Steden en staten > les 3 > instructie groep 4/5

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 2 - Tekstslide

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Slide 3 - Tekstslide

Dit ga je leren vandaag:
  • Je leert hoe het bestuur en de politie van een stad in de middeleeuwen werken.
  • Je leert wat een gilde is.
  • Je leert wat een jaarmarkt is.

Slide 4 - Tekstslide

Tijdbalk
Tijd van steden en staten

Slide 5 - Tekstslide

Wie zorgt er in onze tijd voor dat mensen zich aan regels houden?

Slide 6 - Woordweb

Regels
In de middeleeuwen moet iedereen zich aan regels houden.
De regels worden gemaakt door de burgemeester en zijn helpers.
De politie zorgt er voor dat iedereen zich aan de regels houdt.
De rechters straffen mensen die zich niet aan de regels houden. 

Slide 7 - Tekstslide

Op dit schilderij zie je een vroedschap. Zo heten de burgemeester en zijn helpers in de middeleeuwen. Zij regeren de stad.
Het woord 'vroed' betekent 'slim' of 'wijs'
Het vroedschap bestaat uit rijke mannen, zoals kooplieden. Zij geven elkaar in de stad de belangrijkste baantjes. 
De vroedschap van de stad

Slide 8 - Tekstslide

Je aan de regels houden!
In de middeleeuwen bestaat de politie uit de schout en zijn rakkers
De baas van de politie is de schout.
De agenten zijn de rakkers
De schout en zijn rakkers zorgen voor de veiligheid in de stad.

Slide 9 - Tekstslide

Je aan de regels houden!
De rakkers zorgen ervoor dat elke overtreder opgesloten wordt in de gevangenis. 
Daarna komt hij voor de rechtbank.
Daar hoort hij welke straf hij krijgt van de rechters

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent de uitdrukking: 'Je steentje bijdragen?'

Slide 11 - Woordweb

Je steentje bijdragen
Als je met een groepje samenwerkt aan een opdracht, verwacht je dat iedereen een deel van het werk doet. 
Dat noem je: 'Iedereen draagt zijn steentje bij'. 

Slide 12 - Tekstslide

Je steentje bijdragen
In de middeleeuwen was 'een steentje bijdragen' een straf.
Je moest dan bijvoorbeeld 25 stenen kopen en aan de vroedschap geven.
Die steden werden dan gebruikt bij de bouw van de stadsmuur. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is dit?

Slide 14 - Woordweb



Op de afbeelding hierboven zie je een jongen die een brood gestolen heeft. 
Hij is betrapt door de rakkers.
Hij moet van de rechter een dag aan de schandpaal.

Slide 15 - Tekstslide



Zijn handen en hoofd zijn daarin vastgemaakt.
Iedereen kan zien dat hij iets verkeerds gedaan heeft.
Iedereen kan hem uitschelden of uitlachen of bekogelen met eieren...

Slide 16 - Tekstslide

Gilde
Mensen met hetzelfde beroep wonen in de stad in dezelfde buurt in de middeleeuwen.
Er is bijvoorbeeld een buurt van de bakkers.
De bakkers samen vormen een gilde
Een gilde is een club waar mensen lid van kunnen worden met hetzelfde beroep

Slide 17 - Tekstslide

Gilde
Andere beroepen hebben ook hun eigen gilde.
Er is een gilde van timmermannen en een gilde van slagers.
Elk gilde heeft ook een gildehuis.
Dit is een soort clubhuis waar de leden van het gilde samen komen. 

Slide 18 - Tekstslide

Afspraken
De leden van een gilde maken afspraken.
De bakkers spreken bijvoorbeeld af hoeveel een brood moet kosten.
En hoeveel het brood moet wegen.

Slide 19 - Tekstslide

Afspraken
Als iemand ziek is zorgt het gilde ook voor zijn leden.
En als iemand dood gaat, regelen zij ook de begrafenis.
En ze vieren vaak samen feest.

Slide 20 - Tekstslide

Gilde
De baas van het gilde heet de gildemeester.
De gildemeesters zijn rijke kooplieden.
Zij zitten ook vaak in de vroedschap van een stad. 

Slide 21 - Tekstslide

Filmpje: (1.50 min) 
De middeleeuwse gilden

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Afbeeldingen
In de middeleeuwen kunnen de meeste mensen niet lezen of schrijven
De winkelier gebruiken daarom vaak afbeeldingen op hun winkel.
Welk beroep hebben de volgende winkeliers? 

Slide 24 - Tekstslide


A
bakker
B
kleermaker
C
metselaar
D
smid

Slide 25 - Quizvraag


A
timmerman
B
kleermaker
C
metselaar
D
smid

Slide 26 - Quizvraag


A
timmerman
B
kleermaker
C
metselaar
D
smid

Slide 27 - Quizvraag


A
smid
B
kleermaker
C
metselaar
D
bakker

Slide 28 - Quizvraag


A
smid
B
kleermaker
C
metselaar
D
timmerman

Slide 29 - Quizvraag

Feest
In de stad is één keer per jaar een jaarmarkt.
Soms duurt die wel weken.
Er mogen dan ook kooplieden van buiten de stad een kraam op het stadsplein zetten om spullen te verkopen. 

Slide 30 - Tekstslide

Feest
Deze kooplieden verkopen soms spullen die mensen nog nooit gezien hebben.
Zoals kruiden voor in de keuken of zijde uit China.

Slide 31 - Tekstslide

Feest
De jaarmarkt is een groot feest.
Er zijn verhalenvertellers en acrobaten.
En dierentemmers en goochelaars.
Mensen kijken hun ogen uit.
Een jaarmarkt lijkt wel wat op een circus of kermis

Slide 32 - Tekstslide

Evaluatie van de les

Slide 33 - Tekstslide

Hoe noemde je in de middeleeuwen de politie?

Slide 34 - Woordweb

Als je bij een gilde mocht horen, bij welk gilde zou je dan willen?

Slide 35 - Woordweb

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 36 - Tekstslide