H6 energie Samenvatting

H6 Energie
Samenvatting

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 Energie
Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

H 6.1 Energie gebruiken
Lesdoelen 
  • Je kunt voorbeelden van energiebronnen benoemen.   
  • Je kunt verschillende soorten energie beschrijven.  
  • Je kunt energie-omzettingen in een schema weergeven. 

Slide 2 - Tekstslide

Onthouden !
Energie komt van een energiebron.
Energie klan nooit verdwijnen.
Arbeid verrichten betekent energie omzetten in een andere vorm van energie.
Een energie-omzetting kun je in een schema zetten bvb:
windenergie ---------> elektrische energie 

Slide 3 - Tekstslide

Vormen van energie zijn:
Licht (de zon, een lamp)
Thermische energie (warmte)
Elekstrische energie (stopcontact,....)
Spierenergie (mensen en dieren)
Beewegings-energie (bewegende voorwerpen)
Chemische energie (brandstoffen)

Slide 4 - Tekstslide

H 6.2 Fossiele brandstoffen
Lesdoelen 
  • Je kunt kenmerken van fossiele brandstoffen beschrijven.  
  • Je kunt toepassingen van fossiele brandstoffen beschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Onthouden!  
Aardgas, schaliegas, steenkool en aardolie zijn fossiele brandstoffen.    
Fossiele brandstoffen zijn in de loop van miljoenen jaren ontstaan uit plantenresten.    
Aardgas wordt uit de grond gehaald door het omhoog te pompen.    
Door omhoog pompen van aardgas kunnen aardbevingen ontstaan.    
Schaliegas wordt uit steen gehaald door fracken (de steen breken).    
Bij fracken ontstaat chemisch af.

Slide 6 - Tekstslide

Onthouden! 
Aardolie wordt uit de grond gehaald met een booreiland of met ja-knikkers.     
Ruwe olie wordt bewerkt in een olie-raffinaderij.     
Uit ruwe aardolie worden brandstoffen gemaakt.     
Uit ruwe aardolie worden grondstoffen gemaakt voor de chemische industrie.     
Kunststoffen worden gemaakt uit aardolie.

Slide 7 - Tekstslide

H 6.3 Fossiele brandstoffen en het milieu
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke stoffen ontstaan bij verbranding van fossiele brandstoffen.   
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen voor het milieu zijn als fossiele brandstoffen worden verbrand

Slide 8 - Tekstslide

Onthouden!  
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan rookgassen en koolstof-dioxide.
Zure regen ontstaat door zwavel en stikstof in rookgassen.
Zure regen is slecht voor het milieu.
Met indicator-papier onderzoek je hoe zuur een vloeistof is.
De opwarming van de aarde door koolstof-dioxide heet het broeikaseffect.
Het broeikaseffect ontstaat door koolstof-dioxide in de lucht.

Slide 9 - Tekstslide

H6.4 Wind, water & zon
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe een elektriciteitscentrale werkt.   
  • Je kunt drie vormen van het opwekken van duurzame energie beschrijven.   
  • Je kunt voordelen en nadelen benoemen van drie vormen van duurzame energie.

Slide 10 - Tekstslide

Onthouden!  
Elektrische energie wordt gemaakt in een elektriciteits-centrale.   
Duurzame energie komt van energiebronnen die het milieu niet vervuilen en die niet opraken.   
Voorbeelden van duurzame energie zijn: groene stroom, windenergie, waterkracht en zonne-energie.   
Een windturbine zet windenergie om in elektrische energie.   
   


Slide 11 - Tekstslide

Onthouden!  
 Nadelen van een windturbine zijn het geluid en de horizon-vervuiling.   
Een waterkracht-centrale zet bewegings-energie uit water om in elektrische energie.   
Een nadeel van waterkracht is dat mensen soms moeten verhuizen.   
Een zonne-boiler verwarmt water met de thermische energie (warmte) van de zon.   
Een zonne-paneel zet zonlicht om in elektrische energie.   
Een zonne-paneel kan elektrische energie terug-leveren aan het energie-bedrijf.

Slide 12 - Tekstslide

H6.5 Energie uit andere stoffen
Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat biomassa is.   
  • Je kunt beschrijven wat biobrandstof is.   
  • Je kunt uitleggen hoe een kerncentrale werkt.   
  • Je kunt voordelen en nadelen benoemen van kernenergie.

Slide 13 - Tekstslide

Onthouden!  
Biomassa is afval van planten en mest van dieren.   
Biomassa wordt gebruikt als brandstof.   
Van biomassa wordt biobrandstof gemaakt.   
Biobrandstof is een gas of een vloeistof.   
Uranium is de energiebron voor een kerncentrale.   

Slide 14 - Tekstslide

Onthouden!  
In een klein beetje uranium zit heel veel energie.    
Uranium is radio-actief.    
Radio-actieve straling is erg gevaarlijk.    
In een kerncentrale ontstaat radio-actief afval.    
Ontmantelen kost veel tijd en is erg duur.

Slide 15 - Tekstslide

H6.6 Energie besparen
Leerdoelen
  • Je kunt benoemen hoe je elektrische energie kunt besparen.  
  • Je kunt beschrijven wat een energielabel is.  
  • Je kunt benoemen welke maatregelen in huis genomen kunnen worden om fossiele brandstoffen te besparen.

Slide 16 - Tekstslide

Onthouden!  
In huis gebruik je elektrische energie en fossiele bandstoffen.   
Zuinig zijn met energie betekent minder energie gebruiken.   
Een spaarlamp is zuiniger dan een gloeilamp.   
Een ledlamp is zuiniger dan een spaarlamp.   
Apparaten die je niet gebruikt, kun je beter uitzetten.   


Slide 17 - Tekstslide

Onthouden!  
Een energie-label laat zien hoe zuinig het apparaat is.    
A+++ is erg zuinig, D is helemaal niet zuinig.    
Door korter douchen verbruik je minder aardgas.    
Door isoleren verdwijnt er minder warmte naar buiten.   
Een hr-ketel is een zuinige verwarmings-ketel.

Slide 18 - Tekstslide

Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Bewegingsenergie naar stralingsenergie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie

Slide 19 - Quizvraag

In een boot gebruik je een peddel om vooruit te komen, welke bewering is waar?
A
Je zet chemische energie om in bewegingsenergie
B
de boot zet bewegingsenergie om in bewegingsenergie
C
bewegingsenergie van de peddel, wordt omgezet in beweging van het water.
D
bewegingsenergie van de wind wordt omgezet in beweging van de boot

Slide 20 - Quizvraag

Zonne-energie is
A
windenergie
B
bewegingsenergie
C
elektrische energie
D
stralingsenergie

Slide 21 - Quizvraag


A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Chemische energie
D
Bewegingsenergie

Slide 22 - Quizvraag

HW: afmaken § 6.1.2.3

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk genoteerd?

Slide 24 - Tekstslide