Mercredi le 19 avril (H3c-s16)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour!

Programme

Unité 6: gram I en II, feuilleton, woorden

- Oefenen met grammaire I via lessonup

- Huiswerk bespreken

- Verder werken aan lire feuilleton

- Apprendre 4

Verbes en ER, IR et RE

"Je kent de theorie over de ww op RE in verschillende tijden."

-  Kun je voorbeelden van werkwoorden op -RE noemen met de vertaling?

- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -RE,  in de présent?

- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -RE in de passé composé?

- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -RE  in de imparfait?

- Hoe vervoeg je de werkwoorden op -RE in de futur?

Noem in het Frans een regelmatig werkwoord op -RE.

De stam van de werkwoorden op -RE vind je door -RE eraf te halen in de présent tijd.
(vendre - vend).

1. juist
2. onjuist

Regelmatige werkwoorden 

op RE

Je

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/elles

ENT

ONS

niks

S

EZ

S

werkwoorden op -re in de présent
Tu.............(vendre)

1. vends
2. vende
3. vend
4. vendes

werkwoorden op -re in de présent
Ils .............(perdre)

1. perds
2. perdent
3. perd
4. perdez

Wat gebeurt er bij werkwoorden op
-re in de passé composé?

1. re wordt i
2. re wordt é
3. er gebeurt niks
4. re wordt u

Welke is het voltooid deelwoord van attendre (ww op -re)

1. attendé
2. attendu
3. attendru
4. attendre

Zij hebben het boek teruggebracht
(rendre, ww op -re)

1. Elles ont rend le livre
2. Elles ont rendu le livre
3. Elles ont rendi le livre
4. Elles ont rendé le livre

Regelmatige ww op -re  imparfait

Je

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/elles

vendions

vendiez

vendaient

vendait

vendais

vendais

Wat gebeurt er met werkwoorden op
-re in de futur?

1. -re verdwijnt
2. -e verdwijnt
3. Niks, je gebruikt gewoon het hele werkwoord
4. Die vervoeg je op een hele andere manier

Verbes en -re
Welke vormen van de future simple
zijn correct ?

1. Je vendrai
2. Nous vendrons
3. Elle vendrai
4. Ils vendront

Grammaire II (p.106)

"Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden toepassen."

Corriger exercices 16A et 16B.

Lire feuilleton (petit livre)

"Je kunt een verhaal uit een serie begrijpen."

Lisez et résumez le feuilleton Unité 5: Qui, quoi, quand, où et comment etc...?

Maintenant

"Je leert de woorden van apprendre 4."

- Connectez-vous sur wrts ou quizlet.

Fin du cours - les objectifs

• Ik heb de regelmatige ww en de bezittelijke voornaamwoorden begrepen.
• Ik heb geoefend met de vocabulaire.
• Ik heb een verhaal begrepen uit een serie.

Les devoirs

Pas de devoirs

• Zet hw in je agenda.
   
• Stoelen aanschuiven.