taallab deel 2

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
nederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben deze woorden gemeenschappelijk?

Slide 2 - Tekstslide

vakantie - eiland, milieu - incident, geëvacueerd, hygiënische, olie - industrie?

Slide 3 - Open vraag

Wat gebeurt er met deze woorden als je de woordtekens weglaat?

Slide 4 - Open vraag

Waarom staat er geen woordteken bij radioactief of milieuadvies?

Slide 5 - Open vraag

Klinkerbotsing 
Twee klinkers die botsen en een foute uitspraak tot gevolg hebben.

Slide 6 - Tekstslide



twee of meer bestaande woorden samenvoegen
tot een nieuw woord
-> elk woord kan zelfstandig voorkomen
vb. kleurpotlood
eersteprijswinnaar


voor- of achtervoegsel
vb. -ing, -achtig, -isme toevoegen aan grondwoord
-> niet alle delen kunnen zelfstandig voorkomen
 vb. hartelijk (-elijk)
herfstachtig (-achtig)

Samenstelling
Afleiding

Slide 7 - Tekstslide

Samenstelling of afleiding?
vakantie-eiland
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 8 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
milieu-incident
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 9 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
geëvacueerd
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 10 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
video-opname
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 11 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
industriëlen
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 12 - Quizvraag

Welk woordteken gebruik je in een samenstelling als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken

Slide 13 - Quizvraag

Welk woordteken gebruik je in een afleiding als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video


Slide 16 - Tekstslide

OEPS !

Slide 17 - Tekstslide

Welke woorden zijn correct gespeld?
A
baby - olifant
B
babyolifant
C
tweeënvijftig
D
tweënvijftig

Slide 18 - Quizvraag

Welke woorden zijn correct gespeld?
A
warm - waterbronnen
B
warmwaterbronnen
C
zon en feestdagen
D
zon - en feestdagen

Slide 19 - Quizvraag

Welke woorden zijn correct gespeld?
A
ruïnes
B
ruiines
C
zeeëgels
D
zee - egels

Slide 20 - Quizvraag

Welke woorden zijn correct gespeld?
A
exlief
B
ex - lief
C
bacterieën
D
bacteriën

Slide 21 - Quizvraag

ZONDER TREMA
MET TREMA
poezie
geillustreerd
naief
knieen
eventueel
beogen
egoist
verfraaiing

Slide 22 - Sleepvraag

Opdracht 
Maak de oefeingen p. 155 -156

Slide 23 - Tekstslide