AK hv 2.4 Bewoonbare Aarde

Ik kan de begrippen toendra, boomgrens, permafrost en verschillende typen ijs beschrijven
Ik ken de klimaten op aarde
Ik kan een klimaatdiagram lezen en tekenen
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
9 november
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
opdracht 1 tot en met 8
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
opdracht 1 tot en met 8
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik kan de begrippen toendra, boomgrens, permafrost en verschillende typen ijs beschrijven
Ik ken de klimaten op aarde
Ik kan een klimaatdiagram lezen en tekenen
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
9 november
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
opdracht 1 tot en met 8
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
opdracht 1 tot en met 8

Slide 1 - Tekstslide

Bewoonbare aarde

Slide 2 - Tekstslide

Weer
  • Weer is de temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment en plaats

Slide 3 - Tekstslide

Het weer
  • Elke dag anders
  • Plaatselijk
  • De temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Het klimaat
Het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een lange periode.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Gematigd klimaat!

Slide 8 - Tekstslide

Klimaat
  • Klimaat is het weer in een bepaald gebied over een lange periode, ongeveer 30 of 40 jaar
  • Klimaat diagram

Slide 9 - Tekstslide

Klimaatdiagram
- Geeft het klimaat van een plaats of gebied weer. 

- Wat geven de onderdelen weer? 
Rode lijn
- geeft de temperatuur per maand aan in graden Celsius. Let op! Kijk goed welke Y-as je nodig hebt! 
Blauwe staafjes
- geven de neerslag per maan aan in millimeters (mm). Let op! Kijk goed welke Y-as je moet gebruiken!
X-as
Afkortingen van de 12 maanden. 
Y-as MM
Gebruik je voor het aflezen van de blauwe staafjes.
Y-as °C
Geeft de temperatuur weer in graden Celsius. Deze gebruik je bij het aflezen van de rode lijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Klimaatdiagram
- Kies een maand op de X-as. 
- Volg de blauwe balk voor de hoeveelheid neerslag in MM. 
- Pak het punt recht boven de gekozen maand op de rode lijn voor de temperatuur in graden Celsius. 

Slide 11 - Tekstslide

Welk klimaat hoort waarbij? Kijk op blz. 30 van je lesboek. Noteer dit in word of in notities. Doet het zo A=.... klimaat

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verschillende klimaten
Poolklimaat
Het is het hele jaar koud en in de zomer niet warmer dan 10°C
Er valt weinig neerslag, wat er valt is meestal sneeuw
Tropisch klimaat
Het is het hele jaar warm, het is nooit kouder dan gemiddeld 18°C
Veel neerslag, soms een deel van het jaar droog
Gematigd klimaat
Gematigd, dus tussen koud en warm in
Het hele jaar of deel van het jaar neerslag
Droog klimaat
Soms is het erg heet, soms minder warm
Geen of bijna geen neerslag

Slide 14 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek!

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
Pool klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Gematigd klimaat
Het hele jaar koud
Soms erg heet
Het hele jaar warm
Tussen warm en koud in

Slide 16 - Sleepvraag

Welk begrip past bij deze omschrijving?
De temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment en plaats
A
Klimaat
B
Weer
C
Neerslag
D
Temperatuur

Slide 17 - Quizvraag

Welk klimaat is dit?
A
Tropisch regenklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Steppe klimaat
D
Toendra klimaat

Slide 18 - Quizvraag

Weer of klimaat?

Het is hier nooit kouder dan 18 graden. Maar er valt wel veel neerslag in dit gebied.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 19 - Quizvraag

Welk klimaat is dit?
A
Tropisch regenklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Steppeklimaat
D
Toendraklimaat

Slide 20 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Tropisch regenklimaat
B
Gematigd klimaat
C
Landklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 21 - Quizvraag

Weer of klimaat?

Morgen valt er behoorlijk wat neerslag; veel regen en hagel.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 22 - Quizvraag

Welk begrip past bij deze omschrijving?
Het weer in een bepaald gebied over een lange periode, ongeveer 30 of 40 jaar
A
Neerslag
B
Temperatuur
C
Weer
D
Klimaat

Slide 23 - Quizvraag

Klimaatdiagram tekenen
  • Jullie gaan een klimaatdiagram tekenen.

Klimaatdiagram tekenen
- Eerst ga je de temperatuur aangeven in het midden van het balkje met een rode stip.
Hierna teken je een vloeiende lijn van de ene rand naar de andere rand van de diagram.
- Hierna ga je de neerslag met blauwe balkjes aangeven. Zorg ervoor dat de rode lijn goed zichtbaar blijft!
De informatie staat in deze tabel!
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Klimaatdiagram
Rode lijn = temperatuur
Blauwe staafjes = neerslag


Neerslag in milimeter (mm)
Temperatuur in Celsius. 

Slide 25 - Tekstslide

Waar willen mensen wonen?



1. Goede temperatuur
2. Voldoende neerslag
= een gematigd klimaat
3. Niet te bergachtig (Reliëf)

Slide 26 - Tekstslide

Ik kan de begrippen toendra, boomgrens, permafrost en verschillende typen ijs beschrijven
Ik ken de klimaten op aarde
Ik kan een klimaatdiagram lezen en tekenen
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
9 november
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
opdracht 1 tot en met 8
Lesboek bladzijde 30 en 31
Werkboek bladzijde 33 en 34
opdracht 1 tot en met 8

Slide 27 - Tekstslide