H2 Van de bergen naar de zee - toets

H2 Van de bergen naar de zee
klas 2
Toets leervragen paragraaf 2.1 t/m 2.5
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2 Van de bergen naar de zee
klas 2
Toets leervragen paragraaf 2.1 t/m 2.5

Slide 1 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Hooggebergten ontstaan door het naar elkaar toe bewegen van platen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Oude gebergten hebben flauwe helling en ondiepe dalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Klik op het oog om de afbeelding te bekijken of te laten verdwijnen. Je kunt inzoomen door op de afbeelding te klikken.
Neem A, B en C hieronder over en vul daarachter de woorden die de kringloop kloppend maken.

Slide 4 - Open vraag

Beantwoord vraag a. en b. hieronder.
a. Wat is verwering?
b. Naast mechanische verwering zijn er nog twee vormen van verwering. Beschrijf deze vormen van verwering.

Slide 5 - Open vraag

Hoe kan het dat je nu soms fossielen op berghellingen in de Alpen kunt vinden?

Slide 6 - Open vraag

Sleep de begrippen naar het juiste deel van de rivier. 
Bovenloop
Sedimentatie
Benedenloop
Erosie

Slide 7 - Sleepvraag

Welk dal is door een gletsjer gevormd?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

In welk deel van het stroomgebied verwacht je logischerwijs een hydro-elektriciteitscentrale?

Sleep het symbool naar het juiste gebied.
Breek eieren boven een schaaltje en voeg daarna toe aan je baksel. Zo houd je de eierschilletjes eruit.
Tip

Slide 9 - Sleepvraag

Sleep de begrippen naar de juiste plek. 
Stroomopwaarts
Zacht gesteente
Hard gesteente
Stroomafwaarts

Slide 10 - Sleepvraag

Bepaal de goede volgorde in het ontstaan van duinen.
Zet hier stap 1
Zet hier stap 2
Zet hier stap 3
Verderop wordt het zand afgezet door de wind en vormt het duinen.
  sedimentatie

De strandwal is afgezet door de zee en komt droog te liggen bij eb.
Het zand droogt op en wordt meegenomen door de wind.
   transport

Slide 11 - Sleepvraag

Doline
Stalagmiet
Stalactiet
Verdwijngat

Slide 12 - Sleepvraag

aanslibbingskust
aanslibbingskust
afbraakkust
afbraakkust

Slide 13 - Sleepvraag

De bovenloop van de Rijn ligt vooral in ...............  en de ...................
De middenloop van de Rijn ligt in ......................... daar gaat de Rijn al ......................
De benedenloop van de Rijn ligt in het ...................... van 
..................... Daar gaat de Rijn zich .....................    en mondt uit als ..................  in de Noordzee.
Antwoorden: 
vertakken
Zwitserland 
Nederland
Duitsland 
laagland 
meanderen
Alpen
Delta

Slide 14 - Sleepvraag

Oude rivierbocht
Sedimentatie
Lagere stroomsnelheid
Erosie
Buitenbocht

Slide 15 - Sleepvraag

De Maas is 935 km lang en ontspringt op een hoogte van 1500 meter.

Wat is het verhang van de Maas?
A
935km/1.500m=1,6m/km
B
1.500m/935km=1,6km/m
C
1.500m/935km=1,6m/km
D
935km/1.500m=1,6km/m

Slide 16 - Quizvraag