regeling dat de rechtsbijstandsverzekeraar een schadevergoeding biedt aan de wederpartij ter voorkoming van een dagvaarding van de verzekerde.
C
De rechtsbijstandsregeling in arbeidsrechtelijke zaken waarbij de verzekerde een afkoopsom aangeboden heeft gekregen van zijn werkgever.

Slide 178 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstand

Externe kosten
  • De honoraria en voorschotten van de externe deskundigen
  • De kosten van getuigen 
  • De proceskosten 
  • De reis en verblijfskosten  
  • De kosten in verband met de tenuitvoerlegging van een vonnis 

Slide 179 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag 
Consis => Opdrachten maken hoofdstuk 4. Hiermee afgesloten.

Daarnaast => Opdracht CumLaude => Aanvullende opdracht rechtsbijstand. Patricia. 
Lees de voorwaarden goed door 051007 HV => zie Teams. Anders lukt het niet de opdracht te maken. 
Inleveren in CumLaude 

Slide 180 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Geubels nodigt wat vrienden uit voor een spelletjesavond. Hij wil beginnen met een bordspel. Een van de pionnen van het bordspel is gebroken en heeft een gevaarlijke punt. Meneer Geubels heeft dit niet gezien. De heren spelen gezellig het spel totdat meneer Sluiter bijna verliest. Meneer Sluiter slaat boos met zijn hand op het bord en daarbij boort de scherpe pion zich in meneer Sluiter zijn slagader. Voordat meneer Geubels iets kan doen is meneer Sluiter dood. De weduwe van Sluiter wil meneer Geubels aansprakelijk stellen.
Kan dit en op wel artikel baseer je dit?
A
Ja op basis van 6:162 BW
B
Ja op basis van 6:173 BW
C
Nee op basis van 6:162 BW
D
Nee op basis van 6:173 BW

Slide 181 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hond van mevrouw Reina loopt los door de tuin. Als mevrouw Reina weg gaat laat ze het hek per ongeluk open staan. De hond ontsnapt en bijt de postbode in zijn been. De postbode wil schadevergoeding van mevrouw Reina. Kan dit en op basis van welk artikel baseer je je antwoord?
A
ja, artikel 6:179 BW
B
nee, artikel 6:179 BW
C
Ja, artikel 6:162 BW
D
Nee, HR manegepaard

Slide 182 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vorige casus, maar deze keer geeft mevrouw Reina opdracht aan haar hond om de postbode te bijten. Op basis van welk artikel kan de postbode mevrouw Reina aansprakelijk stellen?
A
art. 6:179 BW
B
art. 6:173 BW
C
art. 6:162 BW
D
art. 6:164 BW

Slide 183 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hond van Mika bijt onverwacht het buurmeisje
A
Mika as o.g.v. 6:162 BW
B
Mika as o.g.v. 6:197 BW

Slide 184 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peter (19) slaat de deur van de buurman hard dicht waardoor de ruit barst
A
Peter as o.g.v. 6:162
B
Peter as o.g.v. 6:174
C
Peter niet as

Slide 185 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trees (5) slaat met een schep een klasgenootje een gat in het hoofd
A
Trees as o.g.v. 6:169
B
Ouders Trees as o.g.v. 6:162
C
Ouders Trees as o.g.v. 6:169
D
Trees as o.g.v. 6:162

Slide 186 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorderingsrecht 6:107 BW
Basis is: degene die het letsel heeft opgelopen heeft een vorderingsrecht op de veroorzaker
  • "Verplaatste schade" : degene die schade, gemaakt uit name van degene die letsel heeft. 

Slide 187 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwikkeling letselschade
Veel afspraken tussen verzekeraars/advocatuur
Voorkomen van extra ellende voor slachtoffer
  • Grip op uw letselschade (flyer)
  • Gedragscode behandeling letselschade
 
 

Slide 188 - Tekstslide

GBL: 10 gedragsregels

het slachtoffer krijgt uitleg van de belangenbehartiger
Termijnen zijn vastgelegd. 
Binnen 2 weken schriftelijke bevestiging van de aansprakelijke verzekeraar
Binnen 3 maanden onderbouwd standpunt as heid
Na 2 jaar: onderzoek hoe kan het zo lang duren?
Binnen 2 




Slide 189 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke schade veroorzaakt met de onderstaande objecten is er dekking op de AVP?
A
Een speedboot
B
Een aan een rijdende auto gekoppelde caravan
C
Een loslopend huisdier

Slide 190 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies